Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
TURNHOUT – In januari 2025 vond voor de eerste keer de Australian Open voor rolstoeltennis voor junioren plaats. Met in de hoofdrol: Alexander Lantermann (15) uit Turnhout, die er de finale haalde in zowel het enkel- als het dubbeltoernooi. “Het was een zeer bijzondere en erg leuke ervaring. Graag meer van dat bij de US Open en Roland Garros later dit jaar”, glundert Alexander.
Bij ons bezoek staat de kerstboom ten huize Lantermann nog mooi te blinken. De mama van Alexander verontschuldigt zich. “Het is al een erg drukke maand geweest, en we zijn nog maar net terug van Australië. Het is nog niet gelukt hem af te breken.” Dus van de heerlijke zomerzon aan de andere kant van de wereld terug naar het koude en grijze Turnhout. Ook dat is topsport zeker?
Alexander, hoe blij ben je met het behaalde resultaat op de Australian Open?
Alexander Lantermann: “Heel erg blij. Zeker. Het was een erg bijzondere ervaring. Ik heb uiteraard al veel internationale toernooien gespeeld. Maar de Australian Open is toch nog net iets anders. Dat is ongetwijfeld al meteen één van de hoogtepunten van het jaar. Het was ook de eerste keer dat dit georganiseerd werd. Het smaakt zeker naar meer. Met de auto aan je hotel opgehaald worden, ondergronds worden afgezet, met een heel tunnelnetwerk voor de spelers, in de gym naast Jannik Sinner staan, door de security begeleid worden naar de court. Dat kan ik wel gewoon worden.” (lacht)
Was je blij verrast met het resultaat?
“Ik had er stiekem wel op gehoopt. Ik heb een erg goeie ranking, dus ik ben wel met enige ambitie vertrokken. Maar de bedoeling was vooral om te genieten en ervaring op te doen. En dat is zeker gelukt. Ik speel meestal ook tegen laatstejaars junioren. Die gasten zijn drie jaar ouder dan ik. Dus vaak al wat sterker, meer kracht en iets meer ervaring. Maar dat is geen probleem. Volgend jaar zitten die trouwens bij de senioren. (lacht) Ik heb een erg mooi toernooi neergezet. En daar ben ik heel blij mee.”
Train je veel?
“Dat valt op zich wel mee. Maar ik train bijvoorbeeld twee maal per week in Knokke. Daar focussen we vooral op techniek en tactiek. Maar we zijn dan wel even onderweg natuurlijk.”
En er moet ook nog naar school gegaan worden?
“Klopt. (lacht) Ik ga naar het Sint-Claracollege in Arendonk en zit in mijn vierde jaar Economische Wetenschappen. Het lijkt me ook de juiste keuze om toch te trachten om dat diploma te halen. Maar ik moet zeggen dat de school erg goed meedenkt met mijn statuut. Want door de vele buitenlandse reizen mis ik veel lessen. Alleen de examens hou ik wel vrij in mijn agenda. Zodat ik die zeker kan afwerken en hopelijk tot een goed einde kan brengen. (lacht) Voorlopig lukt dat zeker wel. Het maakt wel dat naast school en tennis de meeste vrije tijd wel is opgesoupeerd.”
Welke buitenlandse tornooien staan er zo nog op het programma dit jaar?
“Bolton in de UK, Kroatië, Turkije, Nederland, Frankrijk, Litouwen. En dan vergeet ik er nog wel een paar. Maar hiernaast dus zeker ook Roland Garros en de US Open. Al moet ik me hiervoor nog kwalificeren. Maar gezien mijn ranking zou dat moeten lukken. Wimbledon is het enige Grand Slam toernooi dat nog geen aparte editie heeft voor rolstoeltennis voor junioren. Hopelijk volgen zij ook snel. Hoe leuk zou het zijn om de vier Grand Slams op één jaar te kunnen spelen?” (glimlacht)
Dat moet ook organisatorisch en logistiek niet altijd makkelijk zijn om al die buitenlandse reizen te regelen.
“Daarvoor kijk ik naar mijn mama. (lacht) Zij regelt dat allemaal. De vluchten, de hotels, de transfer van luchthaven naar hotel, en dergelijke. Ook de rolstoel moet altijd mee. Dus dat vraagt wat extra geregel bij de luchtvaartmaatschappij maar in het algemeen is het nooit een probleem.”
Waarin verschilt zo’n rolstoel van een gewone rolstoel?
“Vooral de wielen. Die staan helemaal schuin. Dat maakt dat je sneller kan draaien en keren zonder te kantelen. Met een gewone rolstoel zou dat niet lukken. Er zijn ook een paar extra attributen om je tijdens het spel vast te riemen. Want je stuurt vooral met je lichaam. En achteraan de stoel is een anti-kiepwiel bevestigd. Dat heb je vooral nodig bij de opslag omdat je dan flink achterover leunt. Met een gewone rolstoel zou je gewoon achterover vallen.”
Zijn er eigenlijk ook verschillen in spelregels?
“Heel weinig. De regels zijn identiek dezelfde, alleen mogen wij de bal twee keer laten botsen. Al gebeurt dat in de praktijk heel erg weinig. Ik heb graag dat het vooruit gaat. (lacht) Soms heeft een bepaald toernooi ook een andere telling voor de derde en beslissende set, maar eigenlijk kan je stellen dat de regels in grote lijnen gelijk zijn met tennis.”
Tussen al je buitenlandse toernooien door ben je nog gauw even Belgisch Kampioen geworden. Met een straatlengte voorsprong neem ik aan?
“Neen, toch niet. Het was trouwens de eerste keer dat ik Belgisch kampioen werd. We hebben bij de Belgen namelijk een echte toptienspeler bij de senioren, Joachim Gérard. Hij staat dus nog een paar trapjes hoger dan ik. En bij het Belgisch kampioenschap is er maar één reeks. Maar omdat Joachim er vorig jaar voor de eerste keer niet bij was, rook ik mijn kans. Ik ben zo de jongste kampioen in de heren 1-categorie.”
Wat zijn je sterke punten?
“Ik hoop dat de tegenstanders niet meelezen. (lacht) Maar ik ben een zeer actieve tennisser. Ik ga altijd op zoek naar het winnende punt. Erg aanvallend dus. Dat houdt risico’s in, en daardoor ben ik ook niet elke wedstrijd even constant. Maar daar werken we aan.”
Speel je vooral dubbel of enkel?
“Allebei eigenlijk. Op de meeste toernooien wordt dat ook gecombineerd en schrijf je dus voor beide reeksen in. Ik heb lang met een Nederlandse dubbelpartner gespeeld maar hij heeft recent de overstap gemaakt naar de senioren. Sindsdien wissel ik regelmatig van dubbelpartner.”
Hoe ben je eigenlijk ooit begonnen met rolstoeltennis?
“Goh, heel toevallig. Door enkele sporten te proberen. Allemaal puur voor de fun uiteraard. En rolstoeltennis, dat ging me wel af. Ik zal toen een jaar of zes geweest zijn. Kort daarna speelde ik een binnenlands toernooi en toen viel wel op dat ik er aanleg voor had. En zo zijn we blijven tennissen en blijven evolueren. Trouwens, organisaties als To Walk Again en Parantee leveren uitstekend werk op dat vlak.”
De aandacht voor atleten met een beperking is de laatste jaren flink gestegen. Merk jij dat ook?
“Dat klopt zeker. En daar zijn we uiteraard erg blij mee. Maar er is ook daar nog progressie mogelijk. Zo won Joachim Gérard dit jaar het ABN Amro toernooi, best prestigieus. Maar er was niets over te vinden in de Belgische kranten. Dat is dan weer jammer.”
Wat mag ik je nog toewensen voor de volgende jaren?
“Ik hoop nog heel veel. Soms vergeet ik zelf wel eens dat ik nog maar 15 ben. Dus eigenlijk moet alles nog beginnen. Laat me zeker nog enkele jaren groeien bij de junioren en af en toe een toernooiwinst meepakken. En dat mag gerust een Grand Slam zijn. (lacht) En hopelijk kunnen we die lijn dan doortrekken bij de elites. Dat zou mooi zijn en daar werken we nu al aan. En als dan de aandacht voor onze sport blijft meegroeien kan ik alleen maar dankbaar zijn. Langs deze weg wil ik dan ook graag de mensen bedanken die dit allemaal mogelijk maken: het team dat me begeleidt en me het juiste evenwicht laat vinden tussen plezier, motivatie en resultaten, mijn coaches Christophe en Gert-Jan en mijn sponsors uiteraard. Verder ook de organisatoren van de toernooien. En tot slot zeker en vast iedereen die me volgt, de resultaten deelt en onze sport onder de aandacht brengt.”
Foto’s: Alexander Lantermann
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.