Wereldreizigers

Katrien Verlinden: Kinderwens brengt gezin naar Denemarken

Gepubliceerd: 21 mei 2025  |  Door: Nele Caeyers  |  Onderox editie: 253

KOPENHAGEN/GROBBENDONK/TIELEN — Hoewel verhuizen naar het buitenland nooit echt op de ‘bucketlist’ stond van Katrien Verlinden (47) en haar man Bart Nuyts (48), zag het koppel ondertussen toch al wel een stukje van de wereld. In de Deense hoofdstad Kopenhagen bereiden ze zich vandaag voor op een volgend avontuur.

Jullie belandden een tiental jaar geleden zo’n beetje per toeval in Denemarken?
Katrien Verlinden: “Ik ben afkomstig van Grobbendonk, Bart van Tielen. Samen woonden we in Pulle en we hadden beiden een gestructureerd leven. Ik gaf Nederlandse en Engelse les in Turnhout, Bart werkte voor KBC in Brussel. Maar op een gegeven moment begon het toch te kriebelen: de kinderwens borrelde op. Voor Bart was het meteen duidelijk: als hij in Brussel zou blijven werken, zou hij de kinderen weinig zien en een groot deel van de opvoeding missen. Elke dag was het immers vroeg weg, laat thuis. Dat wilde hij niet, hij wilde geen afwezige vader zijn. Verhuizen naar Brussel was voor ons beiden geen optie. Op hetzelfde moment dat we een aantal mogelijkheden aan het bespreken waren, kwam er de opportuniteit om voor de bank Nordea in Kopenhagen te gaan werken. Blijkbaar hadden ze daar iemand nodig. En in een opwelling zei ik: “Dat is het!”. Dat was het begin van alles.”

Bart zag dat meteen zitten dan?
“We hebben natuurlijk alles goed overwogen, maar het was snel duidelijk dat de work-life-balance in Denemarken beter is dan in België. We zouden dus veel meer tijd hebben om ons gezin aandacht te geven. We hakten snel de knoop door en toen ik acht maanden zwanger was, verhuisden we naar Kopenhagen. Kinderen krijgen kan immers overal, niet? Gelukkig werden we goed geholpen door het bedrijf en vonden we snel een geschikt appartement waar we vandaag nog altijd wonen. Onze twee zonen Rafael (9) en Adrian (6) zijn hier geboren, zij hebben dus nooit een andere thuis gehad en hebben het hier prima naar hun zin. En ik heb alle tijd gehad om de zonen te zien opgroeien. De moederschapsrust duurt hier veel langer, dus geen heen-en-weer-boekje van de crèche voor ons. Wij zijn op latere leeftijd ouders geworden, misschien heeft dat er ook wel wat mee te maken dat we echt bewust tijd willen maken voor onze kinderen.”

Dat gezin staat echt in het centrum van jullie doen en laten dan?
“Zeker. Wij zijn heel vaak met ons vieren samen. We kunnen hier niet op familie rekenen om de kinderen op te vangen en een babysit kost stukken van mensen. Een restaurantbezoek doen wij dus met ons vieren: dan gaan we brunchen! Verder zorgt de Deense overheid voor alles: alle kinderen kunnen hier sporten, cultuur opsnuiven, buiten spelen… Er zijn toegankelijke bibliotheken, tal van voorstellingen maar ook volop natuur en prachtige plekjes om te picknicken. Paardrijden of vioollessen, in België is dat niet voor iedereen weggelegd, maar hier in Denemarken kan iedereen dat doen. Onze jongens hebben hier een goed leven en voetballen, gaan zwemmen en volgden ook al dansles. We wonen in het zuiden van de hoofdstad Kopenhagen. Hier is nog veel groen, maar wat nog belangrijker is, is dat de ruimtelijke ordening heel goed in elkaar steekt. Bij elk nieuw gebouw hoort sowieso speelruimte en de architectuur is zo doordacht dat je nooit inkijk hebt bij elkaar. Dat geeft een heel open gevoel, wij moeten nooit de gordijnen dichtdoen. De isolatie is zo goed, dat de woningen geluidsarm zijn. Het zijn allemaal details, maar het verhoogt toch het gevoel van welzijn.”

Geen inkijk bij de buren, maar wel een goed contact dan?
“Dat is een teer punt. Integreren is hier niet makkelijk. Tot op de dag van vandaag hebben wij geen vrienden die enkel Deens zijn. Ik werk nu al acht jaar op de internationale school en al onze vrienden zijn ofwel ook buitenlanders ofwel gemengde koppels. Die warmte, die connectie met mensen uit je omgeving, dat mis ik allemaal wel. De Denen zijn rechtuit, of dat nu goed valt of niet. Toen één van de jongens een vriendje wilde uitnodigen om te komen spelen, kregen we een keer botweg te horen dat ze daar geen behoefte aan hadden. Wij zouden dan één of ander excuus verzinnen, maar hier is het wel meteen duidelijk. Ook tussen collega’s blijft de grens tussen werk en thuis heel duidelijk. Een etentje organiseren en je collega’s thuis uitnodigen? Not done. Ook op de internationale school is iedereen wat gereserveerder: je zit met veel nationaliteiten, veel verschillende culturen en overtuigingen. Je wilt niemand schofferen, humor is overal verschillend, de taal zorgt voor wat barrières,… Kortom, het is toch altijd wat op je woorden letten. Op straat een klapke doen met vreemde mensen, dat kan echt niet. Er is weinig spontaans bij, alles moet hier precies maanden op voorhand gepland worden.”

Dus, hoewel jullie winnen aan gezinsleven, valt het sociale wat weg?
“Je kan nooit alles hebben, wel? We zijn zeker en vast nu een warmer en hechter gezin dan dat we ooit in België hadden kunnen zijn, dat is een feit. Maar onze vriendenkring hier is er voornamelijk één van expats.”

Maak je dat dan goed door nog regelmatig naar België te komen?
“We komen inderdaad nog dikwijls naar de Kempen. Denemarken is het einde van de wereld niet. En we willen dat onze zonen België ook leren kennen, dat ze een band krijgen met het land en de streek waar wij vandaan komen. Die bezoekjes zijn altijd heel plezant. Ik voel me dan echt een toerist in eigen land. In Herentals gaan zwemmen! Vroeger leek dat heel gewoon, nu is dat een heuse traktatie om dat samen met de kinderen te kunnen doen. Ik vind het ook altijd zalig om de ex-collega’s van ’t Heilig Graf terug te zien. Ik heb echt nood aan die verbinding, aan empathie. En die vind ik gelukkig toch altijd weer terug in de Kempen. Het is voor de jongens ook belangrijk om hun familie te leren kennen. Mijn moeder is helaas drie jaar geleden overleden, maar de overige grootouders en de rest van de familie genieten van onze bezoekjes.”

Spreken zij allebei vlot Nederlands dan?
“De oudste spreekt goed Nederlands, de jongste voelt zich meer op zijn gemak in het Engels. Hoewel we thuis gewoon Nederlands spreken, praten de jongens onder elkaar Engels. Adrian spreekt altijd Engels terug maar verstaat alles in het Nederlands wel. Hij is wat meer terughoudend. Toen ze nog kleiner waren, keken we samen naar Ketnet en wellicht hebben we dat met Rafael toch wat meer gedaan dan met Adrian. Het is een beetje lastig want ik ben taalleerkracht, dus ik zou graag hebben dat hij ook met het Nederlands weg kan. We zullen het nog wat tijd moeten geven.”

Maar veel tijd heeft het kind niet, want er komt weldra nog een taal bij!
“Dat klopt. We bereiden momenteel onze verhuis naar Guatemala voor en daar spreken ze Spaans.” (glimlacht)

Zeggen jullie het ietwat koele Kopenhagen vaarwel dan voor een wat meer zuiders temperament?
“Het is maar voor een jaartje. En het is eigenlijk een lang verhaal. In 1996 trok ik als uitwisselingsstudent met AFS een jaartje naar Guatemala. Ik ben daar heel hartelijk ontvangen, heb daar een zalig jaar gehad en ben altijd contact blijven houden met mijn gastgezin. Ik ben ook nog verschillende keren terug geweest. Mijn gastouders van toen zijn inmiddels gescheiden en de nieuwe partner van mijn gastmoeder is Bernardo Arévalo. Dat doet wellicht bij weinig mensen een belletje rinkelen, maar hij werd in 2024 verkozen tot president van Guatemala. Mijn gastmoeder is nu dus de First Lady van het land. Met ons gezin bezochten we hen in het verleden ongeveer om de drie jaar voor een drietal weken, maar dat was altijd te kort. Onze kinderen worden daar echt beschouwd als kleinkinderen, dus je kan je indenken dat ze hen meer willen zien dan een keer om de drie jaar. Ze nodigden ons al meerdere malen uit om voor langere tijd naar daar te komen, maar ik vond het nooit het goede moment. Mijn vader is 84, hij is niet meer van de jongste. Maar toen een vriendin me onlangs zei: ‘Katrien, wat ga je zeggen als hij 94 wordt?’ is het me beginnen dagen dat we het er gewoon op moesten wagen. Ik vroeg een sabbatjaar aan op school en Bart, die ondertussen mede-eigenaar is van een eigen energiebedrijf, zal een nieuwe tak van zijn zaak in Guatemala opstarten. Het geeft hem ook de kans om een sociaal aspect aan zijn werk toe te voegen. Na jarenlang, en ik citeer: ‘rijke mensen nog rijker te hebben gemaakt’, wil hij werk doen met een sociale impact, het verschil maken voor mensen die het echt nodig hebben. En ik kan hem daar alleen maar bij steunen. We hebben ter plaatse al een bedrijf opgestart en hebben heel wat plannen voor de komende maanden.”

Met de president van het land achter de hand, moet dat goedkomen!
“Ach, het klinkt allemaal chiquer dan het is. Het opent natuurlijk wel deuren, maar voor alle duidelijkheid: we hebben ons eigen bedrijf Tierravista opgericht zonder inmenging. We hebben ons eigen huis en trekken dus niet in bij de president. Voor de jongens is het natuurlijk een heel avontuur. Ze kijken ernaar uit om in een huis met een tuin te wonen in plaats van een appartement. Maar ik wil hen vooral laten kennismaken met de warmte, de spontaniteit, de uitbundigheid van die zuiderse mentaliteit. Er wacht daar een hele familie op ons, dus we kijken er erg naar uit.”

En wordt het dan nadien terug Kopenhagen?
“De kernwaarde van ons bedrijf is heel duidelijk om in Guatemala lokale mensen te ondersteunen om hen de leiding te laten nemen in diverse projecten. Als we voor langere tijd zouden gaan, schuilt het gevaar erin dat we te betrokken blijven en hen niet genoeg loslaten. Bovendien hebben we nog steeds onze jobs in Denemarken. Laten we binnen enkele maanden nog eens afspreken voor een vervolg om te zien hoe we er dan over denken!”

Meer lezen van Nele Caeyers
Meer lezen over
gelukszoekers

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.