Bijzondere woningen

Jasper Van Loy, een blik op het dorp van de toekomst

Gepubliceerd: 24 juni 2021  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 210

OEVEL/MECHELEN — Regelmatig laait de discussie op: gaan we in de toekomst allemaal in de stad wonen of blijven we liever onder de kerktoren? Volgens Jasper Van Loy (26) uit Oevel zal het zo’n vaart niet lopen. Na langdurig onderzoek over hoe dorpen zijn ontwikkeld tot wat ze vandaag zijn en welk beeld de Vlaming van een dorp heeft, pende hij de resultaten neer in zijn boek ‘Onder de Kerktoren’. Onderox mocht het al lezen en de auteur vragen waarom hij ‘het dorp’ zo in zijn hart draagt.

Jasper groeide op in Oevel, vandaag één van de zeven woonkernen in het groene Westerlo. Hij behaalde een master culturele studies, was redacteur voor het studententijdschrift Veto en voor Knack Focus. Momenteel is hij aan de slag als muziekredacteur bij Studio Brussel. Jasper verhuisde zo naar Mechelen. “Toen ik in Leuven studeerde, ging er voor mij toch een grote wereld open en besefte ik dat ik niet in Oevel oud wilde worden. Intussen is mijn mening veranderd en zie ik me later nog wel terug naar de Kempen trekken. Mechelen was bovendien een praktische beslissing om dichter bij mijn werk te zitten. Maar ik kom nog bijna elk weekend naar mijn ouders in Oevel. Ik was er bij de Chiro, speelde in de fanfare en ben regelmatig gaan helpen op ‘de 48 uren van Oevel’, het jaarlijkse volksfeest op het dorpsplein.”

Hoe ben je dan geïnteresseerd geraakt in dorpsarchitectuur en dorpsbeleving?
Jasper Van Loy: “Het was de periode dat er voor het eerst gesproken werd over de betonstop. Ik had ook enkele stevige interviews gelezen met de toenmalige Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck. Hij heeft een sterke visie over hoe we in de toekomst efficiënter moeten gaan wonen. Dat triggerde mij om er meer over te willen weten. Wilde hij zeggen dat we dan allemaal naar de stad zullen trekken? Neen! Bij hem gaat het erover dat we meer in kernen moeten gaan wonen. Dat kan zowel een dorp als de stad zijn. We moeten af van de verkavelingen en lintbebouwing die de natuur opslokten en die van Vlaanderen één groot stedelijk gebied hebben gemaakt.”

Waar is het dan fout gelopen met het lieflijke dorp met z’n rijhuisjes rond de markt en de bakker en slager om de hoek?
“Het is niet één slecht genie die het dorp naar de haaien hielp maar een lange reeks van politieke beslissingen. Dat begon al met de industriële revolutie waar fabrieken in en rond de steden stonden en er beslist is om de Vlamingen met treinen en bussen naar hun werk te brengen. Een tweede ingreep kwam er na de Tweede Wereldoorlog, toen het land moest heropgebouwd worden. Met een pak aan subsidies spoorde de regering de Belg aan om een eigen huis te verwerven. Waar of in welke vorm speelde geen rol, van een plan ruimtelijke ordening was geen sprake. En de Vlaming deed zijn goesting: een huis met een grote tuin, in een verkaveling met buren en op de oprit een auto. We onderschatten hoe persoonlijk bouwen voor de mens is.”

In je boek lees ik weinig over de omstreden fusies van gemeenten uit de jaren zeventig en er komt misschien een nieuwe fusiegolf aan. Wat denk je daarvan?
“Ik ben te jong om daarover een oordeel te vellen. In de interviews die ik voor mijn boek gedaan heb, leefden die fusies nog wel bij de oudere dorpsbewoners. Maar als gemeentebesturen willen gaan samenwerken, hoop ik vooral dat het gebeurt omdat de bewoners er beter van worden en dat het niet als een platte besparingsoperatie wordt gezien. Een fusie kan veel voordelen opleveren maar leg het dan ook goed uit!”

Hoe kijk je aan tegen de ‘appartementisering’ van dorpen?
“Ik vind dat erg, echt heel erg. Toen de woorden ‘verdichting’ en ‘compacter wonen’ zijn gevallen, hebben alle projectontwikkelaars dat vertaald in: appartementen! Liefst zo economisch mogelijk, verschrikkelijk saai om te zien. Veel liever zie ik iets als het Nachtegalenpark dat in Oevel gebouwd is. Dat is ook een project met appartementen, maar met een binnenpleintje en een wandelpad dat er dwars doorheen slingert. Toch blijft het allemaal compact.”

Volgens je boek kan je een dorp definiëren met drie criteria. Leg dat eens uit.
“Vooreerst is er de grootte en het aantal inwoners. Het woordenboek zegt: ‘een dorp is een plek groter dan een gehucht en kleiner dan een stad. Daar ben je niks mee. Voor mij kan een dorp met pakweg twee straten en zeventig inwoners perfect zijn. Een tweede criterium is de interne impuls: hoe zit het sociale weefsel in elkaar? Welke voorzieningen zijn er? Zoals winkels en openbare diensten. Wat is er aan bereikbaarheid en sportinfrastructuur? Ten derde kijk ik naar de externe impuls: hoe vaak worden mensen van buiten het dorp aangetrokken om er bv. te gaan winkelen? Als ik een definitie van een dorp zou moeten geven zou ik zeggen: een relatief kleine woonkern met een sterke interne impuls en een zwakke externe impuls.”

Hoe moet volgens jou een dorp 2.0 er dan concreet uitzien?
“In Oevel is de superette afgebroken, is dat erg? Niet noodzakelijk, want intussen heeft de pientere slager een koeltoog met groenten geïnstalleerd en heeft de krantenboer een rek geplaatst met basisbenodigdheden. Ik zou het vreemd vinden dat ik in mijn eigen dorp geen fles melk meer kan kopen. Het bankkantoor is op veel plaatsen verdwenen maar ook dat is geen ramp. Zolang we maar inzetten om iedereen, ook ouderen, mee te krijgen in het digitale bankieren. Wel zou ik nadenken over de rol van de auto in het dorp. Er is niks mis mee om één auto te delen met twee of drie gezinnen. Deelauto’s zoals Cambio en Poppy en deelfietsen die we in de steden zien, zijn denk ik niet rendabel. Als dorpen duurzamer en efficiënter willen worden, moeten ze wat meer naar steden kijken en wat voor hen bruikbaar is omarmen. In de stad zie je trouwens een omgekeerde beweging: ze zetten in op sociale verbinding, groen en wijkwerking. ’Leuk, ‘t is hier precies een dorp’ hoor je er steeds vaker zeggen.”

Welke mensen kiezen er vandaag voor om in een dorp te gaan wonen?
“Dorpen zijn ‘woondorpen’ geworden. Je kan er perfect wonen, naar je werk gaan en terugkeren en je verder van dat dorp niets aantrekken. Wie nu in een dorp gaat wonen, doet dat vaak uit praktische overwegingen: dicht bij een snelweg, met het openbaar vervoer geraak je snel in de stad, er is meer rust en groen… Anderzijds: doordat de bewoners meer op zichzelf leven, staat het sociale leven er onder druk. Wie zal zich nog inzetten voor het behoud van een schooltje of protesteren tegen de zoveelste appartementenblok? Ook het verenigingsleven krijgt het zwaar, zeker na de pandemie die we nu kennen. De meesten hebben anderhalf jaar stilgelegen en de oudere trekkers of bestuursleden gaan misschien zeggen: ’t is het moment om ermee te stoppen. Ik zou het heel erg vinden als in Oevel het jaarlijkse dorpsfeest niet meer georganiseerd wordt. Wie het toch in gang zet, moet er rekening mee houden dat hij niet iedereen meer mee krijgt.”

Heeft het kerkgebouw in jouw ideale dorp nog een functie?
“Dat is inderdaad een actuele kwestie maar het hoeft niet negatief te zijn. Sowieso moeten de gelovigen die er nog zijn een plek blijven hebben voor hun viering. Maar grote kerkgebouwen kunnen evengoed ingezet worden voor concerten, tentoonstellingen of — waarom niet — de bibliotheek. Ook verenigingen kunnen er hun activiteiten ontplooien. Kerken zijn een prima alternatief voor de uitgeleefde parochiezalen die er overal nog staan. Eigenlijk draait in een levende dorpsgemeenschap alles om ontmoeting.”

In 1978 was er ‘het jaar van het dorp’. Moeten we dat stilaan niet terug organiseren?
“Toen draaide het vooral om het dorp zoals het er toen uitzag te beschermen: wat dreigen we kwijt te geraken? Vandaag moeten we ons de vraag stellen: wat kunnen we winnen? Meer groen, mobiliteit en duurzaamheid bijvoorbeeld. En hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen er graag willen wonen in een voor hen betaalbare woning. Dát moeten vandaag de vragen zijn. Niet of er toch een manier is om het verdwenen bankkantoor of de superette terug te halen.”

MEER INFO
‘Onder de kerktoren’ van Jasper Van Loy is uitgegeven bij het Davidsfonds, prijs: 14,50 euro

Meer lezen van Suzanne Antonis
Meer lezen over
wonen

Meer Bijzondere woningen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.