Wereldreizigers

Tim Meeus en Lindsey De Bie leven het goede leven onder de Spaanse zon

Gepubliceerd: 25 april 2024  |  Door: Nele Caeyers  |  Onderox editie: 241

TURNHOUT/LILLE/OLEN/MALAGA — “Het hele verhuisavontuur is wat anders verlopen dan voorzien”, grinniken Tim Meeus (42, afkomstig van Turnhout) en Lindsey De Bie (40, afkomstig van Lille). Maar het duo heeft het, samen met dochter Axelle (18, woonde samen met mama en papa in Olen), prima naar de zin in Malaga, in het zonnige zuiden van Spanje.

Belgen in Spanje, dat zijn geen uitzonderingen.
Tim Meeus: “Neen, zeker niet! Ongeveer de helft van onze vrienden hier zijn ook uitgeweken Belgen. Zoals zo vaak gebeurt: ook wij werden verliefd op het land door de vele vakanties. Als kind al kwam ik met mijn ouders regelmatig naar Spanje. Zo gauw ik op eigen benen stond, keerde ik zo vaak mogelijk terug. Ik vond Spanje de max. En Lindsey kon ik snel overtuigen. Het was een stille droom van mij om ooit te verhuizen, maar dat zag zij in het begin van onze relatie nog niet zitten. Lindsey heeft de boot nog wel even kunnen afhouden.” Lindsey De Bie: “Ik hechtte nogal veel belang aan familie en vrienden. De stap leek me te groot, ik zou ze te veel missen.”

Maar dan valt de puzzel uiteindelijk toch in elkaar?
Tim: “Ik ben schrijnwerker en op een dag kreeg ik een klant over de vloer die me vertelde dat hij een huis had gekocht in Spanje. Hij vroeg me of ik zijn keuken daar kon maken. We zaten toen nog in Olen en hebben alles in ons eigen atelier gemaakt, in de vrachtwagen geladen en in Spanje gaan installeren. Die man was reuze tevreden en vertelde het verder. En zo begon het me te dagen dat er in Spanje ook wel werk was voor een schrijnwerker. Er zijn immers heel wat Belgen met een tweede verblijf in het zuiden die de Belgische kwaliteit wel weten te waarderen.” Lindsey: “Ik was toch nog niet helemaal overtuigd. We hebben daarom eerst een vakantiehuisje gekocht. Op die manier konden we er heel regelmatig naartoe en zo wat wennen aan het idee om er permanent te wonen. We zaten ook met onze dochter Axelle. Zij zag een verhuis helemaal niet zitten. Ze was tien jaar, vond Spanje geweldig maar weigerde om afscheid te nemen van haar vriendinnetjes. Toch beseften we: ’t is nu of niet. Het zou alleen maar moeilijker worden naarmate ze ouder zou worden. Uiteindelijk hebben we de knoop acht jaar geleden dan toch doorgehakt.”

Jullie verhuisden met jullie hele hebben en houden, inclusief het bedrijf.
Tim: “Het was de bedoeling om een kleinschalige eenmanszaak te starten. Ik zag het niet te groots, wist wat ik kon als schrijnwerker en dan zou het wel lukken. We zijn nu acht jaar en twintig werknemers verder. Het bedrijf is ontploft, de aanvragen van Belgen en Nederlanders in Spanje bleven binnenkomen. In het begin adverteerden we hier en daar nog, maar daar zijn we mee gestopt. Vandaag kunnen we niet elke klant meer helpen, we hebben nog steeds handen tekort. Ons klantenbestand bestaat nagenoeg alleen uit Belgen en Nederlanders. We zullen de occasionele Spanjaard ook wel helpen, maar die zien we bijna niet. Het ligt aan de gewoontes: in België en Nederland verwachten we een kwaliteitsvolle afwerking. In Spanje hechten ze daar minder belang aan, het gaat er hier wat nonchalanter aan toe. De buitenlanders willen dus betalen voor die kwaliteit, de Spanjaarden niet. Dat is het verschil. We merken dat ook bij onze Spaanse werknemers: elke dag opnieuw, zelfs verschillende keren, moeten we herhalen hoe belangrijk een correcte afwerking is.”

Twintig werknemers, hoor jij daar ook bij, Lindsey?
Lindsey: “Ondertussen wel, al was ook dat niet de bedoeling. Tijdens het eerste jaar na de verhuis was het mijn plan om thuis te blijven om ervoor te zorgen dat Axelle goed terecht zou komen. Helpen met schoolwerk, de taal, kennismaking met vriendjes,… Het is toch niet niks voor een kind van tien. Dacht ik! Want al snel bleek dat zij diegene was die zich het snelst integreerde. En ik bleef alleen achter. Ik geef toe dat ik toen even verloren liep en wat in een zwart gat viel. Ik heb dan geprobeerd om als zorgkundige aan de slag te gaan, maar was wat te ongeduldig. En maar goed ook, want op dat moment kon Tim al wel hulp gebruiken en viel alles in zijn plooi. Vandaag draait dat goed zo. We hebben ondertussen natuurlijk veel mensen leren kennen, er zijn geen dode momenten meer. Ook Axelle doet het heel goed. Ze is een voortgezette opleiding tot kok begonnen. Ze is een echte Spaanse en heeft eigenlijk, buiten onze familie, geen echte band meer met België. Haar zie ik nooit nog terugkeren.”

Komen jullie dan nog toe aan het echte leven? Of is het continu werken?
Tim: “We werken hard, laat daar geen twijfel over bestaan, maar het is toch wel een ander leven. De dagen duren hier langer. Na het werk kan je nog gerust iets doen: naar het strand, het zwembad of een wandeling. In België is het thuiskomen, koken en eten en dan verder binnen zitten. Hier trekken we veel meer naar buiten. Het wordt hier zelden kouder dan tien graden, de deur staat bijna voortdurend open. Maar we zijn hier niet enkel voor de zon. De zee is vlakbij, net als de bergen en bossen. We trekken er in het weekend vaak op uit. We hebben hier in de buurt prachtige openbare picknickplaatsen waar je met vrienden kan afspreken om te barbecueën.” Lindsey: “We hebben sowieso als gezin meer tijd voor elkaar omdat we niet over zo’n groot netwerk beschikken hier als in België. Je familie valt al weg, dus die wekelijkse bezoekjes hoeven wij niet af te leggen. En we proberen toch ook om tussen vier en vijf uur in de namiddag te stoppen met werken. Dan blijft er nog een mooie avond over.”

Haal je die familiebezoekjes op andere momenten nog in dan?
Lindsey: “Zeker! Ik probeer toch om elke twee à drie maanden naar België te vliegen. Ik maak me soms wel zorgen over mijn familie. Wat als er iets met mijn moeder gebeurt, met mijn broer? Dat spookt soms toch door mijn hoofd. Het is maar drie uurtjes vliegen, maar toch. Het is niet zomaar om de hoek om, he. Vorig jaar heeft Tim me voor mijn veertigste verjaardag verrast met een vakantie naar België. Hij had een mobilhome gehuurd waarmee we helemaal van Malaga naar de Lilse Bergen zijn gereden voor een campingvakantie. Geweldig! En een beetje tegendraads, natuurlijk, want die mobilhomes rijden normaal gezien eerder andersom!” Tim: “Als ik naar België ga, is het meestal om klanten en leveranciers te bezoeken. Ik heb niet zo’n last van de heimwee, ik mis eigenlijk niets van België. De ouders komen ook hier op vakantie dus die zien we geregeld. En voor de rest pas je je aan. Na acht jaar zijn zelfs onze kookgewoontes veranderd. Bezoekers hoeven nu dus niet meer per se die pot mayonaise van Devos Lemmens of die Duvel mee te brengen. Als ik al Belgisch bier in huis haal, is het om cadeau te doen aan Spaanse vrienden. Die vinden dat natuurlijk wel de max.”

Jullie zijn ondertussen al toe aan jullie derde Spaanse huis. Is die renovatiedrang zo groot?
Tim: (lacht) “Neen, we zijn gewoon even op zoek geweest naar de juiste locatie. Ons eerste huis was eigenlijk een vakantiehuisje in een onooglijk klein dorpje. Voor alles hadden we een auto nodig. Mooie omgeving, maar niet ideaal voor een jong gezin. Daarna kochten we een minder afgelegen huis, maar nog steeds op de boerenbuiten, wat uiteindelijk ook nog te veraf was van vrienden en vriendinnen voor Lindsey en Axelle. De dochter wilde ook in Malaga naar school en dat heeft ons dan doen besluiten om een derde keer te verhuizen. Nu wonen we in de rand van Malaga, in Campanillas, in een echte Spaanse wijk en dat bevalt ons prima. Op tien minuten zijn we in de stad en daar is alles te vinden wat je je maar kan indenken. We kozen er bewust voor om in echte Spaanse dorpjes en wijken te wonen, dus niet per se tussen de andere Belgen of in wijken met tweedeverblijvers. Zo hebben we ook een mooie mix van Spaanse en internationale vrienden.” Lindsey: “We hebben de stad hard zien veranderen tijdens de tien jaar dat we hier wonen. Het is een levendige plek geworden en blijkbaar één van de populairste bestemmingen in Europa momenteel. Vergeet dus Barcelona, het is Malaga waar je moet zijn. Hoewel het aantal toeristen vervijfvoudigd is, verwelkomen ze je nog hartelijk. Ook mensen die een tweede verblijf aan het zoeken zijn. De Spanjaarden zijn wel boos op de overheid omdat de regelgeving niet wordt aangepast aan de situatie. Doordat veel buitenlanders vastgoed opkopen, blijft er te weinig betaalbaars over voor hen. Daar zullen ze dus nog wel wat aan moeten doen.”

Spanje is het land van de siësta’s. Doen jullie daaraan mee?
Tim: “In augustus kan het wel eens te warm zijn om te werken, dan is een siësta nodig. Niemand vindt werken bij 40 graden leuk. Maar vergis je niet: het zijn hier geen luie mensen, integendeel! Die siësta’s duren hier niet de hele dag, hoor. We kunnen rekenen op een stevige inzet van onze werknemers en vooral veel respect voor de werkgever. Dat is wat anders dan in België. Er is hier alleen een gebrek aan opleiding en kennis. Maar aan motivatie ontbreekt het hen niet. En die nonchalance… Dat is toch echt wel iets van het zuiden. Als je meer noordelijk in Spanje gaat, naar Barcelona bijvoorbeeld, daar heb je dat al veel minder. Maar goed, daar wen je wel aan.” Lindsey: “We leven hier het goede leven: veel buiten, veel tijd voor elkaar. Hoewel alles anders liep dan voorzien, is het toch goedgekomen. We adopteerden ook een Spaans hondje en dat maakt ons familiegeluk compleet. Axelle vond haar draai, de zaak draait meer dan voldoende en we hebben hier bijna altijd zomer. Wat wil een mens nog meer?”

MEER INFO
www.mt-interiors.com

Meer lezen van Nele Caeyers
Meer lezen over
gelukszoekersreizen

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.