Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
MOL/LIER – Sinds 1991 was Carl Van Eyndhoven (65) de meer dan gewaardeerde en (inter)nationaal geroemde beiaardier. Zijn klingelende klokken, soms speels vergezeld door de notenbalken van andere topmusici, verheugden decennia lang al wie door de Molse straten flaneerde of een stekje innam in een of andere luistertuin. Maar de 49 klokken in de Molse kerktoren geeft hij nu wat graag door aan een nieuwe hemelbestormer: de 24-jarige Jasper Depraetere uit Lier/Berlaar.
Mol heeft toch best een aardige traditie als het over beiaards gaat. In het centrum rinkelen de klokken al sinds 1951. In de Postelse norbertijnenabdij was er al een beiaard sinds 1630. Al moesten de paters tijdens de Franse Revolutie wel even alle klokken ondergronds begraven in het naburige, Nederlandse Weebosch. In het centrum is Carl Van Eyndhoven sinds 1991 pas de tweede beiaardier omdat zijn voorganger Frans Vos zo goed als onvervangbaar was. En nu heeft Carl, de tijd gaat snel, diezelfde status bereikt. Eentje die hij wel met veel plezier doorspeelt aan zijn oud-leerling, die zelf al de nodige adelbrieven kan voorleggen. Hij mag het ook gerust een kwarteeuw uitzingen.
Carl, jij zit zo in het lokale, collectieve geheugen, maar ben jij een geboren en getogen Mollenaar?
Carl Van Eyndhoven: “Eigenlijk niet, ik weet dat er mensen zijn met dezelfde familienaam en dat zou verre familie kunnen zijn, maar dat weet ik dus niet. Ik ben eigenlijk afkomstig van Oostmalle. Ik heb wel 25 jaar — met veel plezier trouwens — in Mol gewoond. En tegenwoordig ben ik woonachtig op het Antwerpse Zuid. Maar ik zak nog geregeld af naar Mol. Zoals je nu ziet.”
Iemand met jouw lentes op de kerfstok kiest in zijn jeugd toch voor de gitaar of voor een drumstel?
“En toch koos ik als snotterke voor de piano. Maar ik raakte al snel gefascineerd door het orgel. Die enorme mogelijkheden dat een kerkorgel biedt, dat boeide mij enorm. Ook qua geluid in zo’n imposante ruimtes. Dus ging ik aan het Lemmensinstituut orgel en muziekpedagogie studeren. Zal ik je trouwens tussendoor een primeurtje vertellen? In de centrumkerk van Mol is men bezig aan de opbouw van een nieuw orgel. Het is te zeggen, het was een orgel dat oorspronkelijk in Zwitserland stond. Op 26 mei moet het normaal ingespeeld worden. En ook het oude orgel wordt heropgebouwd zoals het in de zeventiende eeuw bestond. Daarmee zou het een van de oudste orgels in Europa zijn.”
Jij bent hier altijd kind aan huis geweest?
“Inderdaad! Ik had zeer goede contacten met mijn voorganger, Frans Vos, en ook met het gemeentebestuur heerste er altijd een goede sfeer.”
Naar boven in die toren, dat is wel een fikse ‘col’. Een fraaie klus om telkens de top te bereiken?
(lacht) “Via de trap is dat inderdaad nogal wat. Maar daar hoort een bepaalde techniek bij. Ik ben vaak naar boven geweest met mensen die veel sportiever waren dan ik, maar dat trappenlopen vergt dus z’n eigen techniek. Je moet dat rustig doen, niet willen tonen dat je de fitste bent. Gelukkig is er in 1967, uit respect voor Frans Vos, een lift gekomen.”
Naast de muzikale kennis en kunde, het blijft toch een fysieke arbeid om die klokken in beweging te krijgen?
“Ja en neen. De zwaarste klok hier weegt drie ton, de kleinste acht kilo. Maar spelen vergt meer techniek dan pure power. Je speelt vanuit je pols, maar kijk, je kweekt natuurlijk wel wat eelt op je vingers.”
Jij hebt ook iets met de Hongaarse componist Béla Bartok?
“Dat is als componist mijn absolute favoriet! Ik ben momenteel dan ook voorzitter van het Belgische archief. En ik zak geregeld af naar Budapest.”
Daar boven genoot je ook steevast van samenspelen met andere musici…
“Ja! Geweldig om te doen. Samen optreden met koperensembles of een pianist, een accordeonist, een gitarist… Geweldig. Trouwens in Mol alleen al lopen er een aantal geweldige musici rond. Ook een rondje jazz gaat me trouwens bijzonder goed af. Nabij Lyon heb ik ooit eens vijf dagen jazznummers gespeeld. Er is toen zelfs een cd opgenomen. Als jonge gast deed ik dat wel meer, met een combo een avondje jazz brengen.”
Ga je de mooie panorama’s niet missen?
“Tja, je kon bij helder weer echt wel ver kijken, richting Limburg zag je zelfs de terrils van de Beringse koolmijn. Ik blijf zeker nog wel terugkomen. En ik blijf nog actief, want ik ben nog een paar jaar stadsbeiaardier in Tilburg. En thuis oefen ik nog elke dag op orgel en beiaard. Kwestie van het gevoel van finetunen toch in de vingers te houden. En vooral omdat ik het zo graag doe!”
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.