Bijzondere plaatsen

Krawatencross: 'Een crossparcours opbouwen, duurt zo'n drie weken'

Gepubliceerd: 27 januari 2022  |  Door: Bert Huysmans  |  Onderox editie: 216

LILLE — De 31ste editie van de Krawatencross in Lille zal op zondag 6 februari dan toch mét publiek kunnen plaatsvinden, met maximaal 5.000 toeschouwers. De parcoursbouwers, die zijn al twee weken aan de slag. Maar hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk, zo’n veldritparcours maken? Wij vroegen het aan Jef Van den Broeck, opperkrawaat en voorzitter van de organiserende wielerclub.

In 1991 organiseerden jullie voor het eerst een cyclocross. Hoe ging dat toen? 
Jef Van den Broeck: “Dat was een cross voor de categorie die nu de elite zonder contract is. Van veel voorbereidend werk was er toen nog geen sprake. We stonden hier ’s ochtends met een auto vol paaltjes en lint. ’s Namiddags was het dan cross. (lacht) Ongelooflijk toch, als je daar nu op terugkijkt. Het parcours was destijds niet eens helemaal omheind. Dat was nog een beetje op goed geluk dat er beslist werd aan welke boom je moest omdraaien. Daar hingen we dan linten. Maar als je van slechte wil was, kon je hier en daar wel eens een hoekje afsnijden. Nu is het uiteraard helemaal afgezet.”

Was die beginperiode te vergelijken met de crossen van de afgelopen jaren?
“Nauwelijks. Dat is stilaan gegroeid allemaal, wat logisch is. In het begin gingen we zelf mee piketten zetten, tussendoor reden we een cross en in de namiddag stonden we als garçon te werken in het standgebouw. De eerste tentjes waren die van enkele verenigingen uit de buurt, allemaal heel klein. De eerste publiekstent was een paar vierkante meter groot, gezet door Luc Herygers (broer van Paul, nvdr.). Daar kon je dan wat drinken kopen. Een jaar later zette hij er dan een frietkraam naast, want ook dat was er nog niet. Later hebben wij als organisatie muziekgroepjes laten komen om voor extra ambiance te zorgen.”

Hoe wordt zo’n parcours uitgetekend?
“Dat is een heel team dat daar voor instaat, onder leiding van Jan Laenen. Jan is onze oudste vrijwilliger (75 jaar, nvdr.) en al jaar en dag onze vaste parcoursbouwer. Zijn team tekent alles uit door op de Lilse Bergen rond te gaan en te kijken welke passages ze kunnen gebruiken. Zij bouwen ook alles op. Elke scherpe rand krijgt een stootkussen en de poten van de nadars moeten afgeschermd worden zodat het volkomen veilig is voor de renners. Niet eenvoudig op een parcours van in totaal 2.960 meter. We krijgen daar elk jaar veel complimenten over. Het parcours wordt zelfs nog helemaal met de hand afgeborsteld.”

Excuseer?
(lacht) “Met de hand ja. Eerst haalt iemand met een rijf al het vuil, de losse takken en zelfs de dennenappels weg, daarna gaat een andere persoon met de keerborstel erover. Om maar te zeggen, er wordt met de nodige zorg mee omgesprongen.” (lacht)

Hoe lang duurt het om alles op te bouwen?
“De laatste jaren zijn we daar met een team van een tiental personen drie weken aan bezig. En dan tel ik de week nog niet mee waarop alles afgebroken wordt.”

Is het een lastige opdracht om het parcours uit te tekenen?
“Er komt alleszins heel wat meetwerk bij kijken. Maar gelukkig is de Lilse Bergen een ideale locatie. Je hebt hier enorm veel mogelijkheden om technische stukken in te bouwen, om een keer over een heuvelrug te fietsen, op en af een zandberg te gaan,… Het levert ook altijd mooie tv-beelden op. We blijven nu langs één kant van het water. Met kampioenschappen zijn we in het verleden wel eens rond de vijver gegaan. Zo zijn we ook begonnen. In 2004 zijn we zelfs één keer over de kleine vijver gegaan, om wat extra spektakel te bieden. Als we rond de vijver gaan, hebben we meer opties om het publiek beter te verspreiden over het parcours. Maar aan de andere kant van de vijver is een zone waar er weinig te beleven valt voor de parcoursbouwers, er zijn daar alleen enkele modderstroken.”

Is het parcours wel lastig genoeg, aan deze kant?
“Wij zijn nu eenmaal een snel parcours. Het karakter van de Krawatencross ligt ‘m in de zandstroken en de technische passages in het bos. We bieden veel variatie. Veel technische stukken, maar ook passages waar je je kracht goed kwijt kan. Die afwisseling maakt het voor renners én kijkers interessant. Vuil worden de renners eigenlijk niet. De materiaalpost wordt nauwelijks gebruikt, alleen bij pech. Wij kiezen zoveel mogelijk voor natuurlijke hindernissen. Al hebben we wel balken en een brug waar de renners moeten afstappen om trappen te doen. Maar die gebruiken we vooral om voor het publiek de verbinding te maken tussen het strand en de verharde aankomstzone. Dat is een stuk veiliger. Maar er zitten zeker pittige stukken in hoor. Als je naast de vijver rijdt, waar het heel drassig is en je moet bijvoorbeeld omhoog het bos in. Dat is een verschil van zes à zeven meter. Dat lijkt weinig, maar dat kruipt wel in de benen, dat kan ik je verzekeren.”

En het weer, heeft dat zijn invloed?
“Niet of nauwelijks. Het mulle zand wordt bij regen harder en dus makkelijker berijdbaar. Wat wel zijn invloed heeft, is de wind. Die kan ervoor zorgen dat de waterlijn 10 tot 15 meter opschuift. Vorig jaar stond zo de materiaalpost onder water. Die hebben we twee keer moeten verplaatsen.”

MEER INFO
www.krawatencross.be
De wedstrijd zal live te volgen zijn op Sporza, op radio en televisie.
Tickets zijn te verkrijgen via deze link.

Meer lezen van Bert Huysmans
Foto's gemaakt door Romi Vosters
Meer lezen over
sport

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.