Wereldreizigers

"Voor de Kempense vergezichten laat ik Oostenrijk graag even achter"

Gepubliceerd: 28 maart 2024  |  Door: Nele Caeyers  |  Onderox editie: 240

VORSELAAR/OOSTENRIJK — Sinds 1967 trok de familie (aan vaders kant) van Tom Dumon (43) uit Vorselaar naar Gasthof Hechenmoos in Oostenrijk. Niemand had ooit kunnen denken dat er iemand zou blijven plakken.

En toch was dat het geval, niet?
Tom Dumon: “Ons gezin ging inderdaad altijd op skivakantie met de familie van mijn moeders kant. We trokken gewoontegetrouw naar het noorden van Italië. Toevallig belandden we midden jaren 2000 toch een keer in het Oostenrijkse Gasthof Hechenmoos in Aurach bei Kitzbühel, waar de familie langs vaders kant al jarenlang vaste klant was. Ik viel er als een blok voor de dochter des huizes, Birgit Pfisterer. Niet gepland en al helemaal niet vanzelfsprekend, natuurlijk, het is niet zomaar het hoekje om. Maar onze relatie bleef toch duren. In het begin reden we heel vaak over en weer, zowel zij als ik. Als je jong bent, heb je er wat voor over. Maar na een tijdje beseften we toch dat het zo geen leven was. Op een keer viel ik zelfs half in slaap op de autosnelweg. Het was file en ik werd wakker van getoeter achter mij. Ik had niet gezien dat we terug konden rijden. Geen gevaarlijke situatie dus, maar toch genoeg om ons te doen nadenken.”

Was het dan vanzelfsprekend dat jij zou verhuizen?
“Neen. Ik had een supertoffe job met geweldige collega’s. Ik ben industrieel ingenieur en had echt mijn draai gevonden als project manager. Verder had ik ook een ruime, hechte vriendengroep en uiteraard de familie. Het was dus geen gemakkelijke keuze. Maar naar Vlaanderen verhuizen was voor Birgit nog minder een optie. Haar vader overleed toen ze nog heel klein was, haar moeder hield het gasthof recht, later met de hulp van Birgit. In 2007 nam Birgit het gasthof over maar toen was het vakantieverblijf echt gedateerd. Grondige renovaties waren broodnodig om nog aan de huidige standaarden te voldoen. Voor Birgit was het duidelijk, in haar hoofd had zij geen andere keuze: ze moest blijven om het werk van haar familie verder te zetten. In 2009, eind oktober, ben ik uiteindelijk naar Oostenrijk verhuisd. In 2015 zijn we getrouwd en ondertussen zijn er ook twee kinderen: Marie en Louise. Die zijn nu vijf en zeven jaar oud en perfect tweetalig. Ik spreek alleen Nederlands met de meisjes, vertel ze Nederlandse verhaaltjes en we bekijken samen ook Nederlandstalige films. Nu ze wat groter zijn en zelf hun weg vinden op het internet, merk ik dat ze spontaan Nederlandse dingen zoeken op Netflix, bijvoorbeeld. Het feit dat ze Nederlands spreken, maakt ook het contact met de familie in de Kempen makkelijker. Lezen en schrijven is moeilijker, maar dat is voor later, ze zijn nog jong. Ze moeten eerst het Duits onder de knie krijgen en dat is geen gemakkelijke taal.”

Jij gaf je droomjob op om mee een hotel te runnen. Vond je je draai snel?
“We zaten meteen midden in verbouwingen. Mijn ervaringen als industrieel ingenieur kwamen dus wel van pas. Ik ben echt het manusje-van-alles. Zelfs in de keuken durf ik meedraaien. We kunnen zo’n 60 gasten te slapen leggen, dat vraagt wel wat werk om hen ontbijt en diner voor te schotelen. Mijn vrouw doet de administratie en het werk aan de bureau. Zij heeft hotelschool gevolgd en kent vanuit eigen ervaring het klappen van de zweep. Het is mooi verdeeld dus, ieder werkt volgens zijn talenten. We hebben samen beslist om te focussen op het buitenleven en een gezonde levensstijl. De naam ‘Gasthof Hechenmoos’ doopten we om tot ‘Lifesport Hotel Hechenmoos’. Denk niet aan een uitgebreide gymzaal indoors, maar aan allerhande activiteiten buiten. Zowel in de winter als in de zomer kom je hier als sportliefhebber aan je trekken. Ik hou van skiën en tourskiën, een vorm van skiën waarbij je geen gebruik maakt van de liften, maar op eigen kracht naar boven stapt. In de zomer stap ik met veel plezier op de fiets of de mountainbike. We hebben ook een tennisplein en mogelijkheden om aan ‘calisthenics’ te doen, een vorm van krachttraining. Als sportmens is dit dus een ferme cadeau. De mogelijkheden zijn enorm. Ik ben ook een officiële mountainbikegids en trek er geregeld op uit met groepen. Tegenwoordig hebben we ook elektrische mountainbikes ter beschikking. Luxe, uiteraard, maar gewoonweg schitterend voor de toeristen die niet zo afgetraind zijn maar toch de ervaring willen opdoen. Het gaat hier al snel 10% omhoog, he. Net doordat ik zoveel buiten kan, houd ik het hier gemakkelijker vol. Er is zoveel te doen, de variatie aan buitensporten is enorm. Maar af en toe heb ik toch de ‘wijde blik’ van Vlaanderen nodig. We wonen hier in Aurach in een dal, omringd door hoge pieken. Heel mooi, maar je zicht wordt natuurlijk beperkt. Zo een keer ‘ver’ kunnen kijken, daar geniet ik van. Ik spring dus ook in de Kempen nog met heel veel plezier op mijn fiets. We vergeten te snel hoe mooi het in Vorselaar en omgeving is.”

Je komt dan toch nog geregeld deze kant uit, zelfs met een drukbezet hotel?
“Sinds de kinderen schoolplichtig zijn, is het een heel gepuzzel om samen vakantie te hebben. Dit jaar zal dat enkel de herfstvakantie zijn. Maar daar passen we een mouw aan. Vorige zomer ben ik met de kinderen alleen naar België gegaan, terwijl Birgit bleef meedraaien in het hotel. We moeten de meisjes ook wat gunnen, he. We kunnen ze geen hele zomer aan hun lot overlaten. Maar ook andersom werkt het: mijn ouders en mijn zus komen geregeld deze kant uit en hebben dan echte quality time met de kinderen. Zelfs mijn goede vrienden komen tot drie keer per jaar af. Skiën, golfen en dan tussendoor nog een keertje. Daar geniet ik echt van. Zo blijft de band ook bestaan. In het begin had ik het wel moeilijk met de WhatsApp-berichtjes in de vriendengroep. Ik volgde enkel op afstand wat er te doen stond en dat pikte wel als er plezante dingen op de planning stonden. Maar dat is nu wel minder. Er is hier genoeg te doen en in de winter heb ik elke dag de kans om Nederlands te spreken met gasten. Ik zorgde ook voor Stella van het vat. (lacht) Dat maakt het Belgische gevoel helemaal compleet. Maar de band met Vorselaar blijft. Met mijn verjaardag kreeg ik nog een berichtje van de burgemeester. Toffe mens! En uiteraard staan er ook streekbieren op onze kaart, zoals Westmalle.”

Voel je je evengoed ‘thuis’ in Aurach?
“Ik geef eerlijk toe dat de integratie in het begin niet zo vlot verliep. Ik sprak de taal niet goed en dat was toch een must om geaccepteerd te worden. Daarnaast was ik vooral met de verbouwingen van het hotel bezig en kwam ik niet zoveel buiten. Aurach telt zo’n 1.200 inwoners. De mensen wonen hier in een dal, wat maakt dat ze toch wat narrow minded zijn, wat oogkleppen op hebben, zeg maar. Maar ik heb hard gewerkt en duidelijk laten zien dat ik iets wilde opbouwen. Ik engageerde mij bij de lokale toerismeorganisatie. Dat heeft uiteindelijk respect afgedwongen waardoor ik nu echt wel mijn plaats in de gemeenschap heb. We voorzien natuurlijk ook werk voor acht personeelsleden en lokken met onze 27 kamers ook heel wat toeristen naar het dorp, het hele jaar door. Nu, we wonen dan wel in een dal, maar het is hier niet het einde van de wereld, hoor. We hebben alles bij de hand en de steden zijn niet veraf. En ook hier is de wereld van Amazon doorgedrongen. Alles wordt geleverd op je stoep. We zitten zelfs op amper vier uur van de Middellandse Zee. Gewoon de berg over en we staan op een prachtig Italiaans strand. Aan het begin van de zomer gaan we elk jaar even naar Italië. Voor de kinderen is zon-zeestrand een mooie combinatie.”

In tegenstelling tot de massa’s sneeuw die jullie elk jaar krijgen.
“Begin december viel er op één dag nog zeventig centimeter sneeuw. Goede timing, zo voor de kerstvakantie! Sneeuw is voor ons het witte goud. Wij wonen op 850 meter hoogte, de sneeuwgrens ligt op zo’n 1.000 meter. Momenteel ligt er geen sneeuw in het dal, maar skiën tot hier is wel mogelijk. De sneeuwkanonnen laten het toe om tot na de paasvakantie tot in het dal te skiën. We zien toch ook een verschuiving van de winterperiode. Het wordt later op het jaar echt winter, maar die blijft dan weer langer duren. Vroeger was de paasperiode kantje-boordje om goed te skiën, maar de laatste jaren is dat nog een prima moment om de latten aan te binden. Je kan de veranderingen door de klimaatopwarming niet ontkennen, maar tegelijk zien we het skiën absoluut nog niet verdwijnen.”

Geen chaostoestanden daar, zoals in België? Als er een vlokje valt?
(Glimlacht) “Nee, zeker niet. Wat mij betreft: laat het maar sneeuwen! Het is wat meer werk om de parking sneeuwvrij te maken, maar verder hebben wij daar geen last van. De wegen blijven goed berijdbaar. Hier doet iedereen gewoon verder zijn ding en de scholen blijven gewoon open.”

Je klinkt enthousiast over je nieuwe thuis. Zit een terugkeer er ooit nog in?
“Zeg nooit nooit. Ik zou het alleszins wel terug gewoon kunnen worden in de Kempen. Mits wat bijscholing zou ik mijn job ook zonder problemen terug kunnen opnemen. En vrienden en familie in de buurt hebben, is ook niet mis. Maar mijn vrouw heeft echt geen band met België, buiten mijn familie en vrienden dan. We hebben het goed hier in Aurach. Het hotel draait, onze meisjes zijn gelukkig en ik kan buiten mijn ding doen. Oostenrijk is een beschaafd land, het sociale systeem is in orde. Vorig jaar brak ik mijn knie. Ik was blij dat ik hier behandeld kon worden. Je hebt hier topchirurgen. Ik blijf wel op de hoogte van het Belgische nieuws via mijn abonnement op het Nieuwsblad. Dat is dagelijkse kost en al jarenlang een traditie om die elke dag door te bladeren. Maar voor de préparé van Van Echelpoel in Herentals, of de Kwatta choco en de gewone Belgische chocolade kom ik graag nog zo’n drie keer per jaar even naar de Kempen.”

Meer lezen van Nele Caeyers
Meer lezen over
gelukszoekersreizen

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.