Wereldreizigers

Duatleet Vincent Bierinckx droomt van de Wereldspelen in China

Gepubliceerd: 23 april 2025  |  Door: Eddy Leysen  |  Onderox editie: 252

GEEL/HERENTHOUT — Nu het mooie weer wat vaker de kop opsteekt, zijn ook de multisporters weer in gang geschoten. Dat geldt ook voor Vincent Bierinckx, wereldtopper in het duatlon. De 35-jarige atleet groeide op in Herenthout maar volgde de liefde naar Geel, waar hij samen met zijn vrouw en zoon in Ten Aard een stekje heeft gevonden.

Vincent, het nieuwe seizoen ging dit voorjaar van start. Hoe was de aanloop hiernaartoe?
Vincent Bierinckx: “Ik denk dat ik één van de betere winters heb beleefd sinds jaren, dus op conditioneel vlak zit het wel goed. Een rustperiode heb ik ditmaal niet ingecalculeerd, na een val in september vorig jaar in Frankrijk moest ik al noodgedwongen twee tot drie weken aan de kant en kon ik helemaal niets doen. Dat was wel frustrerend, zodat ik deze winter ben blijven trainen. En ik denk dat ik het goed heb gedaan want ik liep begin dit jaar een tien kilometer waarin ik net geen persoonlijk record liep, iets waar ik begin maart op de halve marathon wel in slaagde. Als duatleet eindigde ik mooi op de zesde plaats en daar kon ik me best in vinden, zeker als je ziet dat het volledige podium bestond uit profatleten. De ranking zegt me niet zo veel, de tijd die ik erover deed des te meer.”

Je had het over profatleten, jij combineert je sport nog met een job als redder in het zwembad. Dat maakt toch een groot verschil, niet?
“Natuurlijk is het makkelijker en kan je je beter voorbereiden op wedstrijden wanneer je als prof aan de slag bent. Maar om van duatlon te leven, dat is niet zo eenvoudig, zeker niet in ons land. Wanneer je bijvoorbeeld hier een wedstrijd wint krijg je vijftig euro. In Frankrijk, wel een land waar de duatlon en triatlon hoog aangeschreven staat, ligt dat iets anders. Vandaar dat ik ook bij een Franse club ben aangesloten. Elk seizoen werken we een vijftal Grand Prix af, telkens races op het scherp van de snee, waarin elke seconde telt. Daar worden alle onkosten vergoed en krijg ik zelfs wat startgeld. In Frankrijk gaat er veel meer geld uit naar multisport in het algemeen, dankzij bedrijven maar vaak ook steden of regio’s die meer dan een steentje bijdragen. Het nadeel voor ons is dan weer dat het soms tot acht uur rijden is met de wagen, dan kan je dus van een pittig weekend spreken. Want je wil wel tijdig op post zijn om alle formaliteiten in orde te brengen, het parcours te verkennen en toch voldoende rust te nemen. Als prof kan je dan tijdig vertrekken, ik moet het steeds kunnen combineren met mijn job. Ik was ook zeven jaar als militair actief, maar door covid en andere opdrachten die het leger moest invullen werd het alsmaar moeilijker. Nu ik in het zwembad van Hulshout als redder actief ben, lukt het beter. Ik heb wisselende uren en het valt nu wel te combineren. Om het als prof te proberen zou ik op zoek moeten gaan naar privésponsors en dat is niet zo evident. Er komt ook zoveel meer bij kijken en de druk ligt uiteraard hoog, want er wordt verwacht dat je presteert. Nu word ik ondersteund door fietsenmerk Lapierre via Fietsen Wildiers en ook door mijn club, maar dat is niet te vergelijken met een bestaan als prof.”

Hoe ben je in de duatlonsport terechtgekomen?
“In mijn kinderjaren startte ik in de atletiek, net als mijn broer en later ook mijn ouders. Zij brachten ons steeds naar de training en bleven dan kijken, tot ze besloten om zelf een rondje te gaan lopen. En vooral mijn moeder deed dat niet onaardig, want ze heeft ooit een Belgisch record gelopen. Ook ik deed het verre van slecht en zo belandde ik in het middelbaar in de topsportschool. Maar rond mijn vijftiende startte in Nijlen een jeugdtriatlonclub op en dat leek me wel wat. De focus bleef wel naar de atletiek gaan, ik zat intussen in de topsportschool, maar in de zomer nam ik wel eens deel aan een triatlon. Het zwemmen was niet echt mijn ding, dus besloot ik een jaar later om deel te nemen aan het BK duatlon. Het lopen ging best aardig, het fietsen vroeg wel wat aanpassing, maar ik bracht het er als derde toch heel goed vanaf, na toppers als Tim Van Hemel en Gerry Druyts. Maar doordat de meeste aandacht naar het lopen bleef gaan, verdween de multisport weer naar de achtergrond. En toen ik het een jaar of vijf later vol goede moed opnieuw probeerde in de Benelux-cup werd ik weer met beide voeten op de grond gezet. Het niveau lag een pak hoger, het viel eigenlijk wat tegen voor mij.”

Wanneer heb je dan toch effectief beslist om voor de duatlon te kiezen?
“Toen in 2015 in Herentals naar aanleiding van Herentals Feest een duatlon werd georganiseerd, kon men mij overtuigen om deel te nemen. En aanvankelijk ging het ook goed, want ik was mee met de beteren in het lopen en ook in het fietsen hield ik goed stand. Maar bij de wissel naar de tweede keer lopen kon ik alle hoop opbergen. Tot een jaar later de echte klik kwam. Opnieuw in Herentals bepaalde ik weer de wedstrijd mee, ik kon goed volgen in het fietsen, maar bij de tweede loopproef zag ik mijn medevluchters weglopen. Op vijfhonderd meter van de finish heb ik dan alles gegeven en slaagde ik er nog in de kloof te dichten en hen zelfs achter mij te laten. Zo won ik dus tot eenieders verbazing tegen gerenommeerde tegenstanders. Door die kleppers te kloppen wist ik wel dat duatlon mijn ding zou kunnen zijn. En dan droom je uiteraard van een EK of een WK. Ik had snel mijn selectie beet voor het EK in het Duitse Kalkar, maar daar betaalde ik wel meteen leergeld. Ik miste de briefing en dat was blijkbaar verplicht, zodat ik een tijdstraf kreeg. En in een korte en snelle wedstrijd breekt dat natuurlijk zuur op zodat ik net buiten de top tien finishte. Enkele maanden later pakte ik wel de Belgische titel. Ook op het WK in het Franse Arles in 2021 greep ik net naast de medailles, hoewel ik tijdens de wedstrijd wel mooi op schema zat. Maar bij de overgang van het fietsen naar het lopen had ik mijn helm netjes aan het stuur gehangen, zoals dat ook in de wedstrijden in Frankrijk gebeurde. Maar de regeltjes waren niet meer dezelfde zodat ik door opnieuw een penalty de koplopers moest laten gaan. Dat was wel de grootste teleurstelling die ik meemaakte. Want ik had echt het gevoel dat ik niet op mijn waarde werd geklopt en dat een medaille voor het grijpen lag.”

Je bent net 35 geworden, maar blijft meedraaien met de wereldtop. Hoe lang kan je dit nog volhouden?
“Zo lang mogelijk. Als ik gespaard blijf van blessures kan ik nog wel enkele jaren doorgaan, alleen is het de vraag of dat in de duatlon zal zijn. Deze sport vraagt heel wat van een mens op vlak van training en voorbereiding en het moet te combineren zijn met mijn gezin. Mijn vrouw en ik hebben een zoontje en zij verdienen mijn aandacht ook. In het weekend is er regelmatig een wedstrijd of ben ik aan het werk, zodat ik te vaak een voetbalmatch van de kleine moet missen. Dat knaagt soms wel een beetje. Als je kinderen wil, moet je daar ook je tijd en energie in steken. De kans is dus reëel dat ik na dit seizoen de focus opnieuw verleg naar de atletiek, meer bepaald in het stratencircuit. Daar zou ik me dan toeleggen op de halve marathon en de marathon. Maar dat is allemaal nog verre toekomst, dit jaar wil ik me nog volledig toeleggen op mijn sport. Mijn grote droom is om me te kwalificeren voor de World Games in China. Daar zouden we dan met het hele gezin naartoe gaan. Vier jaar geleden in het Amerikaanse Birmingham was ik er ook bij en het was een fantastische ervaring, ook al grepen we daar in de mixed relay net naast eremetaal. Hier nog bij kunnen zijn zou een mooie bekroning zijn bovenop mijn duatloncarrière.”

Foto’s: Eddy Leysen

Meer lezen van Eddy Leysen
Meer lezen over
sport

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.