Wereldreizigers

Een hekel aan skiën en toch verhuisd naar Zwitserland

Gepubliceerd: 28 januari 2021  |  Door: Stijn van Osch  |  Onderox editie: 205

GEEL/HINWIL — De 29-jarige Julie Cauwenberg en haar vriend Ward houden van het buitenleven. Samen met hun hond Harry ruilden ze de Geelse Kempengrond in voor de gezonde lucht in de Zwitserse bergen. Hij werkt er als lucht- en ruimtevaartingenieur aan de ontwikkeling van een nieuwe helikopter. Zij is kinesiste.

Vertel eens, Julie, hoe zijn jullie in Zwitserland terechtgekomen?
Julie Cauwenberg: “Ward en ik kennen elkaar al heel lang. Al een hele tijd voor we een koppel werden, werkte Ward hier en kwam ik hem regelmatig bezoeken. Ik woonde toen in Antwerpen, waar ik een eigen praktijk had in kinesitherapie en acupunctuur voor dieren. Toen mijn huurcontract afliep, had ik de keuze: of opnieuw naar Geel verhuizen, of bij Ward in Zwitserland gaan wonen. Daar heb ik heel goed over nagedacht, want ik wilde niet enkel voor hem of voor de ervaring verhuizen. Ik wilde ook dat het voor mij op professioneel vlak een verrijking zou zijn. Ik wilde mijn praktijk in Antwerpen niet zomaar opgeven.”

Kon je makkelijk aan de slag in Zwitserland?
”Ik had van verschillende mensen gehoord dat je met een Belgisch diploma in kinesitherapie makkelijk werk vindt in Zwitserland. Dat was niet gelogen: Belgische diploma’s staan hoog aangeschreven. In België is kinesitherapie een masteropleiding, hier in Zwitserland een bachelor. Helaas, Zwitserland is ook heel beschermend over erkende beroepen en daarom worden mijn dierendiploma’s hier niet erkend. Ik heb lang gezocht naar een job als kinesist en/of acupuncturist voor dieren, maar tot vandaag mag ik officieel niet met dieren werken. Dat vond ik in het begin heel lastig, maar ik heb redelijk snel een kinepraktijk gevonden waar ik me helemaal thuis voel. Bovendien kan ik de technieken die ik hier leer, zowel bij mensen als bij dieren toepassen. Op de boerderij waar wij wonen, word ik regelmatig gevraagd om dieren te behandelen met acupunctuur of kinesitherapie. Zo blijf ik toch in contact met het behandelen van dieren.”

Jullie wonen op een boerderij?
“Klopt. Wij huren de bovenste verdieping van een boerderijwoning in Hinwil. Dat is een heel klein gehucht op de Bachtel, een bekende berg in Zürich Oberland. Wij zijn de enige buitenlanders in het dorp en dus heel exotisch. Ons huisje heeft uitzicht over het erf. Tot voor kort hadden we op ons terras ook het prachtigste uitzicht over de Alpen en het meer van Zürich. Helaas, de boerenzoon heeft de balustrade moeten verhogen en nu is ons uitzicht weg. Weet je, op de boerderij is het leven elke dag een avontuur. Een tv hebben wij hier niet nodig. Vooral onze buurman, bij wie we elke week verse melk halen, is een figuur. Wij noemen hem ‘zatte Ruedi’, want hij is volgens mij elke dag dronken. In het voorjaar is hij erin geslaagd om twintig grote ronde strobalen zo scheef te stapelen dat ze van zijn tractor rolden. Heel de hoofdstraat van het dorp was versperd! Gelukkig zijn de boeren uit de buurt hem meteen gaan helpen.”

Was het moeilijk aanpassen?
“Goh, Zwitsers en Belgen lijken qua mentaliteit en cultuur redelijk op elkaar. Gereserveerd in het begin en heel hartelijk als je ze beter kent. Op dat vlak was het heel makkelijk. Toch had ik in het begin veel last van heimwee. Gelukkig hebben we hier hele fijne vrienden, die dat een beetje kunnen opvangen. ‘s Morgens wakker worden met zicht op de Alpen, dat helpt ook. Dat zal volgens mij nooit vervelen. Los van het feit dat ik het thuisfront mis, heb ik niet het gevoel dat het een grote aanpassing is geweest. Ik hou heel veel van de natuur en van wandelen. De bergen, daar krijg ik maar niet genoeg van. We leven hier veel buiten. In de zomer zwemmen we in de meren. Als het weer het toelaat, gaan we een weekendje hiken met de tent. Soms wandelen we met onze hond Harry de berg op en dan vliegt Ward met de parapente naar beneden. Voor avonturiers zoals hij is Zwitserland de max. Het is al gebeurd dat hij ‘s avonds na het werk de berg op loopt, op de top bivakkeert en ’s morgens bij zonsopgang weer naar beneden komt om te gaan werken.”

Jullie zullen ook wel vaak skiën, nietwaar?
“Nee, eigenlijk niet. Ik heb een hekel aan skiën. (lacht) Mijn favoriete wintersport is sleeën. We hebben in een tweedehandswinkel een oude slee gekocht. Die trekt Harry de berg op, waarna we met zijn allen naar beneden glijden. Heerlijk!”

Je zei net dat Belgen en Zwitsers erg op elkaar gelijken. Zijn er ook verschillen?
“Absoluut. Zwitsers zijn bijvoorbeeld veel hoffelijker in het verkeer. Ze houden zich heel goed aan de snelheidsbeperkingen. Al heeft dat misschien te maken met de extreem hoge boetes. Weet je, orde, stiptheid, verantwoordelijkheid en efficiëntie zijn typisch Zwitsers. De meeste boerderijen hebben kleine winkeltjes waar je de producten gewoon meeneemt en geld achterlaat in een open kassa. Het grootste verschil is punctualiteit. Dat merk ik in mijn werk als kinesiste. Als mensen twee minuten te laat zijn, verontschuldigen ze zich. Meer dan vijf minuten te laat? Dat gebeurt zelden of nooit. Zwitsers hebben veel regeltjes die ze tot in de puntjes volgen. Daar heb ik het soms nog steeds lastig mee.”

Zijn er dingen die in Zwitserland beter zijn dan in België?
“Het natuurbeheer! Daar kan België nog veel van leren. De natuur is hier voor iedereen toegankelijk en heel goed onderhouden. Zwitsers hebben ook nog legerdienst. Jonge mannen die geen geweer willen hanteren, kiezen voor civiele bescherming. Hun job is onder andere om alle Zwitserse wandelwegen te onderhouden, ook in de Alpen. Daardoor zijn die allemaal piekfijn in orde zowel qua infrastructuur als wegwijzers. Zwitserland heeft ook een uitzonderlijk goed uitgebouwd en efficiënt openbaar vervoer. De trein brengt je hier tot in de diepste vallei. Wij wonen op een berg in the middle of nowhere, maar zijn wel op 40 minuten in het centrum van Zürich. Zelfs met twee overstappen. Dat kan je je in België toch niet voorstellen?”

Hoe is je Duits ondertussen?
“Goed, hoop ik. Binnenkort moet ik een examen afleggen om erkend te worden als fysio bij het Zwitserse Rode Kruis. Ik probeer dus veel Duits te spreken. Nu, de officiële taal is Duits, maar de spreektaal hier is Schwizerdütsch. Dat is veel gezelliger, maar het wordt niet officieel geaccepteerd. Jammer, want voor Kempenaren is het Zwitsers Duits een voordeel: gewoon Duits praten met een plat Kempens accent en je bent er.” (lacht)

Is Zwitserland echt zo duur als we denken?
“Zwitserland is een duur land. Dat is zo. Toch kan je hier in verhouding meer sparen dan in België. De lonen zijn drie keer zo hoog en je bepaalt zelf veel meer waar je je geld aan uitgeeft. Heb je een hond? Dan betaal je jaarlijks 180 Zwitserse Frank aan taxen. Moet de gemeente iets afdrukken? 60 Zwitserse Frank voor 10 pagina’s. Maar klagen dat iets te duur is, dat doet niemand. Zwitsers zijn daar over het algemeen heel gevoelig aan. Ze geven graag geld uit. Vijftig Frank meer of minder maakt voor hen weinig verschil. Algemeen gezien heb je veel controle over waar je geld naartoe gaat. Het grootste deel van ons loon gaat naar ziekteverzekering en huur. Zwitsers hebben, in tegenstelling tot wij Vlamingen, geen baksteen in de maag. Dat komt omdat een woning betalen hier voor de meeste mensen onmogelijk is. De meesten huren hun leven lang.”

Zijn er dingen die jullie vanuit België importeren?
“Wat wij steevast van België meebrengen is bier en eten voor onze hond. Omdat die hier ook allebei ‘Swiss Made’ zijn, is de keuze eerder beperkt. En de prijs maal drie.”

Het Zwitserse leven klinkt heerlijk. Zou je ooit nog terug in de Kempen kunnen wonen?
“Hoe heerlijk we het momenteel ook vinden in Zwitserland, de Kempen blijven onze echte thuis. De fiets op springen en onderweg bekenden tegenkomen en een praatje maken, daar gaat voor mij niets boven. Wij zijn allebei echte familiemensen. We kijken ernaar uit om in de toekomst opnieuw meer tijd door te brengen met familie en vrienden in België.”

Je zou dus niet nog eens in een ander land willen wonen?
“Goh, ik denk niet dat dat snel zal gebeuren, maar zeg nooit nooit. Ik had ook niet gedacht dat ik op dit moment in Zwitserland zou wonen. Zoals het er momenteel voorstaat, denk ik dat we ons over enkele jaren in Geel zullen settelen, maar je weet nooit wat er nog op ons pad komt. Ons plan was om voor onze terugkeer wel nog een tijdje te gaan reizen. Helaas, door corona hebben we dat plan laten varen.”

Speaking of which, hoe beleven jullie de coronacrisis daar?
“Eigenlijk zijn we blij dat we die hele crisis in Zwitserland mogen doormaken. De maatregelen zijn hier altijd wat gematigder geweest en we hebben altijd dat gevoel van vrijheid behouden. Ik denk dat dat heel belangrijk is voor je algemene gevoel. De Zwitserse overheid heeft de bevolking heel hard gestimuleerd om buiten te komen en actief te zijn. Ik heb me op geen enkel ogenblik onveilig gevoeld. Sinds de start van de coronacrisis draag ik op het werk een mondmasker. Mijn patiënten moeten er sinds de zomervakantie één dragen. Pas sinds augustus dragen we met zijn allen een masker in de winkel. Het lastigste aan heel de periode is het contact met het thuisfront, tenminste het ontbreken ervan. We hebben onze vrienden en familie tijdens de lockdown heel erg gemist. In het voorjaar is Wards grootmoeder gestorven. Door de hele crisis mocht hij zelfs niet naar haar begrafenis. Dat was een heel moeilijke periode.”

Dat kan ik me voorstellen. Every cloud has a silver lining, zeggen ze in het Engels. Heeft corona voor jullie ook iets positiefs gebracht?
“Goh, er zijn ook lichtpuntjes, dat is waar. Weet je, tijdens de piek van de coronacrisis waren de liften naar de top van de bergen gesloten, waardoor er daar bijna geen bezoekers waren. Daar hebben wij handig gebruik van gemaakt. Zo hebben we de populaire Pilatus beklommen, een berg van meer dan 2.000 meter waar in niet zo apocalyptische tijden heel veel toeristen rondlopen. Zonder lift is het een wandeling van zo’n 9 uur. Het hotel en restaurant op de top waren gesloten en deels ingesneeuwd. Dat was een heel surreëel gevoel. Een prachtige belevenis die we niet snel meer zullen meemaken.”

Een laatste vraagje om af te sluiten. Zowel België als Zwitserland zijn bekend voor hun uitstekende chocolade. Welke is nu eigenlijk de beste, de Belgische of de Zwitserse?
“Sowieso de Belgische. Voor mij gaat er niets boven Côte d’Or.

Meer lezen van Stijn van Osch
Meer lezen over
reizengelukszoekers

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.