Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
OUD-TURNHOUT — Sinds kort staan er in Oud-Turnhout drie kleinere windmolens die energie voorzien voor eigen gebruik. Zo levert de molen van de familie Jacobs aan de Hoge Darisdonk de energie voor hun kalverbedrijf. Dankzij de windmolen wordt hun bedrijf een pak duurzamer. “Maar we besparen zo vooral een hoop op onze energiekosten”, weten boer Glenn Jacobs en zijn vrouw Tinne Wens. “We weten dat duurzaamheid enkel maar belangrijker wordt, maar de investeringen moeten wel economisch haalbaar zijn.”
In de strijd voor klimaat-neutraliteit duiken in de Kempen steeds meer windmolens op. Windturbines produceren groene stroom en besparen zo heel wat op CO² -uitstoot door energie. In 2020 werd 8,1% van de totale energievraag in onze regio lokaal hernieuwbaar opgewekt. Kempen2030 heeft de ambitie om dat cijfer op te trekken naar 32%. Langs de snelwegen E34 en E313 vinden we daarom al heel wat windmolenparken van Eneco, Storm, Campina Energie of andere energie-maatschappijen die de geproduceerde elektriciteit op het net zetten. Maar het kan dus ook op kleinere schaal.
Glenn, hoe kwamen jullie erbij om zelf een windturbine te plaatsen?
Glenn Jacobs: “Met de energiecrisis moesten we wel iets doen. In 2022 schoten de prijzen voor elektriciteit plots door het dak en met ons kalverbedrijf hebben we wel wat energie nodig. De verluchting van de stallen en verwarming van water zorgen dag en nacht voor heel wat verbruik. De klok rond dus en daardoor heb ik niet zoveel aan zonnepanelen. Daarmee zou ik bovendien in de winter maar een deel van het verbruik kunnen afdekken, tenzij ik zoveel panelen zou leggen dat ik in de zomer weer zoveel energie zou hebben dat ik die aan een paar cent per kilowattuur op het net zou moeten zetten. Daarom zijn we gaan informeren over de mogelijkheden voor een windmolen. Want wind hebben we hier bijna altijd. Niet voor niets staan er hier in de buurt heel wat grote windturbines. Onze molen wekt nu dag en nacht energie op zonder de grote pieken die zonnepanelen leveren.”
Zo kunnen jullie vanuit jullie keuken, omwenteling per omwenteling, de euro’s zien binnenkomen?
Glenn: “Da’s het mooie, maar tegelijk ook wel eens het frustrerende van windenergie. Als het voldoende waait, zie je de molen gaan en weet je dat je investering oplevert. Maar als er minder dan drie meter per seconde wind is, dan zet de molen zich stil. Dan zie je echt dat je investering op dat moment niets oplevert. Dat is bij zonnepanelen natuurlijk niet het geval. Die zien er zomer en winter altijd hetzelfde uit. Gelukkig trekt de turbine niet al te vaak de rem op. Meestal blijft ie gewoon draaien. En dat kan ik prima volgen via een app op mijn smartphone. Het model waarvoor we gekozen hebben, levert een maximaal vermogen van 25 kilowatt. Dat is heel wat minder dan de grote molens in de windmolenparken. Maar per jaar is onze molen toch goed voor zo’n 43.000 kWh. Precies genoeg om ons jaarverbruik af te dekken.”
Tegelijk zorgt de windmolen er dan ook voor dat jullie bedrijf stijgt op de duurzaamheidsladder. Levert dat jullie ook een voordeel op?
Glenn: “Uiteraard is duurzaamheid belangrijk in de landbouw en de integratie waarmee we werken voor de vleesproductie steunt dat ook. Maar een direct voordeel krijgen duurzame bedrijven in onze sector niet. Dat is meteen ook het grote probleem dat we als boeren hebben. Door de verhoogde eisen worden we verplicht om te investeren in installaties die ons niet meteen iets opleveren. Een luchtwasser bijvoorbeeld kost enorm veel geld zonder dat daar een opbrengst tegenover staat. Een stal met een luchtwasser zorgt wel voor een betere luchtkwaliteit voor de omgeving, maar de boer zit na de installatie enkel met een hogere afbetaling. Alle andere kosten blijven onveranderd. Dat is anders met deze windmolen. We hebben nu uiteraard wel een bijkomende afbetaling voor de lening voor deze turbine, maar tegelijk gaat de factuur voor elektriciteit omlaag. En over een paar jaar valt de afbetaling weg en komt onze elektriciteit zonder factuur binnen. Zo ook met onze zonneboiler: die verwarmt in de zomer het water voor de kalvermelk op tot tachtig graden en zelfs in de winter levert die zonneboiler energiewinst op. Zo hebben we in de zomer helemaal geen fossiele brandstoffen meer nodig en in de winter heel wat minder dan voordat we die zonneboiler hadden. Zo willen we als landbouwers ons best doen om te werken aan duurzaamheid, maar het moet allemaal wel economisch haalbaar zijn. Aan het einde van de maand moeten de rekeningen kloppen, en moeten we als gezin ook nog kunnen leven.”
Tinne, ook jij werkt mee in het bedrijf. Hoe heb jij alles doorheen de jaren zien veranderen?
Tinne Wens: “Ik woon al mijn hele leven op het bedrijf. Mijn vader heeft het opgestart en zes jaar geleden, in april 2018, hebben Glenn en ik het overgenomen. Alles is een pak strenger geworden en daardoor wordt het een stuk moeilijker om de kost te verdienen met een landbouwbedrijf. Onze twee zonen, Gus en Teo, zijn voortdurend mee buiten op het erf. Van schermtijd is bij ons zo goed als geen sprake. Omdat ze de hele tijd mee in de weer zijn tussen de kalveren, hebben onze jongens allebei een trui cadeau gekregen van hun tante. Gus met de opdruk ‘grote boer’, ‘kleine boer’ voor Teo. (glimlacht) Tegen 2030 moet ons bedrijf 28 procent reduceren. Dat zal meteen ook een daling van de omzet betekenen. Als we ervoor willen zorgen dat zij later ook nog kunnen boeren, als ze daarvoor zouden kiezen, dan moeten we wel wat doen. En daar kunnen investeringen als die windmolen en een zonneboiler bij helpen.” Glenn: “Het is voor Gus en Teo dat we het uiteindelijk allemaal doen. Om hen een toekomst te geven in de landbouw of daarbuiten. Daar staan we elke morgen vroeg voor op. Gus was een paar weken geleden ook samen met mij op de boerenbetoging. Daar vroeg hij me: ‘Papa, waarom zijn wij hier eigenlijk?’. Toen vertelde ik hem dat we actie voerden omdat de overheid wil dat we minder koeikes zouden houden. Hij begon meteen te wenen.”
Overal hoor je problemen om windmolens vergund te krijgen. Was het voor jullie moeilijk om jullie idee voor een eigen molen ook echt te realiseren?
Glenn: “Voor deze kleinere molens is de provincie bevoegd. De gemeente geeft advies. Een vergunning krijgen viel op zich nog wel mee. Het probleem zat hem eerder in de plaatsing. De molen die we gekozen hebben is een Deens model. Zo staan er in Nederland al 140, maar in deze regio zijn wij de eerste. De plaatsers uit Vorselaar waren daar duidelijk nog niet zo goed mee vertrouwd waardoor het een hele tijd geduurd heeft vooraleer de wieken ook echt aan het draaien gingen.”
De eerste molen in de regio? Hebben jullie daarmee een nieuwe trend ingezet?
Glenn: “Een trend? Dat weet ik niet. Maar blijkbaar is er wel heel wat interesse. Sinds de plaatsing in september zijn er al zeker tien mensen komen kijken en informatie komen vragen. Gewoon omdat ze de molen vanop de snelweg hadden zien staan. Dat toont toch aan dat er wel wat interesse is in kleine windturbines.”
Ze hadden vanop de snelweg het licht gezien. Met die enorme lamp bovenop de molen, kunnen passanten er natuurlijk ook moeilijk naast kijken.
Tinne: “Ja, die lamp bovenop de molen is misschien wel wat een overkill. Maar omdat het hier een laagvliegzone is voor defensie, was het één van de voorwaarden voor de vergunning. Het is hetzelfde soort lamp als bovenop de grote molens die je overal ziet. Daarmee is onze molen inderdaad wel van heel ver zichtbaar. Misschien zijn we zo wel het uithangbord voor agrarische windmolens voor de Kempen. Wie interesse heeft in een eigen windmolen, mag gerust eens komen kijken.”
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.