Wereldreizigers

Fanny Hartanti: een big city girl in de stille Kempen

Gepubliceerd: 16 december 2021  |  Door: Peter Meulemans  |  Onderox editie: 215

NOORDERWIJK/JAKARTA – Voor de liefhebbers, het Aziatische land Indonesië is ongeveer 65 keer groter dan België. Dat is bijna vier keer Frankrijk. Het behoort daarmee tot de grootste landen van de wereld. De hoofdstad Jakarta telt meer dan tien miljoen inwoners en is de grootste metropool van Zuidoost-Azië. Het is in die wereldstad dat Fanny Hartanti (42) opgroeide. Toch bracht de liefde haar naar het rustige Noorderwijk met ongeveer een vijfduizend inwoners op de teller. Om daarvoor naar de andere kant van de wereld te vliegen, dat moet echt wel de grote liefde zijn geweest. “Of je moet goed zot zijn”, lacht ze. “Compleet crazy als je er zoveel jaren later op terugkijkt.”

In de Kempen maken we ons stilaan op voor de feestdagen. Overal sfeerlichtjes, Mariah Carey is niet te vermijden op de radio en de winkels doen er alles aan om ons te overhalen die laatste kerstcadeaus bij hen te kopen. Maar kennen ze dat ook in Indonesië, aan de andere kant van de wereld? En zijn er überhaupt gelijkenissen tussen de wereldstad Jakarta en Vlaanderen? Bijzonder weinig als ik Fanny mag geloven. En zij kan het weten. Ondertussen woont ze al achttien jaar in Noorderwijk, samen met haar echtgenoot Jo en hun dochter Alyssa.

Is het momenteel ook kerstsfeer in Indonesië? Of hoe viert men ginder deze dagen?
Fanny Hartanti: “De overgrote meerderheid in Indonesië is moslim. Dus Kerstmis vieren zoals men dit hier in de Kempen doet, kennen ze niet. Er heerst wel een bepaalde kerstsfeer in de straten. Dat idee neemt men wel over. In de grote shoppingcentra bijvoorbeeld, de malls, vind je ook veel kerstbomen, verlichting en dergelijke. Elk jaar worden die bomen groter en groter. (lacht) Met veel decoratie en zo. Maar echt met de familie feesten is er niet bij. Het is daar deze periode rond de 30°C. Dus je kunt het sowieso niet vergelijken met de sfeer hier. In Noorderwijk, bij de familie van Jo, vieren we Kerstmis uiteraard wel. Met veel lekker eten en cadeautjes.”

Oud en nieuw wordt dan wel intensief gevierd?
“Dat zeker wel. Dat is één groot feest. Die dagen wordt er wel veel vrijaf genomen en trekt men vaak naar andere delen in het land. Puncak Jaya is bijvoorbeeld erg populair. Heel typisch is dan de verkeersdrukte. Dat is in Jakarta sowieso al een complete ramp, en dat is het zeker met oud en nieuw. Dat wordt dus echt wel buiten gevierd. Overal vind je dan ook een soort papieren trompetten die op de hoek van de straat verkocht worden. Dagenlang getoeter. (lacht) En veel vuurwerk uiteraard.”

Kerstmis is dus helemaal niet te vergelijken. Geldt dat ook voor het dagelijkse leven?
“Ook dat is niet te vergelijken. Zeker niet in Jakarta zelf. Al heb ik wel een gelukkige jeugd gehad. Ik ben een spoiled kid, een verwend nest, zeg maar. Ik ben enig kind en kwam niets tekort. Ik heb me ook nooit onveilig of arm gevoeld. Het is wel altijd druk. Na de schoolse activiteiten neem je er heel wat hobby’s bij. Zelf heb ik toneel gevolgd, danslessen, taekwondo, karate, noem maar op. Niet dat dat typisch Indonesisch is maar ik verveelde me gewoon snel. (lacht) Jeugdverenigingen zoals Chiro en KLJ kennen ze er niet. Vaak worden kinderen ook naar Chinese lessen gestuurd. Op dat vlak staan kinderen er wel meer onder druk dan hier. De Aziatische prestatiemaatschappij is er toch wel sterk aanwezig. Je kan er eigenlijk niet gewoon voor verpleegster studeren want dan zal iedereen je vragen waarom je niet voor dokter studeert. Idem voor een dierenverzorger, dat begrijpen ze niet. Je moet veearts worden. Daar ben ik zeker niet jaloers op. Al kan ik niet vergelijken met het leven in de bergen bijvoorbeeld, dat zal ongetwijfeld helemaal anders zijn. Indonesië is een groot land. Je kan het dus niet zomaar over één kam scheren.”

Is Jakarta een citytrip waard?
“Dat zou ik niet doen. Veel te druk. Veel te warm. Dan zijn er veel mooiere plaatsen in Indonesië. Het land telt een paar duizend eilanden. Borneo en Bali zijn waarschijnlijk de bekendste toeristische bestemmingen. En zeker de moeite waard. Maar er zijn nog mooie plaatsen. Lombok bijvoorbeeld. Vergelijkbaar met Bali maar minder toeristisch. De eilandengroep Raja Ampat is ook adembenemend mooi. Sowieso een betere keuze dan Jakarta.”

Dan vraag ik me toch wel af hoe deze big city girl in Noorderwijk is beland.
“De liefde hé. Niets meer en niets minder dan de liefde. Jo en ik werkten beiden voor Maersk Shipping Company, een wereldspeler in de logistiek. Hij werkte in Antwerpen, ik in Indonesië. Het lot bracht ons echter samen in Kopenhagen waar we door het bedrijf waren uitgenodigd om een soort managementopleiding te volgen. Daar is de vonk overgeslagen. Ik ben nog terug naar Indonesië gegaan maar kort daarna verbleef ik toch bij hem in Noorderwijk. De liefde was serieus. Echt serieus, want ik heb zomaar mijn familie en mijn carrière achtergelaten voor hem. Echt crazy. Ik sprak uiteraard ook geen woord Nederlands. Niet simpel hé.”

Ondertussen is je Nederlands prima. Hoe waren die eerste weken en maanden in de Kempen?
“Ik herinner me nog dat ik de eerste keer op bezoek was in Noorderwijk. Ik was shocked. En eigenlijk ook wel wat bang. Ik dacht, waar ben ik terechtgekomen? Ik zag alleen maar velden en koeien. (lacht) Op dat moment zou ik ook nooit gedacht hebben dat ik me hier definitief zou vestigen. Er zijn zeker nog plannen geweest om terug naar Indonesië gegaan en initieel was het plan om in Antwerpen te gaan wonen. Dat paste toch al beter bij Jakarta. (lacht) Maar het is er nooit van gekomen. Ik was snel zwanger. Ik zei al dat de liefde groot was. (lacht nog harder) Dus dat was toen echt wel een rollercoaster. Ik zat helemaal aan de andere kant van de wereld, tussen de velden, zwanger, ver weg van mijn familie, zonder een woord Nederlands te spreken. Dat doet iets met een meisje van vierentwintig. Maar het is helemaal goed gekomen. Ik zou nu niet meer willen verhuizen. Het is prima zo.”

Hoe stelt je dochter het in België?
“Uitstekend. Het is een smart girl. Alyssa heet ze en ze is nu zeventien. Ze heeft het hier perfect naar haar zin. Ik merk wel dat ze met de jaren meer en meer interesse begint te tonen voor haar roots. We zien nog wel wat haar toekomst brengt.”

En ondertussen ben jij ook helemaal ingeburgerd.
“Helemaal. Ik ben vrij snel Nederlandse lessen gaan volgen. Dat was wel nodig om sneller enkele deuren te kunnen openen. Wist je trouwens dat wij in Indonesië ook woorden kennen zoals koelkast, asbak, boontjes en wortel? Heeft nog te maken met het Nederlandse bewind meer dan honderd jaar geleden. Voor de rest vond ik het wel moeilijk om Nederlands te leren. Al die uitzonderingen. Daarbij kwamen nog de verschillende dialecten. Ik had via het werk contacten met collega’s in Rotterdam, Groningen en West-Vlaanderen. Ik dacht, die spreken toch niet dezelfde taal. (lacht) Het is wel prettig dat het onderwijs hier zeer betaalbaar is, idem voor ziekteverzekering. Dat is in Indonesië bijna onbetaalbaar. Je moet daar echt voor sparen. 30.000 euro per jaar aan een school betalen is er geen uitzondering. Je hebt uiteraard ook publieke scholen, maar dat is toch van een andere kwaliteit.”

Ik heb al begrepen dat Kempenaren en Indonesiërs erg verschillen. Wat is het grootste verschil?
“Vlamingen zijn veel meer gereserveerd en conservatief. Zeker op het vlak van technologie. Als er een nieuwe iPhone uitkomt, denkt men hier vaak: we zien wel, of we hebben dat niet nodig. In Indonesië moet je de eerste zijn om “mee” te zijn. Maar dat maakt wel dat daar technologie veel sterker aanwezig is in het dagelijkse leven. In Indonesië is alles een wedstrijd. Als je buurman vijftien uren werkt, moet jij er zestien werken. Hier is de work-life balans veel beter. En rustiger vooral. Ook bij het opbouwen van een sociaal netwerk heb ik hier een zekere gereserveerdheid opgemerkt. Het was niet eenvoudig om in een vriendengroep te geraken.”

Wat doe je als je niet aan het werken bent?
“Ik lees bijzonder veel. Vooral fictie. Ik heb enkele jaren geleden ook vier boeken geschreven die gepubliceerd zijn in Indonesië. Misschien moet ik daar nog eens iets mee doen.”

Ik zit hier dus bij een echte auteur. Vertel daar eens iets meer over.
“Mijn eerste jaren hier waren niet de eenvoudigste, dat vertelde ik al. Ik wou dat van mij afschrijven. En dat resulteerde in ‘Four Seasons in Belgium’. Het is fictie maar het is uiteraard wel op die jaren gebaseerd. Toen dat verhaal klaar was, stuurde ik het naar een vriend in Indonesië die ook al enkele publicaties had. Best succesvol, als ik eerlijk mag zijn. En hij vond het erg goed. Ik heb dan contact opgenomen met uitgeverijen en die reageerden enthousiast. Niet veel later kon je mijn boek kopen. Er zijn nog drie romans gevolgd. Maar ze zijn in Bahasa geschreven, de nationale taal van Indonesië. Dus misschien is het tijd voor een vertaling. (lacht) Al lees ik eerlijk gezegd liever dan dat ik schrijf.”

Ik ben benieuwd. Laat het mij weten als het zover is. Wat mag ik je voor 2022 en de volgende jaren nog toewensen?
“Mag ik mijn zotste droom meegeven? Ik zou graag financieel onafhankelijk zijn. Nu zal je zeggen: ja, wie wil dat niet? Toegegeven, het zou me de mogelijkheid geven om vaker naar Indonesië te vliegen om mijn vrienden en familie op te zoeken. Want vliegtuigtickets zijn erg duur. Maar ik zou me dan ook willen inzetten als vrijwilliger in een non-profit organisatie. Bijvoorbeeld om straatkatten en -honden te redden en op te vangen. Daar droom ik van.”

Meer lezen van Peter Meulemans

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.