Wereldreizigers

Louis Hufkens: Een marathonloper zonder grenzen

Gepubliceerd: 28 januari 2025  |  Door: Eddy Leysen  |  Onderox editie: 249

GROBBENDONK — Onlangs trok Louis Hufkens (74) uit Grobbendonk voor de tweede keer naar Hawaii. Net geen dertig jaar geleden maakte hij er zijn debuut als marathonloper. Intussen staat de teller ver boven de 350 maar aan stoppen denkt deze vlotte zeventiger nog lang niet.

Louis, het lopen van een marathon staat bij heel wat mensen op hun bucketlist. Was dat ook bij jou het geval toen je op 10 december 1995 in Hawaii aan de start verscheen?
Louis Hufkens: “Eigenlijk durfde ik daar zelfs niet van dromen. Het gebeurde allemaal heel toevallig. Op de terugweg van het werk hoorde ik in een programma op Radio 2 iets over een reis naar Hawaii en een marathon lopen. Vooral dat eerste bleef hangen dus nam ik contact op. Zo kwam ik bij Georges De Smul van Sporters voor Artsen Zonder Grenzen terecht. Het was snel beklonken dat ik later dat jaar in Honolulu aan de start zou staan. Nu moest ik nog beginnen met lopen. (glimlacht) Ik was 44 en al wel even op zoek naar een nieuwe hobby. Naast fotografie zocht ik er liefst eentje waarin ik actief kon zijn en mijn gewicht wat onder controle kon houden. Dus ging ik na mijn lange dagtaak van start met joggen. Ik kwam al snel tot de vaststelling dat bergop lopen niet helemaal aan mij was besteed, dat werd bevestigd toen ik een maand voor de marathon in Hawaii een wedstrijd over meer dan dertig kilometer in Battice ging lopen. Daar heb ik afgezien als de beesten, maar ik beet door. Dat gaf wel wat moed.”

Dus stapte je begin december 1995 in het vliegtuig richting Honolulu?
“Het was toch met een bang hartje dat ik die stap zette. Ik had helemaal niet het gevoel dat ik klaar was voor de marathon, maar ik was dat wel voor Hawaii op zich. Er staat ergens in het groot op een bord ‘Hawaii zien en sterven’ en ik wilde er ooit naartoe. Alleen had mijn vrouw het niet altijd begrepen op reizen en ook het werk liet dat niet altijd toe. Deze kans moest ik grijpen. En of ik onder de indruk was van de eilandengroep… Het bezoek aan Pearl Harbor was bijvoorbeeld indrukwekkend, zeker voor iemand als ik die geïnteresseerd was in de oorlog. Maar ook met Pater Damiaan en zijn verwezenlijkingen werden we geconfronteerd. Het was pure schoonheid. Maar het lopen van de marathon, dat was andere koek. Met meer dan dertigduizend deelnemers aan de start was het wat zoeken, maar gelukkig was er Jef, een ervaren marathonloper uit Herentals, die me in de startzone begeleidde zodat we redelijk vooraan konden starten. En zo liepen we langs Waikiki Beach, Diamond Head en de vulkanische kraters van Koko Head. Ik ging verbazend goed om met de hitte en hoge vochtigheid en slaagde in mijn opzet.”

Het is ook sinds je debuutmarathon dat je met een kenmerkende hoofdband loopt?
“De hachimaki waar ik mee loop heb ik op de kop kunnen tikken de avond voordien. Er waren ook veel Japanners naar Hawaii afgezakt en ik kwam met hen in contact. Een aantal onder hen had een hachimaki op, een beeld dat me deed denken aan de oorlog en de kamikazes. Dat triggerde me wel en ik was maar al te blij dat ik mijn truitje kon ruilen met zo een geweldig mooie hoofdband. Dat is in de loop der jaren mijn talisman geworden, tijdens elke marathon draag ik die. Al had ik meteen na de finish geen zin meer in een nieuw avontuur als dit. Want een marathon mag je uiteraard niet onderschatten. In het vliegtuig heeft men me dan toch kunnen overhalen om een vervolg te breien aan mijn marathonverhaal. Zo stond ik enkele maanden later aan de start in Antwerpen. En ik kan je garanderen, mocht dit mijn eerste geweest zijn dan was er van een vervolg geen sprake. Een weinig attractief parcours, nauwelijks enkele honderden deelnemers en op de koop toe was het water op bij de bevoorradingen. Dat was echt een afknapper. Gelukkig heb ik in de loop der jaren van heel wat mooie evenementen deel mogen uitmaken, aanvankelijk vaak met de Sporters voor Artsen Zonder Grenzen, met mijn club De Kasteellopers uit Vorselaar of met enkele vrienden.”

Het is nauwelijks bij te houden hoeveel marathons je loopt, de teller staat al ver boven de driehonderd. Daarnaast heb je een flink stuk van de wereld gezien door je loopervaringen?
“Ik liep inderdaad de grote klassiekers als Parijs, Amsterdam, Londen en in heel wat andere grote steden. Een ander mooi avontuur beleefde ik in 1998 in Zuid-Afrika. Het was alweer vroeg opstaan en bitter koud toen om zes uur het startschot weerklonk. Ik zat nog in mijn apenjaren als marathonloper, minder dan drie jaar bezig, en plots liep ik daar tussen de uitwerpselen van olifanten en andere wilde dieren in de schitterende natuur. Van angst was geen sprake, we werden gerustgesteld door de rangers, maar het was wel een unieke beleving. Net als de wedstrijd op de Chinese Muur een jaar of vijf geleden, of mijn deelname aan de Trans Zagora Trail in Marokko. Ik liep marathons in zeventien verschillende landen en in vier werelddelen. Daar ben ik best wel trots op. Ik liep in de grote steden, maar hierdoor kreeg ik ook ontzettend veel respect voor de kleinere wedstrijden met hun eigen charmes.”

Toch botste je soms op tegenslagen die je fysiek en mentaal wisten te raken.
“Ik werd lang van de nodige pech gespaard tot een jaar of vijf geleden. Van Covid was al wel sprake, maar het was nog ver weg toen ik Geert Peeters leerde kennen. Het werd in korte tijd een goede vriend die ik had kunnen warm maken om een marathon te lopen. We legden samen heel wat kilometers af en zonder dat iemand het wist liep hij samen met mij een eerste marathon. Het doel was om samen nog veel avonturen te beleven, tot een noodlottig weekend begin mei. Op zaterdag kreeg ik het bericht dat een goede wandelvriend was overleden, amper twee uur later stierf mijn schoonzus. Op zondagmiddag trilde mijn gsm de hele tijd. Bleek dat ze het lichaam van een loper hadden gevonden in de bossen hier in Grobbendonk en het zou om mijn vriend Geert gaan. Drie overlijdens op een weekend, dat was een zware klap. Door corona geldden er andere regels, dus pakte ik de fiets om langs het huis van Geert te fietsen om zijn huisnummer te noteren om een kaartje te sturen aan zijn familie. Bij het passeren van een vuilniswagen botste ik op een vuilnisman en belandde in het ziekenhuis. De eerste vaststelling was dat er vier ribben gebroken waren, de komende maanden kwam men er ook achter dat mijn schouder en ook mijn heup was gebroken. Het was echt een lijdensweg, zowel mentaal als fysiek. Door te lopen kan je heel wat mentaal leed kaderen, maar dat was nu onmogelijk. Maar ik wist van mezelf dat ik met de nodige wilskracht ooit terug zou lopen. En dat gebeurde ook. Het was niet altijd even makkelijk, maar ik wist waarvoor ik het deed. Ook toen ik anderhalf jaar geleden het gevecht tegen een boom verloor en de kettingzaag in mijn been belandde. Lange tijd zag het er niet goed uit, maar ik ben blijven vechten en sneller dan verwacht stond ik aan de start van de marathon in Parijs. Dat was een persoonlijke overwinning. Ik mag intussen al 74 zijn, aan opgeven denk ik niet. Zo lang ik kan, blijf ik lopen. Dat houdt een mens immers jong.”

Foto's: Eddy Leysen en Louis Hufkens

Meer lezen van Eddy Leysen
Meer lezen over
sport

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.