Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
ARENDONK — Het aanbod aan damessporten wordt alsmaar ruimer. Ook in sporten waar tot voor enkele jaren alleen maar herenploegen op het veld verschenen, worden meer en meer damesploegen opgericht. Zo ontstond acht jaar geleden in Arendonk ook rugby-team Pinkbulls die net zoals hun mannelijke clubgenoten van de Pitbulls wekelijks hun ontspanning zoeken in tackles en tries. Merel Gooskens (24) speelt al voor het achtste seizoen bij de Pinkbulls. “Ik ben zoveel van deze sport gaan houden, dat ik het gewoon niet meer kan missen.”
Jij was er al van bij het begin bij, Merel? Was het liefde op het eerste gezicht, die rugbysport?
Merel Gooskens: “Eigenlijk niet. (glimlacht) Het was mijn zus Ezra die de vrouwenploeg mee opstartte. Mijn broer speelde al een tijdje bij de heren. Mijn vader was penningmeester van de club en mijn moeder kookte elke week de soep voor naast het veld. In ons gezin stonden de weekends dus helemaal in teken van rugby. Toen de damesploeg werd opgericht, was er voor mij eigenlijk geen weg naast. Bij die eerste damestrainingen waren er natuurlijk nog niet zoveel speelsters, dus enige druk om ook mee te doen was er wel. Ik zou ook mee in die ploeg spelen. Voordien was ik niet erg sportief en zeker niet echt vanaf het begin laaiend enthousiast, maar ik ben echt wel van deze sport gaan houden. Door het rugby ben ik veel sportiever geworden. Ik ga nu ook lopen en fitnessen in functie van de sport. En de trainingen en matchen zijn een goeie uitlaatklep. Na een zware werkdag, kan ik hier mijn kuren kwijt.”
Welke job zorgt ervoor dat het ’s avonds oplucht om eens goed op een ander in te beuken?
“Ik ben van opleiding goudsmit. Het lijkt misschien niet meteen aan te sluiten bij het wat brutere rugbyspel. Maar toch zie ik wel wat gelijkenissen. Als goudsmit is het belangrijk om precies te werken. Bij de Pinkbulls ben ik de nummer 9, de scrum-half. Die ‘number 9’ fungeert als de spil tussen het pack en de lijnspelers en orkestreert aanvallen. Nauwkeurige timing en goed afgewerkte passes naar de medespelers zijn erg belangrijk. Dat maakt dat ik ook op het veld mijn spel heel nauwkeurig probeer af te werken. En daarnaast is het ook wel gewoon goed om de precisie en voorzichtigheid van mijn werk wat af te wisselen met wat bruter werk op het veld.”
Wat trekt jou dan vooral aan in deze sport?
“Vooral de combinatie van het technische en het fysieke. Ik zei al dat ik door het rugby veel meer aan sport ben gaan doen, ook naast de rugby-trainingen. Door ook tussendoor nog te sporten en aan mijn uithouding te werken, probeer ik in optimale conditie op het veld te staan. Als scrum-half speel ik bij de matchen ook kort op de nummer 9 van de tegenstander en geniet er dan stiekem wel eens van als mijn tegenspeelster het later in de match fysiek moeilijk krijgt.”
Rugby is een sport die je normaal met 15 veldspelers speelt. Lukt het makkelijk om voldoende speelsters warm te krijgen voor de Pinkbulls.
“Er is heel wat interesse voor de sport, maar het is niet gemakkelijk om voldoende vrouwelijke speelsters aan te trekken. Bij de Pinkbulls hebben we een twintigtal spelers in de eerste ploeg en daarnaast nog heel wat meisjes bij de jeugdploegen. Maar het was altijd een uitdaging om elke week een team met wat reservespeelsters bij elkaar te krijgen. Een aantal teamleden werken in de zorg en het gebeurt ook wel eens dat er iemand geblesseerd is. Daarom zijn we een aantal jaren geleden overgeschakeld van de reguliere competitie met 15 speelsters per team naar de Ladies Challenge-competitie waar met 5 spelers in het pack en 5 spelers in de lijn gespeeld wordt. Maar bij Challenge krijg je echt een heel ander spel. De speelvelden voor Challenge en regulier rugby zijn even groot. Maar in plaats van met 15 speel je dus maar met z’n tienen op het veld. Daardoor ligt de nadruk meer op lopen en lange passes dan op contact. Iedereen in het team droomt ervan om snel weer terug te kunnen inschrijven in de reguliere competitie.”
Hoeveel damesploegen zijn er zo in België?
“Er zijn waarschijnlijk meer dans- of zwemverenigingen voor dames dan rugbyteams. Er zijn niet zo veel gemeentes waar ladies-rugby gespeeld wordt. Maar de sport wordt wel populairder en we kunnen in het seizoen wel bijna tweewekelijks een match spelen. In deze Ladies Challenge competitie is België opgedeeld in Oost en West en de Pinkbulls spelen in de Oost-competitie. Vanmiddag spelen we zo in Lommel. Ook in Mechelen en Laakdal zijn er dames-teams. Maar we maken ook wel verplaatsingen naar Huy en Lennik. Naast de twee nationale reeksen in de Ladies Challenge competitie zijn er ook nog drie nationale reeksen in het reguliere dames-rugby. Er wordt dus wel wat dames-rugby gespeeld in ons land. Even groot als voetbal of tennis zal rugby nooit worden. Maar onze nationale ploeg, de Black Devils, presteren ook steeds beter op internationaal niveau. Ze spelen nu zelfs in de groepsfase mee voor een plaatsje op het WK. Ik hoop dat ook de sportkanalen hun spel en de andere matchen uit de Six Nations competitie wat meer gaan oppikken. Want als we nu samen met de ploeg naar die internationale matchen willen kijken, zijn we aangewezen op France 2 of BBC.”
Je sprak over geblesseerde spelers? Zorgt het wat ruwere spel er dan voor dat je meer blessures oploopt dan bij andere sporten?
“Neen, zo zie ik het niet. Net zoals bij voetbal, volleybal of andere sporten, gebeurt het ook bij rugby wel eens dat je je voet of knie bezeert. Maar dat is in onze sport volgens mij niet meer dan bij andere sporten. Bovendien wordt rugby echt met heel veel respect gespeeld. Zowel supporters als spelers tonen veel respect voor elkaar, de andere teams en de scheidsrechter. Blessures door bewust vuile tackles, zie je bij ons helemaal niet.”
‘Rugby is a game for barbarians played by gentlemen’, wordt wel eens gezegd. Dat is dus bij de dames ook zo?
“Ja echt wel. Als toeschouwer lijkt het wel eens dat het er op het veld altijd hard aan toe gaat, maar dat verloopt altijd fair en vriendschappelijk. En als iemand zich dan toch eens even druk begint te maken tegen een tegenspeelster of de scheidsrechter, dan is er altijd wel een teamgenoot in de buurt om te gemoederen wat te temperen. Voor nieuwe spelers is vooral het contact bij onze sport wennen. Het kan wel een jaar duren om echt goed te leren tackelen. Dat komt deels door de angst voor contact die moet overwonnen worden, maar ook omdat het gewoon een tijdje duurt om een goeie tackle-techniek aan te leren. Maar contact en tackles zijn nu eenmaal deel van het rugby en daarom blijft een contactmoment dat misschien eens wat intenser was ook niet hangen na de wedstrijd. Eens de match voorbij is, wordt er verzusterd. We drinken in de kantine iets met de andere ploeg, zingen liedjes en verkiezen de speelster van de dag. Die ‘derde helft’ is altijd enorm leuk. En omdat we onze matchen op zaterdagnamiddag spelen, kunnen we ook onze tijd nemen na de match. De meesten kunnen op zondag nog wat uitslapen.”
Zijn jullie nog actief op zoek naar nieuwe speelsters?
“We kunnen zeker wel wat extra speelsters gebruiken om terug te kunnen aansluiten bij de competitie waar met ploegen van 15 gespeeld wordt. Voor wie eens wil komen proberen zijn de eerste vier trainingen vrijblijvend en gratis. Het leuke aan rugby is dat leeftijd of lichaamsbouw eigenlijk geen rol speelt. Een ploeg is opgebouwd uit een pack van acht spelers en zeven spelers die de lijn vormen. Spelers in het pack zijn typisch wat groter, sterker of zwaarder en hun rol is om in balbezit te komen. Ze doen dit door de typische scrums en het ingooi- of grondwerk. Eens de ploeg in balbezit is, proberen de lijnspelers aan te vallen en te scoren door te lopen met de bal of door hem te schoppen of passen naar de andere lijnspelers. De lijnspelers zijn over het algemeen wat sneller en wendbaarder dan de packspelers. Zo is er voor iedereen dus een plaats in ons team, onafhankelijk van hoe je gebouwd bent. En daarnaast speelt ook de leeftijd niet echt een rol. Momenteel spelen er zowel 15-jarigen als dertigers in onze ploeg. Die 15-jarigen hebben misschien wat minder schrik van het contact, maar de dertigers hebben dan weer meer ervaring. Prima mix! Iedereen met interesse in onze sport is dus welkom op onze woensdag- of vrijdagtrainingen. Of je komt eerst eens een keer kijken naar een match. Dan kan je meteen de leuke sfeer van onze club opsnuiven.”
Is die clubsfeer zo specifiek dan?
“Absoluut! (glimlacht) ’t Is bij de Pinkbulls al een leuke ambiance. Maar met onze supporters en de spelers van de herenploeg erbij is het echt een leuke boel. Soms trainen we ook wel eens samen met de mannen of met de jeugdploeg. Als wij of de andere teams aanvalsstrategie willen trainen, gebeurt dat wel eens. Dan laten we de tackles wel achterwege, want dat oefenen we liefst op elkaar. (lacht) We spelen dan ‘touch’ waarbij je elkaar aantikt in plaats van de tackelen. En dat is maar goed ook want ik ben zelfs van die touch-spelletjes met de mannen al wel eens vol blauwe plekken thuisgekomen. (lacht) Dan merk je echt wel waarom het best is dat er geen gemengde competities zijn.”
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.