Wereldreizigers

Gert Verstraelen: Olympische medaille als eerbetoon aan nierdonor

Gepubliceerd: 25 mei 2023  |  Door: Peter Meulemans  |  Onderox editie: 231

ARENDONK — Toen Gert Verstraelen (52) uit Arendonk twaalf jaar geleden de diagnose kreeg dat zijn nieren nog slechts voor 39% functioneel waren, viel de wereld op zijn kop. De moeilijke zoektocht naar een donor kon starten. In 2016 kreeg hij het verlossende telefoontje. Er was een donor gevonden en de transplantatie kon opgestart worden. Nu, zeven jaar later, kaapt hij op de World Transplant Games, de Olympische Spelen voor getransplanteerden in Australië, twee medailles weg. Dat maakt hem nog meer dankbaar voor de kansen die hij heeft gekregen dankzij deze transplantatie.

Het gebeurt niet alle dagen dat ik bij iemand aan tafel kan aanschuiven die twee olympische medailles om zijn nek heeft hangen. Maar niemand die beter weet dan Gert hoe lang en moeilijk de weg hiernaartoe is geweest. Niet zozeer de wedstrijd zelf, maar vooral het pad dat Gert bewandeld heeft sinds hij de diagnose kreeg. Drie maal per week aan de dialyse en een superstreng dieet. Het pleziert hem zijn verhaal, en dat van vele andere patiënten, te kunnen delen en op die manier orgaantransplantatie meer onder de aandacht te brengen.

Gert, eerst en vooral een hele dikke proficiat met je twee medailles. Ik begin met een cliché. Was het verwacht?
Gert Verstraelen: “Verwacht zeer zeker niet. Eigenlijk was het koffiedik kijken. We zijn geen coureurs die elkaar wekelijks op één of andere wedstrijd treffen. Bovendien was het deelnemersveld zeer internationaal gekleurd. Het was dus echt afwachten hoe sterk de tegenstand was. Ik heb uiteraard een goede conditie. Ik heb me altijd goed verzorgd, veel getraind ook. Maar het was pas tijdens de wedstrijd zelf dat ik merkte dat ik bij de beteren was.”

Welke wedstrijden heb je gereden?
“Ik heb deelgenomen aan drie wedstrijden. Eerst was er de wegrit van 30 km, daar ben ik derde geworden. De tijdrit was 10 km. Daar werd ik mooi vijfde. En dan hadden we met het Belgische team nog een ploegentijdrit van 20 km, waar we een fantastische tweede plaats behaalden. De afstand is telkens niet bijzonder ver maar dat maakt het eigenlijk tot één lange spurt. Bovendien was het op een racecircuit met de nodige hoogtemeters. Het ging vooruit. (lacht) Ik ben echt tot het uiterste gegaan. Dat was ik verplicht aan mijn donor.”

We lezen en horen wel eens over orgaantransplantatie. Maar hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk?
“In mijn geval gaat het dus over een niertransplantatie. Op het moment dat men vaststelt dat je nieren onvoldoende functioneren, start de zoektocht. Dat klinkt eenvoudig maar dat is het allerminst. Mensen weten dat je in België, behalve als je uitdrukkelijk een verbod geeft, automatisch je organen afstaat voor transplantatie. Maar dat klopt maar gedeeltelijk. Indien je zelf op voorhand je toestemming geeft, en de situatie doet zich voor, dan wordt de procedure meteen opgestart en wordt er geen tijd verloren. Wanneer je zelf niet uitdrukkelijk je toestemming hebt gegeven, of een verbod, dan beslissen de nabestaanden. Maar je begrijpt, als je als familie net het nieuws hebt gekregen dat je partner, kind of ouder hersendood is, dan is het zeer moeilijk om toestemming te geven voor transplantatie. Want ergens blijf je dan hopen dat het nog goed komt. Zo gaan er veel potentiële donoren verloren en blijft de wachtlijst maar oplopen. Vandaar deze warme oproep om je te laten registreren voor orgaantransplantatie, of maak het op z’n minst bespreekbaar binnen je familie. Je hebt zeven organen die in aanmerking komen voor transplantatie, dus zeven potentiële kansen om iemand een tweede leven te geven.”

Ik geef toe dat ik ook dacht dat dit automatisch geregeld was. Maar dat klopt dus niet?
“Mensen vergeten misschien wel eens dat orgaantransplantatie enkel kan gebeuren door mensen die hersendood zijn. Want de organen moeten tot het moment van transplantatie actief zijn. Bovendien komt niet elk orgaan zomaar in aanmerking voor eender welke patiënt. Daar zijn een hele reeks voorwaarden aan verbonden. Het moet een 100% match zijn, waar dan nog eens enkele experten groen licht voor moeten geven. Pas dan wordt de patiënt op de hoogte gebracht. Bij mij heeft dat op een week na twee jaar geduurd.”

Ik neem aan dat je je dat telefoontje nog goed kan herinneren?
“Absoluut! Dat was een echt sinterklaasgeschenk. Dat gevoel is onwezenlijk. Je kan gerust stellen dat je daar gedurende die twee jaar elke dag op hoopt. Bij elke telefoon hoop je dat het voor de verlossing zal zorgen. Als het dan zo ver is, is het één en al emotie. Maar je hebt daar geen tijd voor. Dan is het auto in en naar het transplantatiecentrum. Als je daar niet binnen de twee uur arriveert, schuif je terug op. En dat wil je niet. Dus geen tijd te verliezen. Ja, die dag vergeet je sowieso nooit meer. Ik herinner me zelfs dat het me even niet lukte om te praten. Ik kreeg letterlijk niets meer gezegd.”

Twee uur zeg je. Je zal maar net op vakantie zijn.
“Dat is sowieso uitgesloten. Wij zijn in die twee jaar één keer een weekend naar Zeeland geweest. Verder niet. Dat risico wil je echt niet lopen.”

Je moest in al die maanden ook aan de nierdialyse. Wat moet ik me daar bij voorstellen?
“Onderschat dat vooral niet. Naast een streng dieet ging ik drie keer per week naar het ziekenhuis waar ik dan een viertal uur aan een machine hing. Dit was nodig om mijn bloed te zuiveren, omdat die functie niet meer door mijn nieren gebeurde. Het is dus echt wel noodzakelijk. Maar plezant is dat niet. En het heeft uiteraard een zeer zware impact op je werk en je sociale leven. Je bent echt van je vrijheid beroofd. Maar ik heb daar steeds het beste van gemaakt. Ik nam mijn laptop mee zodat ik daar wat kon werken en geen vier uur naar het plafond moest staren. Ik werk bij Paccor in Oud-Turnhout en daar hebben ze mij ook altijd gesteund, wat ik uiteraard heel erg gewaardeerd heb.”

Even terug naar Australië. Je leeft daar twee weken tussen lotgenoten. Ik neem aan dat dat erg veel deugd moet doen.
“Enorm. Je kan je dat niet voorstellen. Dat mogen beleven samen met mijn gezin, dat was fantastisch. Kippenvel van begin tot einde. Zo’n samenhorigheidsgevoel als je al die verhalen hoort. Ik maakte bijvoorbeeld kennis met een jonge kerel die een nieuwe lever had gekregen. Toen hij zijn diagnose kreeg, had men welgeteld veertien dagen om een donor te vinden. Zo niet zou hij het niet gehaald hebben. Je kan je niet voorstellen hoe die dagen voor die kerel moeten geweest zijn. En dan te beseffen dat je dankzij die donor mag meedoen aan het allerhoogste sportieve evenement. Dat maakt je zeer nederig, zeer dankbaar. Het minste wat we dan kunnen doen om onze donors te eren, is ons volledig de pleuris rijden. En dat hebben we dan ook gedaan.” (lacht)

Wat mag ik jou nog toewensen Gert?
“Het is prima zo. Ik heb al veel meer gekregen dan dat ik tien jaar geleden kon dromen. Een dergelijke ervaring helpt je ook om alles beter te relativeren. We zeuren en klagen wel eens. Maar dat is vaak peanuts in vergelijking met wat anderen meemaken. Vergeet dat niet. Geniet van elke dag en maak er iets moois van.”

Meer lezen van Peter Meulemans
Meer lezen over
sportmaatschappij

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.