Wereldreizigers

Oscar Beerten: "Mijn viool brengt mij dichter bij de mensen"

Gepubliceerd: 17 december 2020  |  Door: Peter Meulemans  |  Onderox editie: 204

HELSINKI/HERENTALS – Toen Oscar Beerten (23) uit Herentals nog jazz studeerde aan het Heilig Graf Instituut in Turnhout wist hij al dat dit geen muzikaal eindstation zou worden. Met een grote interesse in andere culturen wou Oscar zich meer en meer verdiepen in traditionele en etnische muziek. Hij trok op jonge leeftijd, samen met zijn viool , naar Scandinavië waar hij met Ragnar Finsson uit de Faeröer Eilanden een spitsbroeder vond en ‘Raske Drenge’ oprichtte. “In de Kempen zouden ze dat vertalen als ‘De Sjarels’”, lacht de virtuoos.

Wanneer ik Oscar Beerten contacteer, verblijft hij in Helsinki in Finland waar hij een Master in Global Music volgt aan Sibelius Acedemy. De jonge Kempenaar met Colombiaanse roots blijft, na eerdere studies in Zweden en Noorwegen, erg gefascineerd door traditionele muziek. Afgelopen zomer bracht hij met ‘Raske Drenge’ zijn debuutalbum uit. Ondertussen toert hij door verschillende landen, waaronder ook België. Voor zijn studies hoopt hij nog naar de Toeareg in Noord-Afrika te kunnen reizen. Want de Noorse folkmuziek en Afrikaanse ritmes hebben meer gelijkenissen dan we in eerste instantie zouden verwachten.

Leg me dat eens uit, Oscar. Wat is precies de link tussen Scandinavië en Noord-Afrika?
Oscar Beerten: “Wel, momenteel studeer ik in Helsinki waar ik bezig ben aan mijn Master in wereldmuziek. Een onderdeel van deze studie is een Field Trip of Research Trip naar een gebied of land naar keuze om je daar verder te verdiepen in hun muziek. Mijn keuze is gevallen op de muziek van de Toeareg. Dat is een nomadenvolk die leven in delen van Algerije, Mali, Niger en Burkina Faso. Graag wil ik hun muziek combineren met Noorse folk. Voor buitenstaanders is dat misschien een vreemde combinatie maar toch zijn er veel gelijkenissen. Het heeft te maken met groove, intensiteit, ritme en de aanstekelijke muzikale drive die ze allebei hebben. Ook de omgeving speelt een grote rol bij de intensiteit en speelstijl van traditionele muziek.”

Je hebt Colombiaanse roots, je bent opgegegroeid in de Kempen, je studeert in Scandinavië en je lonkt naar Noord-Afrika. Dat mogen we gerust een globetrotter noemen. “Waarschijnlijk wel. Maar toch voelt het zo niet echt. Voor mij is dat gewoon een opeenvolging van logische stappen op zoek naar mijn muzikale identiteit. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in andere culturen en muziek. Onbewust ga je dat combineren en ga je steeds verder op zoek. In die zoektocht kruis ik uiteraard ook regelmatig het pad van gelijkgezinden die aan diezelfde zoektocht bezig zijn. Dat werkt zeer inspirerend en motiverend.”

Je startte je muzikale studies met een Jazzopleiding in Turnhout. Geen voor de hand liggende keuze maar toch ook geen typische traditionele muziek.
“Klopt. Maar in feite is het aanbod in België op dat vlak erg beperkt. Naar mijn gevoel kwam jazz dus het dichtste in de buurt. En ik heb daar zeker geen spijt van. Ik had de mogelijkheid mij meer te verdiepen in muziek, en specifiek in de viool. Zelf speel ik nog maar viool vanaf mijn veertiende. Daarvoor speelde ik enkel gitaar. Ik had dus nog een hele ontdekkingstocht af te leggen. Ik had zeer veel geluk met mijn eerste vioolleerkracht, Andries Baele uit Diest. Hij liet mij kennismaken met improvisatie, relevante viooltechnieken en een repertoire voor zowel folk als jazz. Daarnaast schreef mijn vader mij op mijn zestiende in voor het internationale muziekkamp Ethno, in Oostende. Daar komen jonge muzikanten van over de hele wereld samen om mekaars traditionele muziek aan te leren. Het was een openbaring voor mij. Ik leerde er Noren en Zweden kennen en kwam er zo achter dat je folk- en wereldmuziek wel kan studeren in Scandinavië. De keuze was snel gemaakt.”

En van die keuze heb je nog geen spijt gehad, neem ik aan.
“Nog geen seconde. Ik vertrok naar de Academy of Music in Malmö en was vanaf dag één geïnspireerd. Door de muziek en dans maar ook door de taal en de plaatselijke gebruiken. Bovendien had ik daar een zeer gemotiveerde Zweedse vioolleerkracht, Mats Edén. Hij was voor mij echt wel een vertegenwoordiger van de traditionele muziek. Langs die weg leerde ik ook de hardangerviool kennen. Het lijkt op een gewone viool maar eigenlijk is het een heel ander instrument met andere snaren, grotere klankgaten, dus ook een heel andere klank. Maar typisch voor deze violen is dat ze ook gedecoreerd zijn. Ik vind dat fantastisch.”

Ondertussen begon ook Raske Drenge vorm te krijgen. Vertel daar eens iets over.
“Raske Drenge is een muzikaal project, samen met Ragnar Finsson uit de Faeröer Eilanden. Ragnar studeerde ook in Malmö en is gitarist en zanger. We voelden meteen dat er een muzikale klik was en gingen samen verder op zoek. Het feit dat hij van de Faeröer Eilanden komt, trok me zeker aan. Wat weten we eigenlijk over die eilandengroep? Niet zoveel, wel? Het is een zeer specifieke omgeving met een erg ruig landschap. Als kader past dat ook perfect bij onze muziek. In 2018 begonnen we dan op te treden, in Denemarken, Zweden, Estland, de Faeröer maar ook in België. Afgelopen zomer is ons debuutalbum uitgekomen. Normaal zou dat gepaard gegaan zijn met een Release Tour in onder andere België. Maar corona heeft er anders over beslist. Helaas.”

Hoe vertaal ik ‘Raske Drenge’ eigenlijk?
“Het laat zich niet zo eenvoudig vertalen. Raske Drenge is eigenlijk een oude term die vroeger wel eens werd gebruikt in ballades uit de Faeröer. Veelal gingen die over vissers die uitvaren en bijvoorbeeld op walvissenjacht gaan. In de tijd leefden de inwoners enkel en alleen van visvangst. Het landschap van de eilandengroep leent zich niet voor traditionele veeteelt of het kweken van fruit en groenten. De term komt uit de ballade ‘Grindavísan’. Je zou het kunnen omschrijven als frisse, hardwerkende jonge kerels. Als ik het in één woord moet vertalen kom ik het dichtste bij De Sjarels.” (lacht)

Je studeerde in Zweden, Noorwegen en nu in Finland. Begrijp je al iets van de taal?
Want voor ons is dat toch altijd, excuseer voor de uitdrukking, een beetje Chinees. “Na twee jaar avondschool Zweeds had ik een goeie basis om mijn plan te trekken in Zweden. Door kameraden uit Denemarken was vooral Deens de taal die gesproken werd. In Noorwegen werd Deens dan ook een meer relevante taal voor mij. Noors en Deens liggen zéér dicht bij elkaar. Momenteel spreek ik tamelijk vlot Deens en kan ik met deze taal zowel in Zweden, Noorwegen en de Faeröer mijn plan trekken. Ook met Ragnar spreek ik meestal Deens. Finland is een ander verhaal. Gelukkig heb ik de muziek. Het klinkt misschien cliché maar via mijn instrumenten kom ik wel dichter bij de mensen en de cultuur. En dat voelt prettig. Momenteel tracht ik mij de jouhikko eigen te maken. Dit is een typisch Fins instrument met twee of drie snaren. Voor mij is dit een manier om de lokale cultuur te leren kennen.”

Hoe bevalt het Scandinavische sociale leven je in het algemeen?
“Goh, ik denk niet dat er zoiets bestaat als een Scandinavisch sociaal leven. Je kan dat niet onder één noemer vangen. Ik woon en studeer nu ongeveer vijf jaar in Scandinavië en de verschillende landen en steden hebben allen hun pro’s en contra’s. Malmö bijvoorbeeld is vlak en erg industrieel. Het strookt helemaal niet met het beeld dat wij van Zweden hebben. Rauland in Noorwegen is het andere uiterste. Het ligt hooggelegen in het westen van de regio Telemark en daar vind je enkel natuur met meren, bergen en bossen. Helsinki is dan weer een mix van de twee. Het is een hoofdstad met alle kenmerken daarvan maar de natuur is heel dichtbij. Het grootste verschil met België, vind ik, is dat alles in het noorden hier een systeem heeft. Het is of wit of zwart met heel weinig grijze zone. De uitdrukking ‘Het is goed voor één keer’ kennen ze hier niet.” (lacht)

Wat mag ik je voor het nieuwe jaar allemaal toewensen?
“Ik zou al heel blij zijn als ik kan en mag blijven componeren en optreden. Ik wil me nog meer verdiepen in andere muziekstijlen en trachten dit allemaal te combineren. Maar we zien wel wat er ons pad kruist. Met Raske Drenge hebben we nu pas onze eerste plaat uit en daar kunnen we nog wel even op bouwen. Het zou echt prettig zijn als we in Europa meer promotie konden voeren. Maar ik vrees dat het pas voor na het corona-tijdperk zal zijn.”

Heel veel succes, of zoals ze in Finland zeggen: “Onnea!”

Meer lezen van Peter Meulemans
Meer lezen over
muziekreizen

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.