Wereldreizigers

Wonen in de wonderlijke Zweedse natuur

Gepubliceerd: 25 maart 2021  |  Door: Stijn van Osch  |  Onderox editie: 207

HERENTALS/BONÄSHAMN —Liesbeth Smets is amper 40, maar de opgewekte Herentalse woont al een kwart van haar leven in Zweden . Het initiële plan was nochtans anders: ter wijl ze aan het solliciteren was voor een job in Ierland, leerde ze in Zweden haar man Ivan kennen. The rest is history. Vandaag woont het koppel met hun 4-jarige dochter Runa in Bonäshamn.

De kans is groot dat onze lezers nog nooit gehoord hebben van Bonäshamn. Vertel eens, Liesbeth, wat voor plek is het?
Liesbeth Smets: “Bonäshamn is een klein dorpje in de provincie Jämtland, op de grens tussen Noord- en Midden-Zweden. Het is hier ontzettend rustig: files kennen we niet en voor het dichtstbijzijnde verkeerslicht moet je zelfs 90 kilometer rijden. In dit deel van Zweden wonen amper vier personen per vierkante kilometer. Tel ik de ‘grote stad’ op bijna 100 kilometer van hier niet mee, dan is het nog veel minder, want de 25.000 mensen die daar wonen, trekken het gemiddelde flink omhoog. Je moet hier bij wijze van spreken dus moeite doen om mensen tegen te komen. In ons dorp wonen bijvoorbeeld amper 40 mensen. Toen ik hier tien jaar geleden toekwam, was ik de jongste. Sindsdien is het dorp flink verjongd: nu wonen er zelfs een tiental kinderen van nog geen tien jaar oud. Bonäshamn is wel een heel tof dorp. En maar goed ook: als er maar 40 mensen wonen, dan heb je niet de keuze om te bepalen wie je vrienden worden. Je moet het doen met wie er is.” (lacht)

Je hebt je man in Zweden leren kennen, maar hij is ook een Belg, klopt dat?
“Klopt helemaal. Eigenlijk is het een gek verhaal. Ik denk dat ik op een moderne manier ben uitgehuwelijkt. Mijn moeder en Ivans tante zijn goede vriendinnen. Ze waren ervan overtuigd dat we een goede match zouden zijn, dus stuurden ze ons allebei een ietwat gekke mail. Zo hebben we elkaar leren kennen. We begonnen met elkaar te mailen. In de paasvakantie beloofde Ivan mij te leren snowboarden, dus reisde ik naar Zweden. Het klikte meteen, want na de zomervakantie ben ik al teruggekeerd. Ondertussen zijn we tien jaar later en kan ik nog steeds niet snowboarden. (lacht) Het gekste van het hele verhaal: Ivan en ik gingen allebei naar het Sint-Jozefscollege in Herentals en kwamen vaak in hetzelfde café. Toch hebben we elkaar voor die gekke mails nooit ontmoet. Terwijl onze paden elkaar dikwijls gekruist moeten hebben.”

Wat vind je zo leuk aan Zweden?
“Wij houden allebei heel veel van de rust en we zijn graag buiten in de natuur: wandelen, langlaufen, bessen plukken. Heerlijk. De natuur is hier prachtig en overal aanwezig. Ik stap gewoon vanuit de tuin in een wei en zo in een bos dat kilometers en kilometers voortgaat. Aan de andere kant van ons huis is er een meer en een berg. Kleine dropjes met rode huizen hier en daar. Je hoort niets en je ziet zelfs zelden een vliegtuig. Vroeger was ik in het weekend altijd op stap in de natuur. Sinds Runa geboren is, zijn het rugzaktripjes, langlaufen met de slee, spelen, puzzelen,… We zorgen er nog steeds voor dat we elke dag buiten komen. Dat vinden we erg belangrijk.” Is het daar niet te koud om lang buiten te spelen? “Het kan hier inderdaad heel koud zijn. -20 komt heel vaak voor. -10 is normaal. We spreken hier trouwens niet over ‘min 20’ maar zeggen gewoon het aantal graden. Het is vanzelfsprekend onder nul. In de winter is het hier voortdurend donker, ligt er een meter sneeuw en vriest het de hele tijd. Er valt sneeuw vanaf november tot soms in mei. Het voordeel is dan wel dat we kunnen langlaufen op straat. De skiliften blijven gewoonlijk tot 1 mei open. Daarna moeten we zelf de berg op klauteren om er weer af te glijden. De zomers zijn kort maar altijd licht. Hoge temperaturen hebben we niet, maar 20 graden is prima voor mij. Soms kunnen we toch in het meer hier naast ons huis zwemmen.”

Je zei daarnet dat er nauwelijks mensen wonen in jullie buurt. Wat doen jullie voor de kost?
“Ivan is zelfstandige. Hij maakt kopshouten snijplanken. Ik werk als leerkracht wiskunde in een middelbare school. Toen ik hier pas was, heb ik een paar jaar in hotels en restaurants gewerkt. Aan de andere kant van de berg naast ons huis is een sjiek skioord, dat elk jaar veel Zweden uit de hoofdstad aantrekt, maar ook populair is bij Noren, Russen en Finnen. Zo kon ik mijn tijd nemen om de taal te leren. Toen mijn Zweeds goed genoeg was, ben ik op zoek gegaan naar een school om weer les te geven. In België was ik leerkracht economie. Ik heb wiskunde bijgestudeerd, zodat ik hier ook wiskunde kan geven.”

Je hebt ook de taal moeten leren. Was dat moeilijk?
“Goh, ik werd er ingegooid, dan gaat het best snel. Door in de toeristische sector te werken, heb ik veel geleerd op korte tijd. En veel grappige foutjes gemaakt. Als gasten mij bedankten voor iets, dan zei ik aanvankelijk ´Ingen fära´. Dat moet ‘Ingen fara’ zijn, zonder die puntjes. In plaats van ‘graag gedaan’ zei ik ´gember´. Een ander voorbeeldje: een mail sluit je af met ´med vänliga hälsningar´, wat zoveel betekent als ´vriendelijke groeten´. Opnieuw had ik de puntjes verkeerd en schreef ik ´med vanliga hälsningar´. Met gewone groeten.”

Je geeft de rust en de natuur aan als grote pluspunten. Heeft Zweden ook nadelen?
“Het grootste nadeel is dat de familie zo ver weg woont. Dat is een groot gemis: Runa kan vrijwel nooit met neefjes of nichtjes spelen en ik vind het ook jammer dat ik mijn rol als tante nooit ten volle kan uitspelen. En kinderen groeien zo snel, he. Gelukkig hebben we onze vaste Skype-tijden. We proberen elkaar ook één keer per jaar te bezoeken.”

Heerst er in Zweden een andere mentaliteit dan in België?
“Ik vind van wel. Als ik kijk naar mijn eigen ervaring, dan vind ik België veel gejaagder. Iedereen doet er zijn stinkende best om toch maar mee te zijn met de hoop. Dat is hier heel anders. Ken je de fika? Dat doen Zweden, althans hier in het noorden, constant: koffiepauze met wat lekkers erbij. Er wordt geen twee uur na elkaar gewerkt of er moet een fika georganiseerd worden. Doe het vooral rustig aan, dat is hier het voornaamste devies. Een lijn die in de school wordt doorgetrokken trouwens: het gaat er hier niet om de beste te zijn. Als je niet geslaagd bent voor een toets, dan doe je die gewoon opnieuw. Tot je geslaagd bent. Er zijn ook niet te veel toetsen, zeker geen twee per dag. Ook geen huistaken. En als het even niet gaat, dan krijg je een kopje koffie in de cafetaria. Heel anders dan in België, maar het werkt.”

Nog opvallende mentaliteitsverschillen?
“Het ontbreken van hiërarchie, dat viel me in het begin ook op. Op school staan directie, leerkrachten en poetspersoneel vrijwel op hetzelfde niveau. De loonverschillen zijn naar verluidt ook erg klein. Leerkrachten worden door leerlingen bij hun voornaam genoemd. Op dezelfde manier is er weinig gereserveerdheid van leerkrachten naar hun directie toe. Je mag ze gerust vertellen wat je allemaal niet oké vindt, zelfs op ongepaste toon. Mijn collega’s durven de regels van de directie wel eens aan hun laars lappen, omdat ze die stom vinden, terwijl ik de onnozele gans ben die nog steeds braafjes doet wat de directie zegt. Zou dat mijn volgende stap zijn in de integratie?”

Speaking of which, is het makkelijk om te integreren in Zweden?
“Goh, Zweden zijn heel vriendelijk en ze zullen niet snel ‘nee’ zeggen, maar ze nemen je niet gemakkelijk op in hun hechte vriendengroep. Wij hebben ondertussen wel buren die we tot onze echte vrienden rekenen. Misschien werkt inburgering beter in kleine gehuchten. We zijn natuurlijk wel meteen in de samenleving gedoken. Gedropt tussen de echte Zweden, en dat is volgens mij de beste manier om te integreren. Zorgen dat je de taal snel leert en deelnemen aan lokale activiteiten. Zo hebben we met zijn allen de bootplaats gelegd en als de pub hier open is – dat gebeurt een paar keer per jaar – dan zijn we natuurlijk van de partij. Ik doe ondertussen dienst als feestcomité: ik heb de sleutel én ik weet hoe de koffiezet én de afwasmachine werken.” (lacht)

Wat weten we in de Kempen nog niet over Zweden dat we absoluut zouden moeten weten?
“Zweden is zo veel meer dan Abba en Ikea of kötbullar. In het zuiden heb je mooie steden zoals Stockholm en Göteborg. Hier bij ons vind je prachtige natuur. We wonen heel afgelegen, maar eigenlijk is dit ook een echt vakantiegebied. Mensen komen in Jämtland hun zomers doorbrengen aan de meren en bossen. In de winter komen ze skiën in het skioord waar ik daarnet over vertelde. En jagen, want hier zitten de meeste elanden.”

Wat is je favoriete plekje in Zweden?
“Je hebt hier zo veel mooie plekjes, maar mijn favoriet is een rustig strandje hier vlakbij. Je komt er enkel te voet of met een bootje. Als je daar zit, hoor je helemaal niets. Weet je, telkens als ik België bezoek, word ik verrast door het geluid. Wennen aan de rust is niet zo moeilijk. Omgekeerd, dat is heel wat anders. Alhoewel, we zijn intussen zo gewoon geraakt aan de rust en de stilte, dat we soms wel verlangen naar iets meer menselijk contact, meer activiteiten of nieuwe ideeën.”

Over menselijk contact gesproken: zijn er in het noorden van Zweden ook afstandsregels die gerespecteerd moeten worden? Hoe beleven jullie corona?
“De corona-aanpak hier staat soms lijnrecht tegenover die in België. De verstrengde maatregelen die er in België voor de zomer van 2020 al waren, druppelen hier nu pas door. Nu, moeilijk te volgen zijn de maatregelen niet, want we hebben nauwelijks mensen rondom ons. Maar elkaar buiten ontmoeten bij -20, dat is wat lastiger. Wat heel anders is dan in België, is dat Zweden zich spontaan aan de regels houden. Je moet veel minder dingen eisen of bestraffen. Nog voor de overheid met maatregelen kwam, had de bevolking zichzelf al beperkingen opgelegd. Misschien komt dat doordat Zweden veel belang hechten aan gezondheid. Mensen leven en eten hier bijvoorbeeld veel gezonder. Meer sport, meer kennis over eten, groenten bij elke maaltijd. Er heerst hier ook geen alcoholcultuur. Een glas wijn bij het middageten, dat vinden ze hier heel speciaal.”

Een laatste vraagje nog: zou je ooit ergens anders willen wonen?
“Wie weet. Ik voel de drang naar avontuur nog wel en ik ben wel nieuwsgierig naar andere plaatsen. Zolang ik mijn vriend en onze petat maar kan meenemen!”

Meer lezen van Stijn van Osch
Meer lezen over
reizengelukszoekers

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.