Wereldreizigers

Joeri Vosters, de vrachtwagen moet altijd blijven bollen

Gepubliceerd: 28 september 2021  |  Door: Peter Meulemans  |  Onderox editie: 212

ARENDONK – Op een zonnige nazomerse dag zit ik bij Joeri Vosters (48) op het terras. Het is zaterdag en hij is net terug van een rit naar Slovenië, Kroatië, Oostenrijk en Italië. De tattoo op zijn arm verraadt de liefde die hij voor het beroep van vrachtwagenchauffeur heeft. Ook al zijn de werkomstandigheden niet altijd ideaal. “Je moet inderdaad een brede rug hebben”, aldus Joeri.

Naast de woning van Joeri blinkt de knalgele vrachtwagen van Tyretrans NV, zijn werkgever. Maandagmorgen, bij dag en dauw, start hij zijn vrachtwagen om pas op vrijdag, of vaak zaterdag, terug in Arendonk te landen. “We hebben uiteraard een strikte planning”, vertelt Joeri. “Maar toch geeft het mij een geweldig gevoel van vrijheid om alleen met je vrachtwagen onderweg te zijn. Ik heb vroeger ook enkele jaren enkel in het binnenland gereden maar dan wil je elke dag tijdig thuis zijn. Dat bezorgde mij meer stress dan nu. Dus ben ik in 2016 terug internationaal beginnen rijden. En ik word daar nog altijd erg gelukkig van.” Het was zijn stiefvader die de microbe aan Joeri doorgaf. “Als jonge knaap kon ik dan wel eens meerijden en dat fascineerde mij enorm”, herinnert de papa van Ellen en Daan zich nog. “Ik moest daar verder niet over nadenken. Ik zou ook vrachtwagenchauffeur worden. Op mijn 21ste was het zover. Later komen er dan vrouw en kinderen bij en het moet gezegd, het is dankzij hen dat ik dit 27 jaar later nog altijd kan en mag doen. Ik heb bij collega’s heel wat huwelijken zien sneuvelen. En jammer genoeg heb ik zelf de geboorte van onze zoon gemist. Hij is zes weken te vroeg geboren en ik stond toen vast op de ring van Napels. Niet prettig. Bij onze dochter was ik gelukkig net op tijd.” (lacht)

NIERTJES EN LEVER
De klanten van Joeri zijn vaak kleinere autobandenhandelaren. En dat brengt hem wel eens in smalle straatjes die niet of nauwelijks geschikt zijn voor vrachtwagens. “Mensen die naar Zuid-Frankrijk op vakantie gaan, kennen ongetwijfeld die kleine gezellige Franse straatjes”, lacht de chauffeur. “Zoals in het centrum van Marseille of Toulouse. Je schrikt je rot als daar plots een vrachtwagen komt aangereden. Ik krijg dan wel eens verwijtende blikken maar het kan niet anders. Autobanden worden ook niet op paletten gestapeld maar liggen los in de laadruimte. Die worden dus één voor één gelost. Vaak bel ik op voorhand met de vraag om wat plaats te maken. Altijd spannend want ik spreek niet echt vloeiend Frans. (lacht) Bij één klant moeten ze telkens een rotonde afzetten omdat ik anders niet kan manoeuvreren.” Het gebrek aan talenkennis speelt Joeri ook wel eens parten in de bewuste routiers. Dat zijn typische chauffeur-restaurants waar je ook kan douchen. “Ik rij vaak bij erg zomerse temperaturen van 30° en meer. In die laadruimte is het dan bloedheet. En omdat die banden manueel moeten worden gelost, zweet je telkens als een beest. Je kan dan telkens wel van T-shirt wisselen maar ’s avonds wil je echt wel douchen. Om daarna rustig met andere chauffeurs wat te eten. Maar ik heb niet altijd een idee wat ik bestel. Als er boeuf, cognac of provençale bijstaat, denk ik altijd wel dat ik het lust. Als het dan lever of niertjes blijken te zijn, durf ik wel eens vloeken.” (lacht)

OVERVOLLE PARKINGS
Als vrachtwagenchauffeur moet je uiteraard je plan kunnen trekken want je staat er vaak alleen voor. En dat geldt niet alleen voor de taalbarrières maar ook op vele andere vlakken. “Vroeger was er misschien meer collegialiteit onder chauffeurs”, mijmert Joeri. “Als je toen panne had onderweg stopte er wel eens een collega. Samen kreeg je dan het probleem wel opgelost. Nu is het plan trekken en vaak één of andere technische dienst bellen. De steeds aanwezige tijdsdruk heeft die collegialiteit wel wat onderuit gehaald. Ook andere weggebruikers hebben niet steeds het nodige geduld of respect. En dat zorgt ook wel voor frustratie en vaak gevaarlijke situaties. Fietsers bijvoorbeeld die je toch passeren terwijl je aan het manoeuvreren bent, dat is levensgevaarlijk. Want wij zien hen meestal niet. Ik begrijp het wel, iedereen is gehaast en we zijn met veel meer vrachtwagens dan vroeger. Maar hopelijk staan de mensen daar ook bij stil als hun pakketje dat online besteld is aan huis wordt gebracht. Iemand moet wel voor dat transport zorgen hé.” (lacht) Na 27 jaar in het vak van vrachtwagenchauffeur zijn er uiteraard vele anekdotes. Veelal zijn ze gelinkt aan de overvolle parking. “Ook hier is het regelmatig je plan trekken. Als de parking vol staat moet je op zoek naar een plaats waar je toch veilig de nacht kan doorbrengen. Zo heeft een vriendelijke man wel eens op mijn deur geklopt om zijn diensten aan te bieden, als je begrijpt wat ik bedoel. (lacht) Ook ben ik eens moeten gaan lopen toen ik ’s nachts opstond om een plasje te doen en plots verrast werd door een blaffende rottweiler die vlak naast me stond. Een ander keertje stond ik ’s nachts ergens geparkeerd en ging ik ’s morgens even een rondje wandelen. Bleek dat ik op een militair domein stond waar het Frans leger oefeningen aan het doen was. Toen ben ik ook maar snel doorgereden.” (lacht)

Meer lezen van Peter Meulemans
Meer lezen over
reizenopvallende jobs

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.