Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
RAVELS/TURNHOUT — Werner De Schepper (52) uit Ravels is niet alleen bekend als tactisch rechercheur in het Play4-programma ‘Klopjacht’. Binnenkort viert de Eerste Hoofdinspecteur bij politiezone Regio Turnhout zijn dertigjarige carrière, waar hij als Operationeel Coördinator voor een grote verandering heeft gezorgd. “Snel schakelen met beperkte middelen doe ik het liefst.”
In januari 2024 zal het 30 jaar geleden zijn dat je voor het eerst de politiekazerne bent binnengestapt. Was het vanaf het begin duidelijk dat je een job bij de politie wel zag zitten?
Werner De Schepper: “Het is nooit een jeugddroom geweest. Na mijn middelbaar begon ik aan de opleiding Marketing, maar toen mijn kameraad in die periode stage deed bij de Rijkswacht besloot ik ook om de opleiding te volgen. Na het afstuderen als ruiter kreeg ik een zwaar ongeval met een paard, en heb ik twee jaar interventies gedaan bij voetbalwedstrijden, betogingen, en transfers tussen nationale gevangenissen over het hele land. Daarna kreeg ik bij de brigade in Antwerpen de kans om de job te leren in de breedst mogelijke zin: van diefstal, verkrachtingen tot gerechtelijk werk en vreemdelingenzaken.”
In 2004 kwam je uiteindelijk terug in de Kempen terecht?
“Ja, bij Team Straatcriminaliteit en Jeugdbendes, maar door mijn bevoegdheden als Officier van Gerechtelijke Politie werd ik al snel overgeplaatst naar Team Drugs bij de lokale politiezone Regio Turnhout. Daardoor kreeg ik meer mogelijkheden binnen de drugssectie. In 2017 werd ik teamchef en sinds november van vorig jaar ben ik Operationeel Coördinator van de polyvalente pool, waar ik samen met vier andere coördinatoren en de terreincoördinator de dagelijkse operationele leiding van de ganse politiezone opneem wat drugs, verkeer, eigendommen en overlast betreft.”
Daardoor sta je wel minder op het terrein zelf. Mis je de interventies niet?
“Soms wel. Ik heb dat 29 jaar lang gedaan, maar nu ben ik ‘s nachts en in het weekend thuis. Die regelmaat is ook wel fijn. Mensen onderschatten wat het is om continu alert te zijn, maar tegelijk is dat ook het mooie aan de job. Bij de politie kan je eigenlijk van alles doen. Autorijden, fietsen, werken met honden, vliegen met een helikopter, we hebben het allemaal.”
Je zorgde als Operationeel Coördinator voor een grote verandering in de regio?
“In het verleden werden kleine drugsdelicten tot drie gram nooit vervolgd door het parket, maar we merkten dat gebruikers vaak net onder die grens zaten, waardoor ze niet vervolgd werden en we hen enkel konden straffen door de drugs af te nemen. Nu worden ze bestraft met een geldboete en komt de zaak niet voor de rechtbank of op hun strafblad. De opvolging gebeurt niet meer door het parket, maar door een speciale dienst bij Justitie, waardoor gebruikers nu ook hulpverlening krijgen. Die beslissing viel op nationaal niveau, maar als Operationeel Coördinator was het mijn taak om een procedure voor onze zone uit te werken. Door die nieuwe aanpak zien we een verandering.”
Wat spreekt je het meest aan in je job?
“Ik hou van chaosmanagement. Als er iets gebeurt, bedenk ik meteen een oplossing. Zo herinner ik me nog de gasontploffing van het appartementsgebouw aan de Boerenkrijglaan in Turnhout zo’n twee jaar geleden. Alle ramen van ons kantoor trilden en ik dacht dat er een heel zwaar ongeval gebeurd was. We zaten net in een film, maar tegelijkertijd moet je meteen schakelen en beslissingen nemen.”
De adrenaline is dus nooit ver weg?
“Snel schakelen met beperkte middelen, doe ik het liefst. Als je een case moet oplossen waarvoor je normaal met dertig mensen moet zijn, en je kan die afhandelen met vijf personen dan geeft dat veel voldoening. Sturen, coachen en begeleiden is waarom ik Eerste Hoofdinspecteur ben geworden. Als je dat goed doet, krijg je veel voldoening van je mensen.” Ben je een strenge leermeester? “Collega’s weten wat ze aan mij hebben, maar ik heb wel de naam om ‘de strenge’ te zijn. Ik weet van mezelf dat ik soms bot kan zijn, maar ben zeker niet altijd de autoritaire leider, want ik kan gerust fouten toegeven.”
Kan je je job makkelijk loslaten?
“Mijn vrouw zegt van niet. (lacht) Ik ben gedreven in mijn werk, maar het beperkt me niet in mijn privéleven. Er is nog tijd om door te brengen met mijn gezin. Al moet ik toegeven dat ik vaak e-mails naar mezelf stuur als geheugensteuntje voor wat ik nog moet doen op mijn werk.”
Je geeft naast je job ook nog vaak les?
“Ja, in de opleiding tot Inspecteur op Campus Vesta, de Provinciale Politieschool. Ik doe dat omdat ik mijn kennis ook wil doorgeven aan de toekomstige generatie. In de les proberen we samen tot oplossingen te komen, omdat er dan meer blijft hangen. Naast drugswetgeving werk ik ook nog voorstellen uit op maat van scholen, bedrijven of de overheid. We zijn daar ooit mee gestart in onze politiezone, maar intussen hebben de mensen de weg naar onze opleidingen gevonden. Recent kreeg ik nog een vraag van het Ministerie om een cursus te maken over de gevaren bij het betreden van een plantage.”
Ook in scholen ben je al een bekend gezicht?
“In het vierde en vijfde middelbaar geven we al uitgebreid les over drugs. Dat is een samenwerking met de preventiedienst van de Stad Turnhout. Gedurende een halve dag worden de leerlingen dan geconfronteerd met alle mogelijke gevaren van drugs.”
Sensibiliseren blijft dus belangrijk?
“Je moet de mensen sensibiliseren en de gevaren benadrukken. Als we zelfs maar één persoon kunnen redden op een klas van twintig man, spreken we al van een groot succes.”
Kan de strijd tegen drugs volgens jou nog gewonnen worden?
“Ik geloof niet dat we de strijd tegen de drugs ooit gaan winnen. Drugs doet veel kapot aan onze maatschappij. Legaliseren zal de criminaliteit niet oplossen. Daarnaast staat drugs in de wet omschreven als een strafbaar feit.”
Onze lezers kunnen je ook kennen van ‘Klopjacht’. Hoe ben je bij dat programma terechtgekomen?
(Glimlacht) “Dat is een heel gek verhaal. Ik kende Danny, de operationele leider, al vanop internaat van de rijkswachtschool. Toen we in 2002 de opleiding Officier Gerechtelijke Politie volgden, kwamen we in contact met Guy, één van de mobiele speurders. We zijn altijd kameraden gebleven. Toen hij voor het programma gevraagd werd, vroeg hij of ik ook zin had om mee te doen.”
Je zit daar niet in je functie als Werner de politieman?
“In het programma heb ik de rol van tactisch rechercheur. ‘Klopjacht’ staat volledig los van mijn job bij de politie. Het is niet omdat ik een spelletje wil spelen, dat ik plots geen boeven moet arresteren. Ik neem elk jaar verlof om de opnames in te blikken.”
Wat maakt het programma zo tof om te doen?
“Het onvoorspelbare en de uitdaging. Dat ligt eigenlijk in het verlengde van mijn job. We willen het altijd beter doen en uiteraard ook winnen. We proberen in ‘Klopjacht’ een realistisch beeld te schetsen van de werkelijkheid, maar het blijft een spel.”
Zijn er bepaalde kwaliteiten die je als speurder in ‘Klopjacht’ moet hebben?
“Eigenlijk is er geen verschil met gewoon politiewerk. Je moet alle opties openhouden en proberen om niet in een tunnelvisie terecht te komen. De waarheid overtreft dikwijls de fictie. Mocht ik morgen aan Erik Van Looy vertellen wat ik allemaal zie in mijn job, dan zal hij zeggen dat het verhaal overdreven is.”
Heb je nog bepaalde dromen voor ogen?
“Lesgeven in het buitenland, maar dat is momenteel niet te combineren met mijn gezinsleven. Ik heb daarvoor wel een opleiding gevolgd in Duitsland bij de Federale politie, maar wat niet is, kan nog komen.”
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.