Bijzondere plaatsen

Ezaartse molen krijgt een nieuw kostuum

Gepubliceerd: 24 mei 2022  |  Door: Jef Aerts  |  Onderox editie: 220

MOL – Via Onroerend Erfgoed kan de Ezaartse windmolen, een bovenkruier/grondzeiler uit midden 19de eeuw rekenen op een geldelijke ondersteuning van net geen 74.000 euro. Van die centen kunnen de roeden weer op de molenterp gelegd en vervangen worden. Zowel binnen als buiten wordt de cementpleister vervangen, waarna de buitenzijde weer het karakteristieke likje witte verf krijgt. Huidig molenaar Ivo Hooyberghs (57) en zijn voorganger Fernand Huysmans (73) zijn best tevreden met deze gang van zaken.

Ooit kende Mol maar liefst zeven windmolens. Molenaars waren ‘seigneurs’ waar de lokale agrariërs de oogsten van hun akkers in de vorm van koren, haver, tarwe, gerst… ‘zakgewijs’ naartoe brachten om er tussen de vlijtige molenstenen vermalen te worden. De geschiedenis oogstte ook, vooral dan in de vorm van molens. De ‘Laatste der Molikanen’ is sinds 1960 een beschermd monument. Sindsdien maakte hij soms moeilijke tijden door, maar intussen steekt hij nog altijd de wieken boven het maaiveld. En gezien de huidige perikelen in de graanschuur van Europa, zou dat voor onze boterham geen slechte zaak zijn.

Fernand, noblesse oblige, hoe lang was jij hier molenaar?
Fernand Huysmans: “Ik ben bijna dertig jaar molenaar geweest. Ik ben in 1986 begonnen. Toen had ik al mijn stage gelopen bij Karel Heuvelmans in Meerhout. Karel Staes was hier eerst molenaar, toen de molen voor het eerst gerestaureerd was in 1984. Maar uiteindelijk bleef ik over.”

Aan die restauratie gaat wel een heel merkwaardig verhaal vooraf…
Fernand: “Ik zal het verhaal kort samenvatten. In 1957 knakte een zware storm de kap – bijna – van de molen. Malen werd er niet meer gedaan. Wel was er nog even jeugdclub De Piep gehuisvest en daarna begon het verval. Voor de lokale jeugd werd het een speeltuin tot dat erg gevaarlijk werd. In 1983 kalkte Sus Luyten (later drie legislaturen burgemeester van Mol, nvdr.) in het groot ‘HELP’ op de groene molenromp. Meteen plakten enkele lokale grappenmakers daar ‘de Susjalisten’ onder. Het was meteen de start van ‘De Vrienden van de Molen’. Ik was daar lid van. Er werd een heuse brochure geschreven en jaarlijks waren er driedaagse Molenfeesten. Daar was vanalles te beleven. Miel Cools kwam optreden, bekende schilders zetten hun ‘ezels rond de molen’ en hielden er meteen een tentoonstelling, de pastoor hield zijn zondagse hoogmis op de molenberg en met Pasen werden er eitjes en speelgoedbeesten uitgeworpen… Het krioelde altijd van het volk. Met die centen konden de eerste werken betaald worden.”

Ivo, hoe ben jij hier molenaar geworden?
Ivo Hooyberghs: “Dat is de schuld van Fernand! (glimlacht) Ik werkte indertijd als smid voor de gemeente en ik moest geregeld opdraven om karweien aan het ijzerwerk op te knappen. Die werking van een oud, technisch vernuftig gebouw sprak me aan en ik startte een cursus molenaar. Mijn stage heb ik hier, bij Fernand gedaan. En ik heb hem opgevolgd.”

Wat is nu eigenlijk het leuke aan molenaar zijn?
(in koor) “Het vrij en ongedwongen werk en vooral het contact met de mensen. En dat op veel vlakken. Je hebt de klanten waar je uiteraard goede contacten mee hebt, maar op geregelde tijdstippen komen er scholen en andere groepen langs voor een rondleiding en dat maakt het levendig.”

Je zei daar: klanten. Komen er nog steeds mensen hun graan op de molen laten malen?
Ivo: “Zeker weten! Voor corona had ik nog vijftien ton gemalen. Het begint nu weer aan te trekken. Geregeld maal ik nu ook voor het Bakhuisje, hier vlakbij. Doe ik graag, want ze bakken lekkere zaken en ik mag mee proeven!”

Fernand, jij had nog een leuke anekdote over één van jouw trouwe klanten?
Fernand: “Ja, ik was goed bevriend met Gustje, een lokale boer. Hij bracht met zijn houten kruiwagen à la Bokrijk telkens een zakje graan en hij nam een zak gemalen graan mee terug. Gustje was de meest goedlachse kerel die je je kan voorstellen. Op een moment, op het einde van het jaar, had hij een fles jenever meegebracht om te klinken. We klonken en we klonken…Het werd plezant en we begonnen luidkeels te zingen. Tot zelfs een buurvrouw kwam vragen wat er aan de hand was. Gustje moest geregeld gaan plassen, maar op een gegeven moment kwam hij niet terug. Ik ging hem zoeken en vond hem, spartelend op de steile kant van de molenberg. Ik heb Gustje dan maar op zijn kruiwagen gehesen, samen met zijn zak graan, en heb hem thuis afgezet.”

Heren molenaars, wat moet er met de gulle giften nu gebeuren?
Ivo: “De wieken gaan er helemaal af en worden integraal hersteld. Hoe en waar weten we nog niet. Gaan ze ter plaatse onder handen genomen worden? Of worden ze afgevoerd? Dat zal nogal een speciaal transport worden. En het pleisterwerk aan de binnenkant en aan de buitenkant wordt vernieuwd. Daarna krijgt de buitenkant een schilderbeurt.”

Hoe zit het eigenlijk met de opvolging? Zwemmen er nog jonge molenaars in het meel?
Ivo: “Op dit moment is er Dirk die bij mij stage loopt. Maar je weet nooit waar hij daarna naartoe trekt. Ik hoop persoonlijk nog een opvolger te vinden binnen het gemeentepersoneel. Want het gemeentebestuur is onze werkgever. Ik heb er nog geen, maar ik blijf speuren!”

MEER INFO
In de Ezaartse molen is elke vrijdag een molenaar aanwezig. En hij kan bezocht worden op elke laatste zondag van de maand, tot eind september.

Meer lezen van Jef Aerts
Meer lezen over
geschiedenis

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.