Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
GEEL/HASSELT — Om te vluchten voor de oorlog fietste Jefke Ketelslagers in 1914 helemaal tot in Bordeaux, een tocht van zo’n 1.000 kilometer. Meer dan 100 jaar later stapte zijn kleinzoon Willy Ketelslagers (64) op zijn eigen fiets om de legendarische tocht van zijn grootvader over te doen. Ten voordele van het goede doel. Al deed het lot de eenzame fietser uiteindelijk in Bretagne belanden.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte Jefke, de grootvader van Willy, als postbode. “Hij was zo één van de ambtenaren die werd aanbevolen om te vluchten naar een veilige zone zodat ze na de oorlog konden terugkeren en hun diensten meteen konden hervatten, dat zou het land ten goede komen”, legt Willy uit. “Mijn grootvader moest dus zijn vrouw achterlaten en trok met zijn fiets naar Frankrijk, naar de streek rond Bordeaux, daar kwamen boten aan om hen naar Engeland te brengen, moest dat nodig zijn.” Op die boten zou hij uiteindelijk niet stappen, een veilig onderkomen vond hij wel in de omgeving van Bordeaux.
IN DE FIETSSPOREN VAN ZIJN GROOTVADER
Meer dan 100 jaar later, begin september 2020, stapte kleinzoon Willy Ketelslagers op zijn eigen fiets, om richting Frankrijk te trekken. Willy is intussen gepensioneerd, maar wel nog actief als beeldend kunstenaar. Zijn doel? Van het Limburgse Wellen naar het Franse Arcachon rijden, zo’n 1.000 kilometer verderop. Met een moderne koersfiets weliswaar, een stuk minder zwaar geladen, maar wel met de legendarische tocht van zijn grootvader in gedachten. Tijdens die tocht werd hij bijgestaan door zijn eigen zus en broer, die hem volgden in een mobilhome. Elke dag stond er zo’n 100 kilometer op het programma, van camping naar camping.
Maar al snel begon Covid-19 roet in het eten te gooien. Steeds meer Franse departementen kregen een rode inkleuring van onze overheid. “Toen we in de buurt van Parijs kwamen, hebben we zo moeten besluiten om niet exact in de fietssporen van mijn grootvader te blijven”, vertelt Willy. “Maar die 1.000 kilometer wilden we wel halen, dus trokken we richting Bretagne, waar de inkleuring groen bleef.”
DE GROTE LEEGTE
Onderweg kwam Willy nauwelijks tekenen van leven tegen. “De grote leegte”, vat Willy samen. “Geen fietsers, geen auto’s, amper huizen. Alleen maar velden, velden en nog eens velden. Enkel wat koeien in de wei, maar ook die keken verbaasd op als ik voorbijkwam. Zij hadden duidelijk al een tijdje niemand meer zien passeren.” Toch zette hij door, onder meer omdat zijn tocht opgezet was als actie voor het goede doel. Ward (7), de kleinzoon van zijn broer en het zoontje van zijn petekind, heeft muco. Geld in het laatje brengen voor de Mucovereniging was een belangrijke drijfveer voor Willy om deze tocht te maken. Want ook daar had corona intussen lelijk huisgehouden. Waar er tijdens andere jaren heel wat verschillende acties op poten worden gezet om de vereniging financieel te ondersteunen, zorgde Covid-19 ook op dat vlak voor een stevige terugval. “We merkten dat zij ons heel dankbaar waren dat wij toch wilden doorzetten en dat onze actie succes begon te krijgen”, vertelt Willy. Half september stond de teller van zijn fietstocht op een 9.500 euro, maar steunen kan nog steeds. En dus stampte Willy onvermoeibaar door, ook al kwamen er heel wat hindernissen op zijn pad. Zo bleek de zon geen bondgenoot te zijn. “Vanaf 9 uur ’s ochtends begon het al echt warm te worden. Dan moest ik al aan de gelletjes en de cola om op krachten te blijven.” Ook het feit dat het Franse landschap steeds op en neer ging, begon in de benen te trekken. “Het leek wel alsof er geen kilometer vlak was”, zucht Willy. “Altijd maar weer nieuwe heuvels op, en als het dan even bergaf gaat, dan ben je nauwelijks gerecupereerd of er wacht al een volgend stuk bergop. Ook de staat van de wegen was vaak behoorlijk slecht. Er lag bijvoorbeeld nergens een fietspad. Wij klagen hier wel vaak, maar mij heeft het doen inzien hoe prachtig wij hier in de Kempen en in Limburg kunnen fietsen. Daar mogen we trots op zijn.”
DE WEG KWIJT
En dan waren er nog de onvoorziene omstandigheden. “Zo heb ik een keer twee platte banden gehad op twee uur tijd. Mijn broer en zus gingen dus een winkel zoeken om een herstelsetje of een reserveband bij te kopen. Maar dat was niet evident, daar in the middle of nowhere. Toen ze een winkel hadden gevonden, bleken ze nog een uur van mij af te zijn. Intussen was mijn gps uitgevallen en de batterij van mijn gsm stond nog maar op 3 procent. Ik moest ze dus verwittigen en besloot om op mijn locatie te blijven wachten. Drie uur later en helemaal overstuur kwamen ze eraan, volledig de weg kwijt. Die dag heb ik mijn 100 kilometer niet gehaald, dat heb ik de dagen daarna dus moeten goedmaken.”
Jefke vertelde nochtans altijd dat hij tijdens zijn ‘Ronde van Frankrijk’, zoals hij het vaak noemde, nooit één keer was platgereden. “Hij fietste op mijn schouder met mij mee”, stelt Willy. “Zeker in het begin, als je tussen de boerderijen rijdt waar hij misschien wel langsgekomen kan zijn, tussen de velden en langs de dichtgeslagen oude loonwerkershuizen. Dan beginnen er verhalen in je hoofd te spelen. Misschien heeft hij hier wel enkele weken halt gehouden bij een boer waar hij meehielp op het land voor hij weer verder trok. Misschien mocht hij hier wel koeien melken om die melk te drinken om weer op krachten te komen. Hij moet ook dikwijls een berg opgewandeld zijn, dat kan niet anders. Met zo’n fiets met maar één versnelling. Dat zal niet eenvoudig geweest zijn. Hij moest opletten voor de oorlog, ik voor corona. Een beetje een onzichtbare oorlog, heb ik wel eens gedacht. Want het was daar echt zoals tijdens de lockdown hier. Geen ziel op straat. Het toeristische seizoen was duidelijk afgelopen. Zelfs op de campings was er heel weinig volk.”
En dan was daar overdag die leegte weer tussen de Franse velden. “‘Hoe sterk is de eenzame fietser’, dat liedje heeft dikwijls door mijn hoofd gespeeld”, glimlacht Willy. “Eenmaal je dat begint te zingen, stopt het niet meer. Maar het heeft mij ook goed gedaan, even aan niks moeten denken. Dat was bevrijdend.”
DE KERS OP DE TAART
Toen het einde in zicht kwam, na elf dagen fietsen, zorgde de familie voor extra verrassingen. “Ineens kwam mijn jongste zoon daar samen met een kameraad aangefietst”, herinnert Willy zich. “Ik kreeg meteen vleugels, alle pijn was op slag weg. Mijn oudste zoon en mijn kleinzoon kwamen wat verderop plotseling in een camionette voorbij. ‘Alé! Een beetje sneller eh!’ Ik was compleet verrast. We reden samen over de finish en vierden het met een drankje en een barbecue. De kers op de taart voor mij.” En zo eindigde de tocht niet in Arcachon, zoals eerst voorzien, maar wel in Bretagne. “Ik kon echt niet meer. Ik was helemaal op. Toen we met de mobilhome weer naar huis reden, viel het me pas op hoeveel afstand ik met de fiets had afgelegd. En dan te denken dat mijn grootvader toen de oorlog voorbij was nog helemaal terug naar huis is gefietst. Hij heeft die hele tocht dus twee keer gedaan. Onvoorstelbaar!”
MEER INFO
De actie van Willy steunen, ten voordele van de Mucovereniging, kan nog steeds. Alle nodige info vind je op de website fietsenvanwellennaarbordeaux.jouwweb.be. Wie een bijdrage levert, maakt kans om één van de kunstwerken van Willy te winnen.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.