Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
KEMPEN — 11 november komt weer wat dichterbij. In de Westhoek krijgt de herdenking van de wapenstilstand van 1918 dit jaar een meerwaarde. 27 sites die een link hebben met de Eerste Wereldoorlog zijn door Unesco onlangs erkend als werelderfgoed. Een goede aanleiding om even stil te staan bij het Kempense oorlogserfgoed.
Gil Geerings uit Mol mag zichzelf een oorlogskenner noemen. Een blik op de website battleforthelocks. be zegt genoeg. Geerings is als onderzoeker al jarenlang bezig met het verzamelen van verhalen achter honderden oorlogsgraven in de Kempen.
De lokale oorlogsgraven horen bij de Tweede Wereldoorlog. Kempense jongens die naar het front in de Westhoek trokken, is dat ons verhaal van de Eerste Wereldoorlog?
Gil Geerings: “Dat klopt, het front was hier niet aanwezig. Onze regio is in de Eerste Wereldoorlog vrij gespaard gebleven. Er waren natuurlijk wel Kempense soldaten die naar het front trokken. Er kwam daarom dat initiatief van Kempense Klaprozen. Dat startte als een schoolproject en is nu erg omvattend.” (In 2011 startte de secundaire school Sint-Maria uit Geel met het project. Het doel was om Kempense militairen die omkwamen tijdens de Eerste Wereldoorlog in kaart te brengen.)
Wie op zoek gaat naar monumenten uit de Eerste Wereldoorlog moet vooral naar de Dodendraad bij Zondereigen in de grensgemeente Baarle-Hertog.
“Dat is zo. Maar die Dodendraad vind je ook in Mol-Postel. Daar hangt het verhaal aan vast van Charles de Broqueville (De Belgische kabinetsleider tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1860 geboren in Mol, nvdr.). Hij had een kasteel in Postel. De Dodenstraat zou voor hem zijn verlegd, wat meer naar de Nederlandse grens. Dat land was in de Eerste Wereldoorlog neutraal. Er waren niet alleen Belgische vluchtelingen die naar Nederland trokken, je had ook de smokkelroutes.”
Jouw focus ligt op de Tweede Wereldoorlog. De begraafplaats in Kasterlee is bekend, maar wellicht zijn er meer?
“Ik zal dat even schetsen. In mei 1940 werden de Kempense kanalen gebruikt als een verdedigingslinie. Dezelfde strategie werd door de Duitsers gebruikt bij de bevrijding in september 1944. Zo werd er in de ‘kanalendriehoek’ zwaar gevochten, er zijn heel veel doden gevallen. Er was geen tijd voor een fatsoenlijke begrafenis. De meeste slachtoffers kregen een veldgraf. Na 1945 kwam er een Britse missie om deze gesneuvelden te ontgraven. Zeker 100 Britse soldaten kregen een graf op de militaire begraafplaats in Kasterlee. Op de militaire begraafplaats Tweeboomkes in het centrum van Geel liggen er 400. Er is ook nog een klein kerkhof in Geel-Stelen. En er zijn de zogenaamde Commonwealth Graves, verspreid over de Kempense kerkhoven. Daar liggen ook Canadese soldaten. De Amerikaanse gesneuvelden werden verplaatst naar de grote kerkhoven in de Ardennen. Die Amerikaanse soldaten kwamen vooral om bij het neerhalen van hun vliegtuigen.”
Het Kempisch Kanaal en het Albertkanaal doorkruisen de Zuiderkempen. In de Noorderkempen bij het kanaal Dessel-Schoten is er een ander verhaal met Poolse soldaten die een hoofdrol spelen in de bevrijding.
“Het kanaal Dessel-Kwaadmechelen vormt het derde kanaal van die driehoek. Het is echter wel zo dat het kanaal Dessel-Schoten in mei 1940 werd gebruikt door de Belgen en ook weer door de Duisters tijdens de bevrijding. Daar werden Poolse soldaten ingezet, het ging grotendeels om een tankeenheid, de eerste Poolse Pantserdivisie. Een grote militaire begraafplaats met Poolse gesneuvelden vind je nu in Lommel. Er is een verhaal bekend van de kleindochter van een Poolse officier die nu in Mol woont. Of er is het verhaal van de bestorming van Merksplas-Kolonie waarbij een soldaat de hoogste militaire onderscheiding kreeg.” (Eind september 1944 trekt een Britse divisie naar Merksplas-Kolonie. Dépôt de Mendicité staat er op de militaire kaart. De Britten denken dat het om een ziekenhuis gaat in ‘Monday City’. De veldslag met de verschanste Duitsers duurt urenlang. Een heldenrol is weggelegd voor korporaal John Harper die het Victoria Cross krijgt. In 2004 krijgt hij ook een monument op de Kolonie.)
Ook voor de begraafplaats met Duitse soldaten moet je naar Lommel, toch?
“Je had hier veel Duitse slachtoffers die her en der verspreid lagen. Daarover heeft een civiele opgravingsploeg zich ontfermd. Uiteindelijk zijn die gesneuvelden naar Lommel gebracht. Dat is natuurlijk de andere kant van het verhaal. De locatie ligt bewust heel afgelegen, op arme heidegrond. Het is een erg ingetogen, sobere plek. Ik ben er onlangs nog geweest. Ik hoorde geen enkele vogel fluiten. Dat was een heel vreemde ervaring.”
De fascinatie voor de wereldoorlogen, dat is toch een dingetje. Er worden zelfs grappen gemaakt over de zoveelste documentaire op VRT Canvas. Of is dat toch normaal?
“Dit verhaal is zo immens. Die fascinatie zal blijven duren. Voor ons blijft dat nog vrij bescheiden. Zeker als je dat vergelijkt met het Amerikaanse oorlogstoerisme in Bastenaken. Deze verhalen blijven leven, vooral voor de nabestaanden. Daar komen vaak grote emoties bij kijken. Dat blijft ook mijn doel, om al die soldaten een naam en een gezicht te geven.”
MEER INFO
www.kempenseklaprozen.be
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.