Wereldreizigers

Celine Van Gestel, Yellow Tiger geniet van het leven in Italië

Gepubliceerd: 25 september 2020  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 202

DESSEL/FIRENZE — Amper 22 jaar oud is ze, maar Celine Van Gestel heeft zich in de volleybalwereld al naar het hoogste niveau gesmasht. Ze is lid van onze nationale ploeg de Yellow Tigers, was jaren actief bij de Belgische topclub Asterix Avo Beveren en speelde ook in Stuttgart. Het komende seizoen speelt de Kempense bij Il Bisonte Firenze, in de Italiaanse competitie.

De volleybalmicrobe kreeg Celine al op jonge leeftijd te pakken toen ze zich aansloot bij de Desselse club Spinley. Hoewel ze intussen al een indrukwekkend parcours aflegde, blijft de gemeente Dessel haar sportheld hoog in het vaandel dragen. Vier jaar op rij is ze er uitgeroepen tot sportlaureaat. Daarnaast veroverde ze in 2018 de nationale titel van Speelster van het Jaar. Met haar Asterix-ploeg uit Kieldrecht werd ze in de competitie zes keer kampioen van België en won ze achtereenvolgens vijf bekers en vier supercups.

Was het voor jou als kind al duidelijk dat volleybal je ding was?

Celine Van Gestel: “Niet direct, ik ging ook dansen, zwemmen en speelde badminton. Op zondagmiddag trok ik naar de Chiro. Omdat ik als lid van Spinley en als jonge speelster mee mocht trainen met de regionale en later de provinciale selectie, werd het steeds drukker en heb ik uiteindelijk alle andere hobby’s moeten opgeven. Ik heb veel te danken aan Hugo Spildooren, mijn trainer bij de provinciale selectie. Hij heeft me aangemoedigd om de overstap te maken van Spinley naar Smash Oud-Turnhout. Daar ben ik dan gescout om te gaan trainen in de volleybalschool van Vilvoorde en zo ben ik bij de Yellow Tigers terechtgekomen. Intussen had ik ook de overstap gemaakt naar de Belgische topploeg Asterix in Beveren.”

Wat vond je familie van de uithuizige dochter?

“Ik kan met zekerheid zeggen dat mijn ouders mijn grootste fans zijn. In België hebben ze bijna geen enkele wedstrijd gemist, ook niet toen ik op het hoogste niveau speelde. Ga ik naar een tornooi in het buitenland, dan komen ze als het hen lukt ook supporteren. Of ze volgen de wedstrijd thuis via livestream. Voor het technische advies moet ik niet bij hen aankloppen want ze hebben zelf nooit gespeeld. Maar ze leren wel elk jaar meer van het spel te snappen.”

Hoe moet je als leek naar een volleybalwedstrijd kijken?

“In het kort: het is de bedoeling dat je de bal bij je tegenstander op de grond krijgt. Het meest spectaculaire punt is na een rechtstreekse aanval. Elke ploeg bestaat uit een spelverdeler, receptie-hoeken, middenspelers en één of twee libero’s. Mijn positie is receptie-hoek waar ik de bal moet opvangen, verdedigen en aanvallen aan de buitenkant. Maar volleybal is een teamsport, het is belangrijk dat je samen en voor elkaar speelt. Daarom heb ik ook voor deze sport gekozen. Een goede volleybalster heeft de combinatie van kracht, explosiviteit en techniek. Maar ook de mindset om voor elke bal te vechten. Natuurlijk loopt er wel eens iets mis en blessures zijn nooit uitgesloten. Zelf ben ik eens verkeerd neergekomen bij een blokbeweging waardoor ik mijn enkel verzwikte. Toen ben ik een tijdje uit de running geweest. Evengoed heb je de pech om een bal recht in je gezicht te krijgen. Dát is pas pijnlijk!”

Is het anders spelen bij de Yellow Tigers dan met een club in competitieverband?

“Ik vind het superleuk omdat ik de hele ploeg goed ken en weet wat we aan elkaar hebben. En ik kan samenspelen met mijn beste vriendinnen. Op stage en buitenlandse tornooien maken we veel plezier en het is natuurlijk een eer om je land te mogen vertegenwoordigen. We zijn een jonge ploeg en hebben nog groeimarge, dus we werken hard. Onze trainers zijn voor een tornooi dag en nacht bezig met de analyse van de tegenspelers. Wie is goed in receptie? Wie wordt het meeste aangespeeld in welke situatie of wat zijn hun favoriete aanvalsrichtingen? Dat is belangrijke informatie om de tegenspelers te kunnen inschatten en je eigen spel aan te passen.”

Welke landen zijn de koplopers?

“Onder andere Italië, China, Servië, Brazilië en Polen doen het heel goed. Maar de Belgen doen het zeker niet slecht. Op de wereldranglijst staan we momenteel veertiende. We kunnen het die grote ploegen knap lastig maken en zelfs af en toe van hen winnen. Dat is ons tegen Polen al gelukt, ondanks dat ze bergen supporters bij hadden die bovendien allemaal het Poolse volkslied van a tot z meezongen. Een kippenvelmoment was dat.”

Na je carrière bij Asterix Beveren trok je naar Stuttgart en nu naar Italië. Had je de buitenlandse clubs voor het uitkiezen?

“Ik heb een manager die dat voor mij regelt en contacten legt met verschillende clubs. Ik heb graag in Stuttgart gespeeld en we hadden ook wel wat vrije tijd om de stad in te trekken. Het was alleen jammer dat zondag onze vrije dag was en dat in het centrum alles dan gesloten is. Duitsland is ook een groot land, het gebeurde dat we tien uur op de bus zaten om naar een wedstrijd te rijden. Uiteindelijk is dat allemaal niet belangrijk want je bent hier hoofdzakelijk voor het volleybal.”

Hoe bevalt Italië je? Firenze is een prachtige stad maar is het ook leuk om daar aan sport te doen?

“Ik ben sinds half juli in Italië, met eerst een stage in de bergen waar het minder warm is. Daar heb ik de pech gehad om een blindedarmontsteking op te lopen en zo ben ik in het ziekenhuis beland. De eerste ervaring was dus niet zo prettig. Ik mag nu weer trainen maar heb toch nog wat werk om in topvorm te geraken. De speelsters zijn hier allemaal heel gedreven maar dat is, denk ik, een eigenschap die iedereen heeft die op dit niveau speelt. Het appartement waar ik woon, is op tien minuten van het centrum. Maar Firenze is inderdaad een prachtige stad, ik val van de ene verbazing in de andere. Waar ik wel aan moet wennen is hoe die Italianen hier met de auto rijden. Stilaan leer ik het, in het verkeer is assertief zijn de boodschap.”

Kan je van de volleybalsport leven?

“In België krijgen de Yellow Tigers zeker voldoende aandacht. Ik mag niet  klagen  over de vergoedingen die je als topvolleybalster krijgt maar om het bijvoorbeeld met voetbal te vergelijken, dat is een brug te ver. Ik kan elke maand wat sparen voor de tijd dat het volleybal stopt. Al zal ik na mijn carrière zeker nog moeten gaan werken. Ik hoop tegen dan mijn diploma ‘Voeding & Dieet’ aan het UCLL te halen. De verplichte vakken zoals labo’s en oefenzittingen heb ik afgerond toen ik nog in België speelde. Zo kan ik nu op afstand rustig verder werken aan mijn studie. Ook de vriendinnen zijn een goede hulp. Voor groepswerken houden ze voor mij altijd een plaatsje vrij zodat ik vanop afstand met hen kan samenwerken. Ik heb het statuut van topsporter zodat ik mijn examens buiten de reguliere examenperiodes mag afleggen. Studeren is trouwens een goede afleiding voor het volleybal en omgekeerd. Het is fijn om altijd bezig te blijven.”

Je bent 22 jaar oud, waar hoop je in je sportcarrière te geraken?

“Zolang ik plezier vind in het spelen, denk ik daar niet te veel over na. Maar ik wil zeker het uiterste halen uit wat ik kan. Met de Yellow Tigers vind ik dat we best ambitieus mogen zijn voor het Europees Kampioenschap in 2021, net als voor het wereldkampioenschap een jaar later. Dat zou echt fantastisch zijn. Uiteraard dromen wij ook van de Olympische Spelen maar voor een Europees team is het niet eenvoudig om je te kwalificeren. In 2021 kregen alleen Italië, Servië en Turkije een ticket. Maar om ooit ons land op het mooiste sportevenement ter wereld te mogen vertegenwoordigen, daar zullen we als ploeg alles voor blijven doen.”

Meer lezen van Suzanne Antonis
Meer lezen over
sportvolleybalreizen

Meer Wereldreizigers

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.