Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
In ‘Cowboy Conference’, zijn jongste theatersolo, onderzoekt Carry Goossens of hij als cowboy-in-hart-en-nieren kan overleven in Vlaanderen. Onze reporter - ook niet vies van boots, buckles en belts - maakt de omgekeerde beweging en gaat na hoe hij als Vlaamse would-be-cowboy kan opgaan in de Texaanse way of life. Ongemerkt, zonder uit de toon te vallen. “Oefen alvast maar wat country line danspassen”, hadden USA-kenners hem gezegd. Zo geschiedde.
Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: line dance.
Al mijn hele leven lang heb ik het gevoel dat ik op de foute plaats ben geboren. Herentals, of all places, terwijl het net zo goed Dallas of Austin had kunnen zijn, Texaanse steden waar geen hond verbaasd opkijkt als je de straat opwandelt met een Stetson-hoed, slangenlederen boots en een riemgesp met de afmetingen van een doorsnee dessertbord. Ik heb een mooie jeugd gehad, daar niet van, maar zonder al te veel hulp van het lot: niet grootgebracht tussen de paarden, maar tussen een stel duiven en konijnen. Opgekweekt met schlagerdeuntjes, ver weg van de countrymuziek die mij intussen al veertig jaar in zijn greep heeft. Ik heb het cowboyleven, zeg maar, zelf moeten maken. In juli wacht mij de grote vuurdoop. Na me jaren de Kempense John Wayne te hebben gevoeld, zal ik drie weken lang proberen op te gaan in de Texaanse manier van leven. Anoniem en onopvallend, zonder dat iemand mij ontmaskert als een toerist of een wanhopige wannebe met een cowboycomplex. Vraag is: hoe bereid ik mij voor op dat avontuur? Een hoed en laarzen alleen zullen niet volstaan. Volgens Texas-specialisten kan een beetje country line dance-expertise helpen om geaccepteerd te worden. “Texanen houden nu eenmaal van dansen. Precies daarom telt de Lone Star State zoveel authentieke bruine danskroegen”, aldus de bekende reisgids Trotter. Dansen, dus. Laat het nu net datgene zijn waar ik van kindsbeen af een broertje dood aan heb. Soit, nood breekt wet, dansen zal het zijn. Een zoektocht op het internet brengt me bij The Mountain Boy Country Dancers (JPB Studios), onder leiding van Christophe Bretez, die ik twee dagen later al ontmoet in Lier. “Er bestaan verschillende vormen van line dance”, legt hij uit. “Country line dance en line dance, bijvoorbeeld. Bij die laatste variant dans je op alle genres, bij country line dance wordt er louter gedanst op country muziek. Voor de goede orde: recente country muziek, geen oude liedjes.” Net daar knelt het dansschoentje: in Westerse landen als het onze wordt country line dance nog altijd geassocieerd met cowboyhoeden, jassen met mouwslierten en oldskool vedetten als Kenny Rogers en Dolly Parton. “Die associatie is fout. Er bestaan oldtimerclubs die nog altijd teruggrijpen naar de vroegere outfits en muziek, maar dan gaat het vooral om squaredansen. Dat heeft weinig of niets met country line dance te maken. Cowboyhoeden mogen gedragen worden, maar zijn zeker geen verplichting.” De hoed die ik zelf heb meegenomen - in de veronderstelling zo extra punten te kunnen scoren - laat ik wijselijk achterwege. “Boots kan ik wél aanbevelen”, vult Christophe aan. “Een antisliplaag onder de schoenen is namelijk niet goed voor de gewrichten.” Niet dat die antislipslaag in ons land maximaal wordt benut: Belgen dansen doorgaans nogal statisch. “Vergeleken met het enthousiasme waarmee in de VS aan country line dance wordt gedaan, zou je geneigd zijn jezelf af te vragen of we het hier wel zo leuk vinden. Hoe dat komt? Belgen willen niet in de kijker lopen. Daarom wordt hier door de band genomen stijver gedanst.”
FRED ASTAIRE
Bretez heeft de vorige Onderox-editie — waarin ik het uitgebreid had over mijn aversie ten aanzien van dansen — niet gelezen. Goed voor mij, met een eenmalige inspanning zou ik hem alsnog kunnen imponeren. “Ik heb maar één dans nodig om te zien of jij in de wieg bent gelegd voor country line dance of niet”, lacht hij. “Meestal weet ik het onmiddellijk: ofwel wordt het wat, ofwel niet.” Dat zomaar wat willekeurig staan dansen me altijd brandend maagzuur bezorgt, hoeft de pret niet te drukken, zegt Christophe me. “Bij line dance maakt iedereen dezelfde bewegingen, waardoor die van jou minder zullen opvallen. Kijk naar de ‘In Zaire’ of de ‘Hucklebuck’, twee lijndansen. Omdat iedereen hetzelfde doet, zal je zo’n dansen sneller aandurven en ze tegelijk ook erg leuk vinden.” Tijdens de les wordt het een kwestie van nu of nooit, want thuis oefenen is niet helemaal zonder risico’s. “De dansen die je op YouTube vindt, zijn doorgaans in orde, maar even vaak worden foute danspassen gebruikt. Ga er niet altijd van uit dat alle dansen correct worden uitgevoerd.” De beginnersgroep die ik vandaag zal vervoegen, is al enkele maanden aan de slag. Ik begin met een achterstand om u tegen te zeggen. “Om die achterstand enigszins te compenseren, leg ik vooraf enkele basisknepen uit”, zegt Christophe, terwijl de eerste cursisten binnendruppelen en nieuwsgierig toekijken. “We zullen in sneltempo oefenen op de freeze en de dubbele freeze.” Ik ben de laatste om te zeggen dat aan mij een tweede Fred Astaire verloren is gegaan, maar ik heb beide technieken verrassend snel onder de knie. En wat meer is: ik vind het zowaar nog leuk ook, al houden de andere cursisten mijn bewegingen nauwlettend in de gaten. “Fijn dat je het leuk vindt, maar let op typische beginnersfouten”, tempert Bretez de euforie. “Jouw lichaam hangt te ver naar voor, waardoor je vaak niet op het juiste been staat.” Als we de oefeningen hernemen, zie ik in de spiegel waar hij het over heeft. Ik beweeg, dat zeker, maar over het algemeen heeft mijn houding meer weg van een landbouwer na de allerlaatste aardappeloogst. Dat wordt een aandachtspunt als ik straks - tijdens de echte les - niet roemloos ten onder wil gaan bij de uitvoering van de nog veel moeilijkere Corn Don’t Grow-choreografie.
SPIEKEN
De beginnersgroep, zo blijkt vijf minuten later, bestaat uitsluitend uit vrouwen, onafgezien van Luc, een ancien die altijd van de partij is. “Ook dat is typisch België. In ons land zijn de mannen vooral tooghangers. Wat zij vergeten is dat vrouwen dansende mannen aantrekkelijk vinden. Kijk naar mij: ik heb mijn vrouw op de dansvloer leren kennen.” Met een beetje chance houd ik er naast elastieken benen straks dus ook nog een lief aan over. Hoeveel geluk kan een mens hebben? De opwarming - opnieuw de enkele en dubbele freeze - gaat vlot, maar bij de Corn Don’t Grow loopt het mank. Ik doe mijn best, maar val bij haast elke twist en draai uit de toon. “Je buigt nog altijd te veel naar voor”, corrigeert Christophe. “Je kijkt ook af en dat mag niet. Als je weer wil inpikken is dat oké, maar voor de rest moet je proberen om zélf te dansen, zonder de hulp van anderen.” Afkijken? Ik? Mijn ego protesteert, maar de foto’s geven de lesgever naderhand gelijk. Daarop is te zien hoe ik de hele tijd loop te spieken bij de vrouw naast me. “Probeer gewoon te volgen”, klinkt het door de zaal. Dat laatste lukt bij een laag danstempo, maar gaat het ritme omhoog, dan struikel ik over mijn eigen voeten. Het is werkelijk geen gezicht. Een tweede Fred Astaire? Vergeet het. Het eindoordeel is snoeihard: om in Texas niet op te vallen, ben ik er te laat aan begonnen. “Ga bij elke entree in een danstent eerst na op welk level er gedanst wordt. Is dat het beginnersniveau, dan zit je goed. Maar bovenal: maak veel plezier. Daar gaat het bij country line dance vooral om.”
MEER INFO
www.jpb-studios.org
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.