Wereldreizigers

Leonie Bentveld: Nederlands cyclocrosstalent voelt zich in haar sas in Kasterlee

Gepubliceerd: 29 september 2023  |  Door: Eddy Leysen  |  Onderox editie: 234

KASTERLEE – Voor de 19-jarige Nederlandse Leonie Bentveld gaat het hard, ontzettend hard zelfs. Het veldrittalent van Friese origine rijgt de nationale titels in de jeugdreeksen aan elkaar en mag sinds begin dit jaar zelfs een wereldtitel op haar palmares schrijven. Zowat twee jaar geleden streek ze neer in de Kempen, eerst een jaartje in Lichtaart om zich daarna in Kasterlee te vestigen, een stap die ze zich nog geen moment heeft beklaagd.

Leonie, het nieuwe veldritseizoen is op gang geschoten. Hoe was je zomer en de voorbereiding op dit nieuwe cyclocrossjaar?
Leonie Bentveld: “Ik kende best wel een heel goede zomer, dus ik kan met veel vertrouwen de komende crosswinter tegemoet gaan. Na de laatste veldrit in februari nam ik drie weken rust om op adem te komen. Vanaf dan begon het werk richting het nieuwe seizoen en dat deed ik aanvankelijk aan de hand van een stage in Spanje. Daar heb ik goed kunnen trainen en opbouwen. Verder werkte ik deze zomer een stevig wegprogramma af en dat verliep eigenlijk vlotjes. Ik kreeg dankzij de ploeg de kans om op een hoog niveau wedstrijden te rijden zoals bijvoorbeeld de Baloise Ladies Tour. In een sterk deelnemersveld verbaasde ik mezelf in de eerste ritten, alleen gooiden twee valpartijen enkele dagen later wat roet in het eten. Ik heb de strijd moeten staken, maar gelukkig was de impact op de voorbereiding op het veldrijden niet zo heel groot. Het gaf vooral voldoening deze wedstrijden te kunnen rijden, vooral op het vlak van snelheid en hogere wattages te duwen. Bovendien is het leuk om doen, je komt ook eens andere gezichten tegen. Toen ik bij de jonge jeugd fietste, kreeg ik deze kansen niet, nu is het haast niet meer weg te denken uit mijn voorbereiding.”

Bij de mannen maar ook bij de vrouwen kiezen veldrijders steeds vaker voor de weg om het te maken. Heb jij die keuze al overwogen?
“Ik hou nog te veel van de cross om die ambitie te hebben. Voorlopig ligt de focus dus nog bij het veldrijden. Maar zoals ik al aanhaalde, doe ik het wel graag, net als andere disciplines. Zo neem ik op 1 oktober deel aan het Europees kampioenschap gravel in Oud-Heverlee. Ik trek er naartoe zonder al te hoge verwachtingen, het lijkt me een mooie kans om mijn duurvermogen aan te scherpen in het begin van het seizoen. Een koers langs vooral onverharde wegen over 130 kilometer is een uitdaging, maar wel eentje die me moet liggen. Zo genoot ik enorm van Dwars Door Het Hageland, eerder dit jaar, waar ik toch maar mooi de finish haalde en waar toch heel hard werd gekoerst. Bij een gravelfiets is de houding een klein beetje anders ten opzichte van een crossfiets en er wordt gereden op dikkere banden, voor het overige zijn er tal van vergelijkingen. Voor mij is het een ideale gelegenheid om iets nieuws te proberen. En daarna gaat de focus op het veldrijden. Starten deden we midden september al in Nederland, toch wil ik vooral goed zijn wanneer de kampioenschappen er aan komen na de jaarwisseling. Maar dat wil de concurrentie uiteraard ook.”

Kampioenschappen zijn nochtans wedstrijden die je moeten liggen, want je hebt al een uitgebreide collectie aan truien en medailles. Je mag je zelfs wereldkampioen noemen.
“Vooral op de Nederlandse kampioenschappen behaalde ik mooie resultaten. In mijn eerste NK in 2016 werd ik nog tweede, maar een jaar later mocht ik me Nederlands kampioen noemen en dat mag ik sindsdien nog steeds. De jongste zes kampioenschappen die ik reed wist ik te winnen, in 2021 werd er door corona geen NK gereden. Aan die reeks zou ik dolgraag nog een vervolg breien, al zal dat bij de beloften wel steeds moeilijker worden. Maar het is wel een doel, zoals ik ook op het EK, het WK en de wereldbekerwedstrijden top wil zijn. Vorig jaar mocht ik meerijden op het WK voor teams, de voor teams, de ‘team relay’, en daarin behaalden we met Nederland goud. Die titel heb ik al, maar mijn grote doel is toch ook een individuele wereldtitel te bemachtigen. Dat is waar we het voor doen.”

Bij de U23 behaalde je knappe resultaten, maar ook bij de dames elite verover je stilaan je plaats.
“Het lukt me inderdaad al aardig om mijn weg te vinden bij de dames. Maar ik merk wel dat er nog een lange weg te gaan is en die stappen om te groeien zet ik voorlopig liefst bij de beloften. In de wedstrijden die ik reed bij de dames elite ging het best wel lekker, maar daar is de startpositie zo belangrijk. Als je ergens achterin het deelnemersveld moet starten, wordt het moeilijk om een goed resultaat te behalen. Maar het maakt je als renster wel sterker. Een pluspunt is dat er minder naar je wordt gekeken en je met veel minder druk rondfietst. Het heeft allemaal wel zijn voor- en nadelen. Voorlopig wil ik dus eerst bevestigen bij de -23-jarigen. Wel ga ik er alles aan doen om een betere startpositie te bemachtigen, daarom trek ik voor het eerst naar de Wereldbekerwedstrijd in de Verenigde Staten. Daar wil ik al wat puntjes sprokkelen. Twee jaar geleden reed ik er al een WK en de cross in Amerika is toch iets anders dan bij ons. Er heerst ook wel een heel speciaal sfeertje, dat bevalt me wel.”

Dat je honderd procent voor je sport leeft is overduidelijk. Je ruilde voor je veldritcarrière het hoge noorden van Nederland in om je te vestigen in de Kempen.
“Ik woon nu zowat twee jaar in Kasterlee en hier voel ik me echt wel goed. Ik heb goede mensen om me heen, toch heel belangrijk voor me, en heb er heel wat meer mogelijkheden dan in Friesland, waar ik vandaan kom. Daar moest ik aan de mensen uitleggen wat veldrijden eigenlijk inhoudt, terwijl het hier een razend populaire sport is. (glimlacht) Ook de mogelijkheden om te trainen liggen voor het grijpen. Ik werd hier ook goed onthaald en intussen rijd ik regelmatig op zondag mee met de Kastelse Wielertoeristen. Die halen best wel een aardige snelheid en het is bovendien een leuke groep. Op woensdag train ik bij Tom De Kort in de Lichtaartse bossen, die als Kasterleenaar het terrein op zijn duimpje kent. Soms ga ik ook wel eens op pad met mijn landgenote Maud Kaptheijns die in Balen woont, dus er is altijd wel leuk gezelschap te vinden. Maar het is ook vooral veel praktischer om in België te wonen. Tot voor enkele jaren geleden moesten we vanuit Friesland elk weekend minstens zeshonderd kilometer extra afleggen in vergelijking met nu, dat scheelt nu toch een slok op de borrel. Hier ademt men de cross, zijn veel meer wedstrijden en word ik omringd door een geweldige groep mensen. Het zijn de ideale omstandigheden om te groeien in mijn sport, die echt wel een voltijdse bezigheid voor me is. Alles bij ons thuis staat in functie van de fiets en mijn carrière. Dat gaat dan niet enkel over trainen en rusten, dat is maar een deeltje van de sport. We doen het onderhoud van de fiets en het materiaal zelf, we houden ons bezig met het logistieke dat bij wedstrijden komt kijken, kortom onze dagen zijn goed gevuld.”

Word je in Kasterlee al herkend op straat?
“Dat valt op zich allemaal nog wel mee. Op de cross kennen ze me over het algemeen wel en er zijn wel eens mensen die me herkennen wanneer ik ze op straat tegenkom. Sinds mijn wereldtitel met Team NL vorig jaar kwam ik al wat vaker in de media en is die bekendheid wel een beetje toegenomen. En eigenlijk vind ik dat best leuk. Wat mij betreft mogen heel wat meer mensen me herkennen op straat, dat is een teken dat je goed bent in wat je doet en schitterende resultaten neerzet. Maar ook dat kan dus enkel door keihard te werken en je best te doen, ik weet dus dat er nog een lange weg te gaan is.” 

Meer lezen van Eddy Leysen
Meer lezen over
sport

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.