Bijzondere plaatsen

Luc Vanhove: Een eerbetoon aan wielerkampioen Rik Van Steenbergen

Gepubliceerd: 29 januari 2025  |  Door: Peter Meulemans  |  Onderox editie: 249

ARENDONK – Op 9 september 2024 zou Rik Van Steenbergen 100 jaar geworden zijn. Dat kon men in Arendonk niet zomaar laten gebeuren. Luc Vanhove (69), secretaris van de Heemkring van Arendonk, zette zijn schouders onder de expo ‘Rik 100’. “We hebben dozen vol met informatie over Rik. Heel veel foto’s, krantenknipsels, interviews en merchandising. Maar het mocht nog iets meer zijn”, aldus Luc.

Wie ‘Rik 100’ bezoekt, kan o.a. de originele pistefiets bekijken waarmee Rik Van Steenbergen in 1955 de nationale titel veroverde. Ook de Peugeot-ploegwagen van Solo-Van Steenbergen uit 1963 werd speciaal naar Arendonk gebracht voor deze expo. Maar er is veel meer. Er valt dan ook veel te vertellen over ‘onze’ Rik, zoals men in Arendonk over de wielerkampioen spreekt.

Luc, een expo over Rik Van Steenbergen. Dat was er nog niet in Arendonk. Hoe trots mogen de Arendonkenaren zijn op hun wielerheld?
Luc Vanhove: “Behoorlijk trots. Ik probeer me wel eens voor te stellen hoe het zou zijn als Rik nu zou koersen. Maar je kan dat niet vergelijken. Alleszins zou het een hele, hele grote zijn. In zijn glorieperiode was hij ongetwijfeld de beste van de wereld. Driemaal wereldkampioen. Twee keer de Ronde Van Vlaanderen, twee keer Parijs-Roubaix, twee keer de Waalse Pijl, één keer Milaan-San Remo. Vijfentwintig etappes gewonnen in de drie grote rondes. Ontelbaar veel kleinere wedstrijden. En alsof dat nog niet volstaat een veertigtal zesdaagsen. Ik heb me ooit laten vertellen dat hij meer dan één miljoen kilometer heeft gekoerst en meer dan 1.600 overwinningen heeft behaald. Daar moet geen tekening meer bij, denk ik dan.” (lacht)

Je hebt Rik niet meer actief weten koersen, neem ik aan. Vanwaar toch die bewondering?
“Het is inderdaad jammer dat ik Rik niet zelf gekend heb. Ik zal hem als kleine gast wel eens in de kermiskoers van Arendonk gezien hebben. Maar veel weet ik daar niet meer van. Ik herinner me wel dat in die tijd heel Arendonk grote supporter was. Zeker ook mijn nonkels en mijn grootvader. Zij volgden wel zo goed mogelijk de wedstrijden van Rik. Maar pas op hé, zonder internet en zo. Dat was via de gazetten. Het was nu ook niet zo dat ze heel België rondreden om hem aan het werk te zien. Dat ging niet in die tijd. Maar mijn grootvader heeft me wel ooit verteld dat Rik wel eens passeerde voor ‘koninginnenbrij’. Dat is honing die bijen reserveren voor toekomstige koninginnen, bijzonder rijk aan voedingsstoffen en dus een ideaal bommetje voor in de finale van de koers. Dat was bij wielrenners algemeen geweten. Alleen was het zo dat het erg duur was en speciaal moest geoogst worden. Imkers, en dus ook mijn grootvader, zaten daar zeker niet op te wachten omdat dat de bijenkolonie niet ten goede kwam. Maar ik hoop alleszins dat Rik ooit een belangrijke wedstrijd heeft gewonnen op honing of koninginnenbrij van mijn grootvader. Maar zeker ben ik daar niet van. (lacht) Wel was het zo dat Rik I, want zo werd hij genoemd om onderscheid te maken met Rik van Looy, ongelooflijk hard kon fietsen. Toen hij in 1948 Parijs-Roubaix won was dat de snelste klassieker ooit. Uiteraard met heel ander materiaal dan nu.”

Wat moeten we ons voorstellen bij dat materiaal?
“Dan moet je zeker eens een keertje langskomen. Want we hebben een authentieke fiets van Rik Van Steenbergen uit 1955 in de tentoonstelling. Als je die ziet weet je ook meteen van waar de uitdrukking ‘een stalen ros’ komt. Rik reed met het merk Bristol, toen echt wel de Cadillac onder de koersfietsen. Gemaakt in Mol trouwens. Het moest echt allemaal in orde zijn. En dat was wel nodig ook want hij trainde als een beest. Winterse kou, regen en wind, het kon hem niet deren. Trainen moest tot het gevoel goed zat.”

Rik had zijn gloriejaren al in de jaren ’40 en ’50. De jaren ’60 kenmerkten zich vooral met overwinningen in zesdaagsen. Hoe komt het dat hij, zoveel jaren later, nog steeds zo bekend is?
“Ik denk dat het een combinatie van factoren is. Eerst en vooral was het een fenomeen op de fiets dat ze toen nog niet gezien hadden. Het was een echte veelwinnaar. Ook hier gaat het verhaal de ronde dat andere renners uit die tijd niet altijd blij waren als Rik aan de start stond. Want dan was het vaak fietsen voor de tweede plaats. Maar langs de andere kant werd hij door vriend en vijand geprezen voor zijn talent. Iedereen zag wel dat Rik gene gewone was. En eigenlijk had hij nog veel groter kunnen zijn. Rik was een profrenner, dus er moest gewonnen worden om zijn boterham te verdienen. Hij keek het op dat vlak ook wel erg uit. Om die reden reed hij best veel kermiskoersen. Als die meer opbrachten dan naar de Ronde van Frankrijk gaan, dan bleef hij rond de kerktoren fietsen. En zo heeft hij mogelijks nog wel enkele grote overwinningen laten liggen. De kenners zeggen dat hij de capaciteiten had om de Ronde van Frankrijk te winnen. Waarschijnlijk hebben ze gelijk.”

Rik was op de fiets gene gewone. Maar ook daarbuiten niet. Wat weet je daar nog over?
“Voor hem was de fiets een middel om te ontsnappen aan het gewone leven van schoolgaan, trouwen, kindjes krijgen en werken tot je pensioen. En dat had hij al zeer snel begrepen. Je moet weten, hij moest nog negentien worden toen hij de eerste keer de Belgische driekleur won. Dat was al zeer, zeer uitzonderlijk. Renners en supporters eerden hem om zijn talent, de vrouwen omwille van zijn charisma. Als ik mijn tantes mag geloven gingen zij buiten kijken als Rik aan het trainen was. Hij was een grote kerel, stevig gebouwd, knap gezicht, altijd aanspreekbaar en erg succesvol. Tja, de dames waren dus niet weg te slaan als Rik in de buurt was. En dat vond hij ook niet bepaald vervelend.” (lacht)

Vrouwen hebben ook wel een rol gespeeld in de jaren na de koers.
“Niet alleen na de koers, denk ik. (lacht) Maar daar weet ik het fijne niet van. Dat is ook geen onderdeel van de expo. Maar het klopt wel dat er over Rik altijd wel iets te vertellen viel. Zijn huwelijk liep stuk, er zou sprake zijn van een buitenechtelijk kind, zijn huis is een keer afgebrand, en door drank en vrouwen geraakte hij ook zijn spaarcenten kwijt. Dat verklaart waarschijnlijk ook een deel van zijn bekendheid. De boekjes van nu zouden er van smullen. (lacht) Maar we houden liever het wielerfenomeen in ere en de lieve, aangename man die hij ontegensprekelijk was. Dat kan mijn grootvader zeker beamen maar dat heb je later ook gemerkt als mannen als Van Looy en Merckx over Van Steenbergen praatten. Dat was altijd met het grootste respect.”

Veel oudere wielerliefhebbers gaan heel zeker de weg vinden naar het Heemmuseum van Arendonk. Maar kan de jeugd er ook iets opsteken?
“Heel zeker. Rik heeft altijd zijn eigen pad gevolgd. Niet per se wat voorbestemd was. Dat ging letterlijk en figuurlijk met vallen en opstaan. Hij wist dat hij met zijn grote droom zijn brood kon verdienen. Maar daarvoor moest getraind worden. Dat kwam niet uit de lucht vallen. Maar daarnaast was hij, zoals gezegd, altijd vriendelijk en beleefd. Ongetwijfeld heeft Rik op die manier vele wielrenners van latere generaties geïnspireerd. En ik ben overtuigd dat hij dat vandaag richting de jeugd nog altijd kan.”

MEER INFO:
‘Rik 100’ loopt elke laatste zondag van de maand in het Heemmuseum in Arendonk. Tot oktober 2025 kan je er terecht tussen 14 en 17 uur. Inkom: 3 euro.

Foto’s: Peter Meulemans en Heemkring Arendonk

Meer lezen van Peter Meulemans
Meer lezen over
sport

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.