Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
WEERT – Nederlands Limburg vereenzelvigen we met heuvels en dalen omdat we dan denken aan de streek rond Valkenburg en Maastricht. Maar de provincie is groter dan Zuid-Limburg alleen. Midden-Limburg bijvoorbeeld is een prachtige streek waar het vlak fietsen is. Hun Limburgse vlaai kreeg eerder dit jaar een officiële erkenning en die gaan we natuurlijk proeven.
Het is het weekend van de fietsklassieker Amstel Gold Race wanneer we afreizen naar Nederlands Limburg. Wanneer jij deze regio associeert met steile heuvels à la Cauberg, Bemelerberg en Keutenberg, is deze koers waarschijnlijk een van de redenen. Met een goede e-bike zijn ze wel te beklimmen, maar doorgaans wil een recreatieve fietser iets anders: vlak tot licht glooiend. En dat landschap is ook ruimschoots voorhanden.
LEKKER WEER
Wanneer ik ’s morgens de gordijnen van de hotelkamer openschuif, kijk ik vanuit de derde verdieping uit over het omliggende landschap. De zon doet flink haar best om het hoge wolkendek te verdrijven en zal daar weldra ook in slagen. Het belooft een mooie dag te worden en de temperaturen zullen boven de 20°C klimmen. Na het ontbijt neem ik de fiets uit de fietsenstalling en haal het plannetje boven van de 65 km lange tocht die voor vandaag op de planning staat. Die zal me helemaal tot in Thorn brengen, het witte stadje aan de Maas.
LANGE VAART
Al snel laat ik de drukte rond het hotel achter me en fiets over rustige wegen. Maar niet voor lang, want de 72 meter hoge toren van de Martinuskerk van Weert komt al in zicht. Via de Zuid-Willemsvaart fiets ik het stadje binnen. Het kanaal werd begin 19de eeuw gegraven en is bijna 122 km lang. Het verbindt de steden Maastricht, Maasmechelen, Bree, Weert, Helmond en Den Bosch. Destijds werd het vooral gebruikt om goederen te vervoeren, maar ook passagiersboten maakten er gebruik van. Met de komst van treinen en streektrams verdween deze functie. Tegenwoordig zijn de jaagpaden verhard en wordt er langs de oevers veel gefietst. Nog andere sporters maken gebruik van deze infrastructuur. In de verte zie ik een roeier snel dichterbij komen.
WIEËRT
Zaterdagochtend is het markt in Weert en een bonte verzameling van kramen heeft de centrumstraten in beslag genomen. We nemen de fiets bij de hand en wandelen langs kaas- en bloemenkramen, groenten- en fruitgrossisten en langs een kraampje waar je tickets koopt voor een lokale musical. Bij een fruitkraam volgen we een gesprek tussen koper en verkoper, maar moeten moeite doen om hen te verstaan. De voertaal hier is duidelijk Limburgs. De fruitboer lacht wanneer ik hier iets van zeg. “Ja, wij spreken Limburgs maar in elke regio is dat nog eens anders. Wij hebben nog een ander dialect dan bijvoorbeeld iemand uit Maastricht of Sittard.” In elk geval wordt Weert hier uitgesproken als Wieërt, zo kon ik lezen op het gemeentebord bij het binnenrijden van het stadje. Met wat extra fruit in de fietstas fiets ik de stad uit voor het vervolg van de route. Ik maakte wel eens mee dat in Nederlandse steden de knooppuntenbordjes moeilijk te volgen waren, maar dit is zeker niet het geval in Weert. Ook zonder GPS volg je moeiteloos de aaneenschakeling van fietsbordjes. Ofwel zijn ze nog niet zolang geleden geplaatst, ofwel zijn ze allemaal pas gepoetst, want ze glimmen in de zon.
WITTE GOUD
Op het Limburgse platteland vallen meteen de uitgestrekte aspergevelden op. Van ver zie je het witte plastic op de aspergeheuvels blinken. Tweederde van de Nederlands asperge-oogst komt uit deze streek. Begin vorige eeuw waren er grote kale zandgronden waarmee de boeren niet goed wisten wat ermee gedaan. Net in deze zandgronden gedijt de asperge goed. Daarnaast waren er veel grote katholieke gezinnen die goedkope arbeidskrachten konden leveren voor de oogst. In het Duits Ruhr-gebied vonden de telers een belangrijke afzetmarkt voor het witte goud. En zo is Limburg uitgegroeid tot dé Nederlandse aspergeprovincie.
WITTE STADJE
Over wit gesproken. Thorn komt in zicht, de gemeente die de bijnaam ‘het witte stadje’ draagt. Maar eerst fiets ik ter hoogte Kessenich nog even over Belgisch grondgebied. Niet dat je hiervoor een vroegere douanepost of zelfs maar een grenspaal voorbij moet. De meest opvallende verandering is de kleur van de fietsbordjes. In plaats van groene cijfers op een witte achtergrond, worden het witte letters op een blauwe achtergrond. Inderdaad, de bekende knooppuntenborden van Belgisch Limburg. Na amper enkele kilometers zitten we weer in Nederland en fiets ik even langs de Maas. Enkele jongelui hebben hun sup-board bovengehaald en demonstreren hun kunsten op het water. Via een brede laan, omzoomd met statige bomen, fiets ik Thorn binnen. Voor het eerst vandaag moet ik ook een beetje klimmen om dan helemaal tot bij de kerk te komen. Het wegdek bestaat uit kleine kasseien en mijn fiets dokkert heen en weer. Dat van het witte stadje klopt: zowat alle huizen in het centrum zijn witgekalkt. Voor tekst en uitleg stap ik het VVV-kantoor binnen, dat onder hetzelfde dak huist dan Museum Thorn.
RAMEN DICHTGEMETSELD
Mijn vraag over het waarom van de witte gevels brengt een glimlach op het gezicht van de baliemedewerkster. In zichzelf denkt ze wellicht: ‘hier heb je er weer eentje’. Ze komt achter haar bureau vandaan en neemt me mee naar een levensgroot infobord, waarop het fenomeen staat beschreven. Ik vat even samen. In de Franse periode, einde 18de eeuw, brak voor de inwoners een moeilijke tijd aan. De kloosterlingen voor wie ze werkten, werden verjaagd en de kerk en het abdissenpaleis afgebroken. Ze verloren niet alleen hun inkomen maar moesten aan de Fransen ook belastingen betalen. Die werden berekend op het aantal ramen aan de straatkant. Veel inwoners konden die belasting niet betalen en metselden ramen dicht. Omdat ze zich hiervoor schaamden, begonnen ze hun huizen wit te kalken zodat het minder opviel. En dat zijn ze dus in Thorn blijven doen. Niet alle huizen zijn wit. In de andere woonden destijds rijke mensen die de belasting wel konden betalen. “Loop maar eens even rond”, zegt de VVV-medewerkster. “Je ziet nog overal de littekens van de dichtgemetselde ramen.”
MINIATUURVERSIE
Haar collega nodigt me uit om eerst ook even het museum te bezoeken. Via een automatische schuifdeur betreed ik een ruimte met aan de muren talrijke kunstwerken. “Dat zijn allemaal werken van lokale kunstenaars, ook amateurs, of kunstwerken die Thorn als thema hebben”, legt mijn gids uit. Verder zie ik in vitrinekasten kledij van de adellijke stiftsdames die vroeger het stadje welvaart brachten, archeologische vondsten en oude oorkondes. Helemaal achteraan staat achter glas en op een draaiende plaat een miniatuurversie van Thorn. “Acht jaar is hieraan gewerkt”, vertelt de museummedewerkster. “Hier zie je op schaal 1/100ste een 3D-voorstelling van onze stad.” De heerlijke zon lokken toeristen naar de terrasjes. Ik doe vrolijk mee en installeer me bij Brasserie De Wijngaard.
LIMBURGSE VLAAI
Het tweede deel van de rit verloopt even gemoedelijk als het eerste. Opnieuw fiets ik van gehucht naar gehucht over rustige en vlakke wegen. Bij een horecazaak passeer ik een bord dat reclame maakt voor koffie en vlaai voor maar 3,50 euro. Te oordelen aan de rommelige parking en de gesloten rolluiken is de zaak al enige tijd dicht. Maar het doet me er wel aan denken om niet naar huis te gaan zonder een stuk echte Limburgse vlaai te hebben gegeten. Begin dit jaar erkende de Europese Commissie de Limburgse vlaai als Beschermde Geografische Aanduiding. Dat betekent dat enkel vlaaien die zijn vervaardigd in Nederlands of Belgisch Limburg en die voldoen aan een aantal strikte kwaliteitskenmerken, mogen worden verkocht als Limburgse vlaai. “De vlaai heeft een gebakken gistdeegbodem van maximum 1 cm en kan allerlei vullingen bevatten zoals fruit, rijstpap, crème”, legt de bakkersvrouw me uit wanneer ik onderweg stop voor een spie. “De vulling en afwerking worden altijd meegebakken. Een kleine vlaai van 10 cm diameter weegt minimaal 140g, een grote van 30 cm minimaal 1,4 kilo. De vlaai wordt tot 24 uur na het bakken verkocht en mag niet diepgevroren worden.” Ik bestel er eentje met pudding en crumble en die laat zich prima smaken.
PIDCOCK
Het laatste stuk heb ik wind op kop, maar met de energie van de vlaai vormt dit geen probleem. Moe maar voldaan parkeer ik mijn fiets weer in de fietsenstalling van het hotel. Om de dag helemaal compleet te maken bestel ik ’s avonds asperges en die worden mals en met een botersaus geserveerd. Een dag later zie ik op tv Thomas Pidcock de Amstel Gold Race winnen na een spannende finale over de Limburgse heuvels. Geef mij toch maar het vlakkere deel van de provincie.
MEER INFO
www.happyweekends.be
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.