Verdwenen industrie

Verlipack, de scherven van een flessenfabriek

Gepubliceerd: 25 september 2019  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 192

MOL-DONK — In het spoor van het wit zand werd in 1922 Verreries de Liège et de la C ampine (later Verlipack) opgericht. Miljoenen flessen rolden er van de band maar op de laat ste dag van 1999 werden enkel nog scherven bij elkaar geveegd. Norbert Van Tongel (66) hanteerde mee de borstel, na er 30 jaar te hebben gewerkt. “Een schoon product en het bestaat nog altijd”, zegt hij over het flesje.“ Spijtig dat het niet meer in Mol wordt gemaakt.”

Begin 19de eeuw spoelde een industriële revolutie over ons land en verschenen in de Kempen overal fabrieken. Schaalvergroting en globalisering deden hen weer verdwijnen. Elf arbeiders keren met journaliste Suzanne terug naar wat er overbleef van hun oude werkplek. Deze maand: Verlipack in Mol-Donk.

“Ken je de vroegere colaflesjes nog?” vraagt Norbert. We hebben afgesproken aan de oude portiersloge van Verlipack. Vrachtwagens rijden af en aan maar ze worden niet meer gevuld met flessen. Vandaag is de site een bedrijvenpark geworden en van Verlipack bleef nog slechts één muur zichtbaar overeind. Norbert: “Als onderaan het flesje het omegateken met een puntje staat, dan is het in Mol gemaakt. Aan de andere kant van de taalgrens werken twee flessenfabrieken die tot dezelfde groep als Verlipack behoorden wel verder. Ik zag onlangs op YouTube nog een filmpje van de fabriek in Ghlin. Je ziet de machines draaien zoals ze ook in Mol gedraaid hebben.” Dat wij niet zijn blijven bestaan, hebben we te danken aan Madame Blondiau.”

EEN BEWOGEN GESCHIEDENIS

Norbert was amper 17 jaar oud toen hij in de nachtploeg begon. “De naam Verlipack is er altijd geweest maar het bedrijf is in de dertig jaar dat ik er gewerkt heb drie keer van eigenaar veranderd. In 1985 ging het een onder de groep Empain-Schneider een eerste keer failliet. Een doorstart met professor De Backer zette de flessenfabriek weer op het goede spoor. Hij was een econoom en oprecht begaan met het personeel. Ik was lid van de vakbond en hij gaf ons tijdens de ondernemingsraad lessen boekhouding. Hij vond het belangrijk dat wij een balans konden lezen zodat we wisten waarover we discussieerden. Helaas is de man verongelukt.” Met een nieuwe overname door o.a. de groep Beaulieu verzeilde Verlipack in een duister straatje. Het kluwen van Panamese en Luxemburgse vennootschappen en de onbetrouwbare ‘Boer De Clerck’, duwde het eens zo florerende bedrijf zwaar in de verliezen. Norbert: “Het was wachten op Saverglass die in 1996 het bedrijf in handen nam. Er was weer hoop maar een bodemattest dat maar niet kwam, deed de nieuwe directie die fors wilde investeren de das om. Toen hing er inderdaad een spandoek aan de poort: ‘Merci Madame Blondiau’. Zij was de Waalse curator die had nagelaten om voor het bodemattest te zorgen. Naar het schijnt hebben de Walen het nooit kunnen verdragen dat Saverglass voor de site in Mol koos.”

SCHOON PRODUCT

Norbert startte zijn loopbaan aan de band waar de afgewerkte flessen afrolden en verpakt werden. “Lang heeft dat niet geduurd”, zegt hij. “Ik mocht al snel aan de lijn zelf beginnen met het klasseren van de flessen. De scheve exemplaren, gebarsten aan de kop, een gesprongen bodem… alle miskleunen moesten eruit. De machines detecteerden wel veel maar voor een laatste controle was alleen het menselijk oog goed genoeg. Na het bandwerk werd ik een soort manusje-van-alles. Waar er iemand nodig was, werd ik ingezet. Maar zo heb ik het hele bedrijf wel leren kennen. Wel altijd aan de koude kant. In de warme lijn stonden de oven en de machines. Glas bestaat voornamelijk uit zand, soda en nefelien. In het mengelkot kwamen die bij elkaar, waarna ze in de oven op 1.600°C gesmolten werden tot pasta. Dan ging het kokendhete vloeibare goedje via een kanaal naar de fédère waar de hoeveelheid die per fles nodig was werd afgeknipt. Door er lucht in de blazen, kregen ze hun definitieve vorm. Het afkoelen was een traag proces want dat bepaalde de sterkte van het glas. We hebben alles gemaakt: van Smirnoff wodka flessen tot de vierkante Jägermeisterkens en de azijnflessen van Blauwe Hand. In de hoogdagen rolden er elke minuut tot zeshonderd bierflesjes van de band. Op het einde draaide Verlipack voor 90% op gerecycleerd glas. Daar is niets mis mee, in het eindproduct zie je niet eens het verschil.”

VAN DE FLES AF

Neen, dronken toestanden zag je bij Verlipack niet. Ook niet toen Verlipack floreerde en er luxe-champagneflessen werden geproduceerd. Norbert: “We waren met glas bezig hé, dan moet je voorzichtig zijn. Buiten elkaar natspuiten en met sneeuwballen gooien, hebben we hier weinig uitgespookt. De meesten hadden ook een goede verstandhouding met de directie. Toch diegenen die op de werkvloer kwamen want Boer De Clerck zagen we alleen als er stront aan de knikker was.” Einde 1999 koppelden Norbert en zijn werkmakkers een rij karren vol flessen aan een heftruck en reden ermee naar het Molse gemeentehuis. Het mocht niet baten, Verlipack ging onherroepelijk dicht. Maar voor Norbert is de liefde voor ‘het schoon product’ nooit gebroken. 

Foto’s: Suzanne Antonis en Erfgoedbank Mol
Foto 1: Een oude foto van de flessenfabriek.
Foto 2: Norbert Van Tongel vond nog één muur van de oude flessenfabriek die overeind bleef.

Meer lezen van Suzanne Antonis

Meer Verdwenen industrie

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.