Wereldreizigers

Fotografe Nicol’ Andrea: een leven in beelden

Gepubliceerd: 22 april 2025  |  Door: Rune Smets  |  Onderox editie: 252

MERKSPLAS/VOSSELAAR — Nicol’ Andrea (62) uit Merksplas is geen doorsnee fotografe. Geboren in Vosselaar, maar met een carrière die zich uitstrekt van Londen en Parijs tot New York, heeft ze gewerkt voor grote namen als Vogue Hommes en Knack Weekend. Haar stijl? Puur, spontaan en altijd met oog voor de omgeving. Haar werk omvat mode, reisfotografie en portretten, en haar leven is even boeiend als de beelden die ze vastlegt.

Nicol’, je studeerde af als communicatiewetenschapper met de ambitie om schrijver te worden. Hoe ben je dan alsnog in de fotografiewereld beland?
Nicol’ Andrea: “Beelden zijn altijd een deel van mijn leven geweest. Ik wist dat ik iets creatiefs wilde doen, ofwel schrijven ofwel met beelden werken, of misschien allebei. Mijn vader had een Super 8-filmcamera, dus ik filmde al op jonge leeftijd. Op mijn zestiende kocht ik van mijn eerste spaargeld een camera en de start was gemaakt. Ik dacht lange tijd dat ik de journalistiek zou ingaan, maar gaandeweg merkte ik dat ik met beelden vaak meer kon zeggen dan met woorden.”

Je begon je internationale carrière bij Models 1 in Londen, waar je portfolio’s voor modellen maakte. Hoe ben je daar terechtgekomen?
“Ik was destijds voltijds aan de slag in België, maar de drang om naar het buitenland te gaan bleef. Een man uit Beerse, die een trendy kledingwinkel runde, nam me een weekend mee naar Londen om merkkleding in te slaan. Uiteindelijk bleek dat een smoes te zijn om een vriend te kunnen voorstellen aan een modellenbureau. Ik ging mee en raakte in gesprek met de secretaresse. Twee weken later kreeg ik de vraag om portfolio’s te maken voor Models 1, toen het grootste modellenbureau van Groot-Brittannië. Na een jaar in Londen besefte ik dat ik eigenlijk in Parijs moest zijn voor de modewereld. Ik kreeg er mijn eerste officiële job als fotografe te pakken, voor Vogue Hommes. Ongelofelijk, maar ook direct een vuurdoop. Uiteindelijk ben ik vier jaar in Parijs blijven wonen.”

Hoe idyllisch werken voor Vogue in Parijs ook klinkt, ik neem aan dat het niet altijd een droom was om te wonen en werken in een grootstad?
"Absoluut niet. Het was keihard overleven. Ik werkte dag en nacht, koos soms tussen brood en een filmrolletje. Ik moest creatief zijn om rond te komen. Slapen deed ik in kleine kamertjes, altijd tijdelijk. Het was een periode zonder internet, zonder gsm’s, zonder de moderne hulpmiddelen die we nu als vanzelfsprekend beschouwen. Je moest alles zelf uitzoeken. Maar ik was vastberaden.”

Heb je veel tegenslagen moeten verwerken?
"Zeker. In Parijs werd ik ooit overvallen door een groep mannen die mijn camera wilden stelen. Op een ander moment werd er ingebroken in mijn appartement en werden al mijn camera’s gestolen. Ik had geen geld om nieuwe apparatuur te kopen en ben noodgedwongen teruggekeerd naar België om wat bij te verdienen. Met het geld dat ik verdiend had, schafte ik een tweedehands camera aan. Met slechts één camera en een vijftig millimeter lens ben ik dan opnieuw beginnen bouwen aan mijn carrière in het buitenland. Dat was een uitdaging, maar het leerde me dat fotografie niet draait om dure apparatuur, maar om je oog en je visie."

Je hebt de jaren '90 in de modewereld intens beleefd als fotografe. Hoe kijk je daarop terug?
"De jaren '90 waren een ongelofelijke tijd. Ik woonde in Parijs, in een klein appartementje vlakbij het Centre Pompidou. Mijn keuken was mijn donkere kamer waar ik mijn foto’s ontwikkelde. Overdag werkte ik, ’s nachts gingen we uit – van ‘Les Bains Douches’ naar de ‘Folies Pigalle’. Die tijd was intens, chaotisch, maar ook magisch. Ik zat op alle modeshows, kende de grootste designers en heb dingen gezien die mensen zich nu niet eens kunnen voorstellen. Maar het was niet altijd makkelijk. Je moest je staande houden in een wereld die genadeloos kon zijn."

Buiten de wereldsteden trok je ook naar Mali, Burundi en Sierra Leone als fotografe voor UNICEF. Hoe heb je dat contrast met de modewereld beleefd?
"Dat contrast was enorm. Van een luxueus hotel voor een modeshoot naar een vluchtelingenkamp, het voelde soms bijna absurd. De UNICEF-reizen waren ontzettend intens. De hele dag werken in de meest schrijnende omstandigheden: kindersterfte, kindsoldaten, vrouwenbesnijdenis... Het was zwaar. Maar ik probeerde altijd respectvol te werk te gaan. Voordat ik een foto maakte, knikte ik bijvoorbeeld naar een moeder van een ziek kind, een stille vraag om toestemming. De camera fungeerde als een soort schild, maar de beelden bleven natuurlijk hard binnenkomen."

Ondertussen is je carrière dus veel breder dan modefotografie alleen: portretten, reisfotografie, landschappen,… Wat drijft je daarin?
"Ik wil niet in één hokje gestopt worden. Ik heb modefotografie nooit losgelaten, maar ik heb zoveel meer interesses. Portretten, reizen, het onverwachte vastleggen. Alles kan en dat is net het mooie. Die vrijheid in mijn fotografie is het allerbelangrijkste voor mij."

Hoe onderscheid je jezelf van andere fotografen?
“Ik heb altijd gewerkt met een sterke focus op locatie. Of het nu mode, portret of reportage was, de omgeving is voor mij minstens even belangrijk als het onderwerp zelf. De juiste setting bepaalt mee de sfeer en het gevoel van de foto. Dat heb ik doorheen de jaren steeds benadrukt in mijn werk. Ik scout locaties constant, zelfs als ik niet aan het werk ben. Soms botst een locatie gewoon op mij: een etalage, een verlaten metrostation... Je moet leren kijken en het potentieel van een plek zien.”

Daarnaast lijken je foto’s ook sterk gebaseerd op intuïtie. Hoe belangrijk is dat voor jou?
"Intuïtie is alles. Vroeger, in de analoge tijd, speelde techniek een veel grotere rol. Je had met fotorolletjes maar een beperkt aantal kansen om dé foto vast te leggen. Maar ik merkte al snel dat ik me daar niet op wilde focussen. Het heeft me jaren gekost om dat technische los te laten, maar nu werk ik bijna volledig intuïtief. Mijn blik is getraind zonder dat ik het door heb. Ik zie reflecties, toevallige composities, kleine details die anderen misschien niet opmerken. Dat gebeurt gewoon. Ik ga vaak zonder specifiek plan op pad, ik loop ergens en plots zie ik het.”

Kan je die intuïtie ooit ‘uitzetten’?
"Nee, nooit. En dat hoeft ook niet. Het is een soort automatisme geworden. Ik kan 's nachts wakker worden en plots iets zien door het maanlicht. Of ik sta bij een dreigend onweer gewoon buiten te kijken, omdat ik dat wil vastleggen. Soms kom ik met niets terug, maar de drang om dat moment te zoeken is er altijd. Fotografie blijft een ontdekkingstocht, elke dag opnieuw.”

Je foto's lijken ook vaak te getuigen van het onverwachte. Welke ‘fout’ die je ooit maakte tijdens een shoot bleek achteraf een zegen te zijn?
"Soms zie je pas jaren later de schoonheid van iets wat je destijds als een mislukking beschouwde. Ik heb foto’s die onscherp waren of waar iets onverwachts in gebeurde, en toen dacht ik: ‘Dit is niet goed genoeg.’ Maar bij het voorbereiden van tentoonstellingen duik ik in mijn archieven en ontdek ik beelden opnieuw. Ineens besef ik dat ze met de tijd alleen maar sterker zijn geworden.”

In september organiseerde je ‘Expo‘24’, een tentoonstelling met 200 foto’s uit je decennialange carrière. Hoe was het om je eigen tentoonstelling te cureren?
“Uit duizenden foto’s een selectie maken die mijn carrière en evolutie als fotograaf weerspiegelt, was een hele uitdaging. Je kijkt anders naar je eigen beelden dan naar die van iemand anders. Uiteindelijk heb ik gekozen voor foto’s die voor mij een bepaalde emotie oproepen of een bijzonder moment in mijn carrière markeren. Het was confronterend, maar ook mooi om terug te blikken op alles wat ik de voorbije decennia heb mogen vastleggen.”

Is er een foto die je altijd al had willen maken, maar die je nog niet hebt kunnen vastleggen?
"Ik hoop altijd dat mijn beste foto nog moet komen. Fotografie is een proces en mijn blik op beelden evolueert voortdurend. Wat vandaag mijn favoriete foto is, bekijk ik een jaar later misschien heel anders. Dat vind ik het boeiende eraan: het verrassingseffect, dat moment waarop je voelt: ‘Yes, dit is het.’ Het gaat niet zozeer om wat er op de foto staat, maar om het gevoel dat het oproept."

Wat brengt de toekomst?
"Blijven fotograferen, reizen, tentoonstellen. En mijn YouTube-kanaal verder uitbouwen. Ik maak nu korte filmpjes over mijn reizen en tentoonstellingen. Dat project geeft me veel energie en hoop ik in de toekomst uit te kunnen breiden. Fotografie zit in mijn bloed. Als ik drie dagen geen foto maak, word ik onrustig. Het is geen werk, het is een manier van leven. Ik zie overal beelden. Op straat, tijdens het reizen, zelfs als ik met iets totaal anders bezig ben. De drang om vast te leggen wat ik zie, dat blijft. Zolang ik die drang blijf voelen, weet ik dat ik op het juiste pad zit.”

MEER INFO
Instagram @nicolandreaphotography en www.nicolandrea.com. Nicol’ cureert binnenkort de tentoonstelling ‘Retrospectieve Annemie Van Breda’. De expo is te bezoeken op 10, 11, 17 en 18 mei in Het Kasteeltje in Merksplas, telkens tussen 10 en 17 uur.

Foto’s: Nicol’ Andrea

Meer lezen van Rune Smets
Meer lezen over
Fotografie

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.