Bijzondere plaatsen

30 keer fietsen door Midden-Nederland

Gepubliceerd: 28 maart 2024  |  Door: Paul Huysmans  |  Onderox editie: 240

MIDDEN-NEDERLAND – Harry Bunk (59j.) is in Nederland een naam als een klok wanneer het over fietsboeken gaat. Bijna dertig jaar lang al schrijft hij wandel- en reisgidsen voor de ANWB en andere instanties en organisaties. Voor de Vlaamse Uitgeverij Lannoo schreef hij het nieuwe ‘Knooppunter Fietsboek Midden-Nederland’, dat eind april verschijnt. Zijn favoriete regio? “De Achterhoek, zo heerlijk rustig.”

In België ben je minder bekend. Dus wie is eigenlijk Harry Bunk?
Harry Bunk: “Ik ben afkomstig van een dorp in de buurt van Rotterdam en studeerde geografie. In de jaren ’80 was er weinig werk en tot mijn dertigste had ik verschillende baantjes. Via een vriend ben ik de boekenwereld ingerold, meer bepaald bij de ANWB (te vergelijken met onze VTB/VAB, nvdr). Daar leerde ik wat erbij komt kijken om fiets- en wandelroutes te maken, reisgidsen te schrijven en redactiewerk te doen. Maar wel altijd op freelance basis, want dan hou je je vrijheid. Daarna ben ik dit werk ook gaan doen voor andere uitgeverijen en organisaties zoals Staatsbosbeheer. Ik schrijf, ik vertaal, ik redigeer, ik maak op in InDesign. Dus eigenlijk het hele proces vanaf het schrijven tot en met het afleveren van het boek bij de drukker. Daarnaast heb ik vijftien jaar in de fietsvakanties gezeten. Ik werkte voor FietsRelax, een kleine organisatie in Nederland, en zat meestal in Frankrijk. Ons werk bestond uit tenten bouwen, bagage vervoeren, fietsen verhuren en problemen oplossen. In het begin verbleef ik het hele vakantieseizoen op een camping, tussen de klanten. Later draaide ik alleen in het begin van het seizoen en leidde dan nieuwe reisbegeleiders op. Dit deed ik tot zo’n tien jaar geleden, toen het bedrijf werd verkocht. Tegelijk stortte toen ook de reisgidsenwereld wat in, waardoor ik momenteel veel minder voor mijn werk op pad ben. Maar ik zit nog wel veel op de fiets. Neem ik de koersfiets, dan zit ik zo bij de molens van Kinderdijk en het weidse groen van het polderland. Prachtig!”

Je woont in Midden-Nederland, kent het boekenvak en fietst graag. Het stond dus in de sterren geschreven dat jij het nieuwe Knooppunter Fietsboek Midden-Nederland zou gaan schrijven.
“Ik werkte dus veel voor de ANWB en zat daar dicht bij de fietsredactie. Zo ben ik ook wel eens betrokken geraakt bij de plannen die Lannoo destijds had om de Knooppunters naar Nederland te brengen. Dat is echter nooit doorgegaan. Via een omweg kwam Lannoo nu toch weer bij mij uit en heeft de uitgever me alsnog binnengeluld. (lacht) Waarbij een grote rol speelde dat ik een jaar de tijd zou hebben. Dat is ook wel nodig, want aan het maken van zo’n boek heb je heel veel werk.”

In totaal beschrijft het boek dertig fietsroutes van een vijftigtal km in de provincies Zuid- en Noord-Holland, Utrecht en Gelderland. Heb je die regio zelf bepaald?
“Ik mocht zelf de grenzen bepalen en nam als uitgangspunt dat de routes met elkaar een goed beeld moesten geven van Midden-Nederland. Alle landschapstypen, de mooiste stadjes en de leukste verrassingen moesten waar mogelijk aan bod komen. En ik wilde ook dat elke route op zich zoveel mogelijk variatie zou bieden. Zo gaan de routes op de Veluwe niet alleen door bossen en heide, maar probeer ik waar mogelijk ook een leuk stadje of mooi rivierdal mee te nemen.”

Je maakt al zolang fietsboeken en bent al zoveel jaren met de fiets onderweg. Heb je dan toch nog nieuwe plekken ontdekt?
“Ik ken zeker niet elk fietspad in Nederland, maar globaal weet ik altijd waar ik ben en waar ik heen ga. Bij het fietsen voor dit boek kreeg ik in elk geval vaak een déjà-vu gevoel. Wel kan het zijn dat ik al 20 jaar niet meer in een dorp of stad ben geweest, waardoor ik me toch weer laat verrassen. En dat zoek ik ook op: als ik iets niet ken, heb ik daar wel een omweg voor over. Wat ik wel merk is dat het door de jaren heen op heel wat fietswegen steeds drukker is geworden. Zo kan het op zonnige dagen in het weekend in delen van de Veluwe flink druk zijn. Dan ben je bijna aan het filefietsen. Gezellig natuurlijk, want je hebt altijd wel een babbeltje, maar zelf fiets ik in zulke gevallen liever op een stille doordeweekse dag, als ik de paden voor mezelf heb.”

Heb je alle dertig routes uit het boek zelf gefietst?
“Ja hoor. En ik heb ook wel wat rond de routes gefietst om te kijken of daar nog mooie plekken waren. Met het fietsen zelf ben je een hele dag onderweg voor een route van een vijftigtal km. Je hebt ook minstens een dag voorbereiding nodig en nadien nog twee of drie dagen voor het schrijven van de teksten en het selecteren van de foto’s. Een route in het boek is een kleine week werk. Maal dertig routes. Je zal begrijpen dat er heel veel werk in zo’n boek kruipt. Ik fiets doorgaans in mijn eentje omdat je dan het best kunt focussen. Fiets je met anderen, dan let je minder op. Ik doe dat wel eens, maar dan ben ik zo met mijn werk bezig dat anderen me ‘chagrijnig’ vinden. Of in elk geval ‘ongezellig’. Voor het nieuwe boek heeft mijn bonusdochter een dag meegefietst, de route door Waterland. Leuk natuurlijk, maar we hebben zoveel gebabbeld dat ik nadien een deel van de route opnieuw moest rijden.”

Verdient het goed?
“In verhouding met het werk dat je erin steekt, is het zeker geen vetpot. Daarvoor moet je het ook zeker niet gaan doen. Maar je mag wel lekker buiten spelen – en krijgt daar dan ook nog (een beetje) voor betaald. Daarnaast doe ik ander werk dat beter betaalt en zo probeer ik door het jaar heen genoeg te verdienen. En dat lukt nog altijd. Waardoor ik de luxe heb om af en toe zulke fietsboeken te maken.”

Moest je één route kiezen uit het boek die we beslist moeten fietsen: welke is dat dan?
“De tocht van Doesburg naar de Veluwe vind ik een mooie route met twee heel verschillende landschappen en een prachtig stadje. En dan de route rond Kinderdijk, met de wereldberoemde windmolens en de pontjes. Op topdagen in de zomer kan het rond de molens druk worden, maar fiets de polders in en je kijkt uit over eindeloze, verstilde polders. Dat is het landschap waar ik van hou. Een andere favoriet is de Achterhoek. Het coulissenlandschap met boerendorpjes, houtwallen, bosjes en akkers zorgt voor steeds weer nieuwe uitzichten. En je kunt hier nog heerlijk rustig fietsen door een nostalgisch decor.”

Je maakte de routes op basis van de fietsknooppunten. Wanneer Vlamingen in Nederland fietsen, klagen ze wel eens over de signalisatie. Jullie zijn nogal zuinig met de bordjes, vinden wij.
“De fietsknooppunten zijn in principe een fantastische bewegwijzering. Problemen ontstaan wanneer ter plaatse de signalisatie verandert. Pas als alle nieuwe bordjes in het veld staan, worden de online routeplanners aangepast. Een paar jaar geleden zijn de trajecten op de Veluwe veranderd. Afgelopen winter gebeurde dat in de bollenstreek rond Lisse. Dan raak je tijdens het fietsen wel eens in de war wanneer je online je route hebt gepland. Vroeger, voor de komst van de knooppunten, hing Nederland vol met bordjes van ANWB-fietsroutes. Witte bordjes met groene letters, zoals oudere fietsers nog wel zullen weten. België was toen al gestart met het systeem van wandel- en fietsknooppunten. De ANWB had het plan dat ook in heel Nederland te introduceren, maar dat is nooit doorgegaan. In plaats daarvan werd het regionaal opgepakt, waarbij elke regio koos voor zijn eigen systeem. Daardoor was de kwaliteit van de bebording niet overal hetzelfde. Sommige bordjes kon je zelfs met een muntje losschroeven – en kwamen zo aan de muur te hangen van talrijke studentenkamers. Ook sloten de regionale netwerken niet altijd netjes op elkaar aan, waardoor je bij de grenzen rare overgangen kreeg. Die kinderziektes zijn inmiddels gelukkig opgelost. Het hele systeem krijgt van mij nu zeker een 8, of misschien wel een 9! Wel zie je nog regionale verschillen: soms staat er bij elke kruising een bordje, soms staat er alleen een bordje als je moet afslaan. Dus bij twijfel fiets je altijd rechtdoor. Maar bij het tweede of derde kruispunt zonder bordje ga je dan natuurlijk toch twijfelen … (lacht).”

Heb je wel eens in Vlaanderen gefietst?
“Jazeker, maar dat is toch een andere ervaring. Mag ik dat zeggen tegen een Vlaming? Want die bonkende betonbanen en die schreeuwlelijke lintbebouwing … Het oogt wat rommelig allemaal. Ook ik kijk graag naar de Ronde van Vlaanderen op tv, maar zeker niet voor het aantrekkelijke landschap. Overigens zijn er natuurlijk wel mooie fietsgebieden in België, maar dan moet je de weg weten. En dat geldt andersom waarschijnlijk ook als Vlamingen in Nederland komen fietsen. Want ook wij hebben onze eigen lelijkheid. Bijvoorbeeld als de fietsbordjes je door die eindeloze anonieme woonwijken sturen, waar die ene straat precies lijkt op de volgende, en de volgende… Wat dan wel in jullie voordeel pleit, zijn de terrassen. En dan een heerlijk lokaal biertje proeven – tenminste als ik daarna niet nog een pittige helling moet beklimmen. In Nederland let ik daar minder op omdat de terrassen toch allemaal wat meer op elkaar lijken. Wel belangrijk vind ik goede koffie, eventueel met een stuk appelgebak om wat extra energie te leveren. Want de benen zijn duidelijk niet meer zo fris als voorheen. Wat dat betreft ben ik ook blij met de komst van de e-bike. En daar is Nederland ook goed op ingericht: bij veel terrassen kun je tegenwoordig je accu opladen. En soms zijn er ook hulpkisten met gereedschap en een fietspomp. Op die manier lokken de horecabazen de grijze golf van fietsers, waaronder ook ik dus inmiddels, naar hun cafés en restaurants.”

Het Fietsboek Midden-Nederland is voor jou klaar en verschijnt eind april. Wat is het volgende?
“De maanden voor de zomer zijn altijd erg druk. Ik ben nu tegelijk bezig aan een achttal grote en kleine klussen voor verschillende opdrachtgevers. Lannoo heeft gevraagd om voor 2025 een Knooppunter-fietsboek te maken over Noord-Nederland. Dat ga ik doen samen met een collega, waardoor we het werk kunnen verdelen. Zodra het fotoweer wordt, zijn we weg. De fotografie is heel belangrijk voor zo’n boek. Daar hou ik rekening mee wanneer ik ga fietsen. Het voorjaar is de mooiste periode, wanneer het koolzaad en het fluitenkruid in bloei staan. Het liefst fiets ik daarom in april, mei en juni. Het gras is dan extra groen, de lucht extra blauw, de wolken extra wit.”

WIN! WIN! WIN!
Onderox Magazine mag drie exemplaren van het Knooppunter Fietsboek Midden-Nederland weggeven. Je kan er één winnen door hier de wedstrijdvraag te beantwoorden. Deelnemen kan t.e.m. zondag 14 april 2024.

www.knooppunter.com

MEER INFO
www.happyweekends.be

Meer lezen van Paul Huysmans

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.