Bijzondere plaatsen

Altaarstuk over het leven van Dimpna weer in de Kempen

Gepubliceerd: 25 maart 2020  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 198

De Barmhartige Stede blijft tradities in het hart dragen. In het kader van de vijfjaarlijkse Sint-Dimpnadagen, die door het coronavirus tot 2022 werden uitgesteld, werd het Dimpna-altaarstuk, dat Goossen Van der Weyden rond 1505 schilderde voor de abdij van Tongerlo, aan een grondige restauratie onderworpen. Het stuk bestaat uit acht delen. Maar waar is het originele paneel nummer zes?

Zoals de stad Gent de originele ‘Rechtvaardige Rechters’ van het Lam Gods maar niet terugvindt, zo zou ook Geel een zoektocht kunnen beginnen naar ‘de Marteldood van Sint-Dimpna’. “Inderdaad, het belangrijkste paneel van het altaarstuk is in de loop van de geschiedenis verdwenen,” zegt Niels Schalley van The Phoebus Foundation die de restauratie van het altaarstuk uitvoerde. “Tot op heden weet niemand waar het is en of het nog wel bestaat. Gelukkig was er in het Gasthuismuseum van Geel een 18de eeuwse kopie van die scène die we konden gebruiken voor de digitale reconstructie.” Maar laten we eerst ons geheugen even opfrissen. Wie was Dimpna nu ook alweer?

DE  LEGENDE VAN DIMPNA
Jolien Hoekx is conservator van het Geelse Gasthuismuseum en vat de legende van de Ierse koningsdochter samen. “Dimpna had een heidense vader en een christelijke moeder. In haar opvoeding heeft ze nauw contact met haar biechtvader Gerebernus. Als haar moeder sterft, is de Ierse koning ontroostbaar en draagt ze de gezanten op om voor hem een nieuwe vrouw te vinden die even mooi is. Dat lukt niet en dus besluit de koning om zijn dochter ten huwelijk te vragen. Uiteraard weigert Dimpna en ze vlucht met Gerebernus het land uit. Ze komen via Antwerpen in Geel-Zammel terecht waar ze in een hutje een leven leiden in eenvoud en gebed. De gezanten van de koning komen hen echter op het spoor omdat Dimpna in Herberg De Ketel in Westerlo een maaltijd met buitenlandse munten heeft betaald. De koning herhaalt zijn huwelijksaanzoek maar als Dimpna opnieuw weigert, geeft hij in een vlaag van waanzin zijn gezanten de opdracht om zowel zijn dochter als Gerebernus om te brengen. Omdat niemand Dimpna wil vermoorden, onthoofdt de koning haar eigenhandig. De Geelse bevolking begraaft hen en vanaf dan gebeuren er op die plek wonderbaarlijke genezingen. De lichamen worden later overgebracht naar de Sint-Dimpnakerk, waar de cultus van Dimpna als patrones van de geesteszieken naar een hoogtepunt gaat.”

NORBERTIJNEN VAN TONGERLO
In de 16de eeuw bestelt abt Antoon Tsgrooten van de abdij van Tongerlo bij de Antwerpse schilder Goossen Van der Weyden een altaarstuk waarop de legende van Dimpna moet worden afgebeeld. Het was bedoeld voor de Onze-Lieve-Vrouwkerk die zowel door de paters als door de bevolking van Tongerlo werd gebruikt. Niels: “Goossen was een kleinzoon van de beroemde Rogier Van der Weyden. Op het scharnierpunt van de Vlaamse Primitieven en de Renaissance verdween hij wat in de plooien van de geschiedenis maar hij was ongetwijfeld één van de belangrijkste kunstenaars van zijn generatie. Dat zagen we ook in het onderzoek van het altaarstuk van Dimpna, waar we konden vaststellen dat er tussen de schilder en de opdrachtgever veel discussies zijn geweest. Zo vonden we bv. in een ondertekening dat een scène die oorspronkelijk op de voorgrond was getekend uiteindelijk in de achtergrond is geschilderd omdat begin 16de eeuw het perspectief plots belangrijk werd. Een abt in de 18de eeuw vond het nodig om het altaarstuk te verzagen en het in losse panelen in het oratorium op te hangen. Tijdens de Franse Revolutie geraakten alle panelen zoek. Maar op één of andere manier is het de Geelse burgemeester Lebon die de panelen in zijn bezit krijgt en ze godvruchtig teruggeeft aan de paters van Tongerlo. Het zesde paneel is er dan al niet meer bij. In het begin van de twintigste eeuw beslist de abdij om het altaarstuk te verkopen. Het belandt bij verschillende privé-eigenaars en komt uiteindelijk in het bezit bij The Phoebus Foundation, die in 2017 startte met het wetenschappelijk onderzoek en de restauratie.”

DE GEHEIMEN VAN HET ALTAARSTUK
Voor het onderzoek en de restauratie werkte The Phoebus Foundation samen met nationale en internationale kunstwetenschappelijke instellingen. Niels: “Tot 1912 was het altaarstuk in de abdij van Tongerlo aanwezig maar weinig mensen wisten van het bestaan ervan. Doordat de panelen verzaagd waren, konden ze niet meer als veelluik gesloten worden. Daardoor zijn de achterkanten van de twee sluitstukken, die wellicht tegen een koude muur hingen, erg beschadigd. Tijdens de restauratie werd besloten om ze in hun actuele toestand te conserveren. Opvallend in de taferelen is dat verschillende figuren op tinfolie zijn geschilderd. Een procedé dat voor die tijd zeldzaam was. Het bood een oplossing om de afstand tussen Tongerlo en het atelier in Antwerpen te overbruggen. Mensen uit de omgeving van Tongerlo die mee betaalden voor dit meesterwerk, konden zichzelf erin laten afbeelden maar hadden niet de gelegenheid om naar Antwerpen te reizen. Een schilder uit het atelier van Van der Weyden kwam dan ter plaatse, schilderde de geldschieter op tinfolie en kleefde dat nadien in de scène. We ontdekten ook dat in de ondertekening de herberg De Ketel anders is afgebeeld. Waarschijnlijk vond de abt ze te luxueus en wilde hij het in een eenvoudigere architectuur geschilderd zien. Bijzonder zijn ook de banderollen die elke scène in tekst uitleggen. Bij het verzagen zijn de originelen waarschijnlijk weggegooid maar in de 17de eeuw moet iemand het altaarstuk gezien hebben en de teksten overgeschreven, echter niet in het taalgebruik van de 16de eeuw. Met de hulp van een kalligraaf en paleoloog hebben we de originele tekst kunnen herschrijven en dat is zeer uitzonderlijk.”

DE TENTOONSTELLING
Stof en intriges genoeg dus voor een boeiende tentoonstelling in de kerk waar Sint-Dimpna thuishoort. Jolien: “De bezoeker krijgt via een audiogids het ontstaan van het altaarstuk te horen. De originele panelen en een digitale animatie van het verloren zesde paneel worden elk apart tentoongesteld. Het verhaal van het wetenschappelijk onderzoek en de geheimen die bij de restauratie zijn ontdekt, brengen we in een digitale reconstructie. Zo zal je de verschillen kunnen zien tussen de ondertekeningen en het definitieve schilderij. Het is een complex verhaal met veel lagen en verwijzingen naar de geschiedenis maar The Phoebus Foundation heeft voor deze tentoonstelling een prachtwerk afgeleverd. Ook wie nog nooit van het altaarstuk heeft gehoord, zal getriggerd worden en er meer over willen weten. De tentoonstelling eindigt met een hedendaags accent. We verzamelden acht portretten van mensen en organisaties die ook vandaag nog geïnspireerd worden door het levensverhaal van Sint-Dimpna. Want het is dankzij de legende van deze Ierse prinses dat de stad Geel met de gezinsverpleging die nog altijd bestaat en het inzetten op de problematiek van geesteszieken, een plaats in de wereld heeft veroverd.”

MEER INFO
De tentoonstelling ‘Zot van Dimpna’ opende de deuren op vrijdag 1 april 2022 en is nog tot en met eind augustus 2022 te bezoeken. Meer details vind je via www.zotvandimpna.be.

Meer lezen van Suzanne Antonis

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.