Talent van eigen bodem

Op de tatami met Lien Meeuwssen

Gepubliceerd: 27 mei 2020  |  Door: Suzanne Antonis  |  Onderox editie: 199

HERENTHOUT — Met wat een Olympisch Jaar had moeten worden, zou de judosport nog eens in de belangstelling komen. De tijden zijn nu even anders, dus neemt judoka Lien Meeuwssen (20) deze taak op zich. Begin maart vocht ze zich in het European Judo Open in Warschau al een weg naar een zilveren medaille. En het zal niet de laatste keer zijn dat ze op een podium staat.

“De Olympische Spelen die dit jaar hadden moeten doorgaan, kwamen nog te vroeg voor mij”, begint Lien. “Ik mik op 2024 of 2028, dan moet het voor mij gebeuren. Ik ga er alles aan doen om zo ver te geraken.” Zoiets kan alleen uit de mond komen van een topsporter. Sinds 2013 heeft Lien op de Belgische kampioenschappen in elke leeftijdscategorie goud behaald. In het lopende judoseizoen dat voor haar in december 2019 startte, won ze internationaal al brons en zilver en pakte ze ook nog de Belgische titel bij de junioren mee.

Als je op je twintigste al zoveel bereikt hebt, hoe vroeg ben je dan met deze sport begonnen?
Lien Meeuwssen: “Toen ik een jaar of acht was, had ik enorm veel energie. Op dat moment gaf de judoclub van Herenthout een demolesje in de lagere school. ’s Avonds vroeg ik meteen aan mijn ouders of ik een keertje naar de club mocht gaan en ik ben er gebleven. Ik had ook een vriendinnetje kunnen overtuigen om mee te doen. Het was leuk om ons op de training samen uit te leven. Toen ik op 14-jarige leeftijd de kans kreeg om naar de topsportschool in Wilrijk te gaan en daar dan op internaat ging, heeft me dat wel wat vrienden gekost. Maar intussen heb ik in het judo vrienden voor het leven gemaakt.”

Kan je enkele basisregels uitleggen die een leek nodig heeft om een judokamp te begrijpen?
“Elk kamp duurt exact vier minuten. Als je binnen deze tijd een ippon scoort, dan win je. Dit kan door je tegenstander met één worp neer te gooien waarbij de beide schouders de tatami raken of als je haar 20 seconden in een houdgreep hebt. Een ippon maak je ook wanneer de tegenstander 3 strafpunten krijgt of moet afslaan omdat ze wordt gewurgd of geklemd. Een wazari verdien je o.a. als je je tegenstander tussen de 15 en 19 seconden in een houdgreep kan houden. Tweemaal wazari is eveneens winst. Zijn na vier minuten de scores gelijk dan wordt de kamp verlengd tot één van de twee judoka’s de golden score maakt.”

Het Japanse woord judo staat voor ‘zachte weg’. Hoe leg je dat uit na al die ippons en wazari’s?
“Het judo kent twee principes. Het ‘seiryoku-zen yo’ is de technische kant en betekent maximale doeltreffendheid bij een minimale inspanning. Men gebruikt de kracht van de tegenstander tegen haar om haar zo uit balans te krijgen. Het tweede principe is ‘Jita-Kiyoei’, het morele gedeelte waarin respect wordt gevraagd voor alles en iedereen, zowel op als naast de tatami.”

Hoe zit het systeem van gekleurde gordels in elkaar? Jij draagt de zwarte: is dat het hoogste dat je kan bereiken?
“Het gordelsysteem is niet ontstaan in Japan maar ingevoerd in de westerse culturen om de kinderen die de sport beoefenen te blijven motiveren. Ikzelf behaalde mijn gele gordel al toen ik tien maanden judo deed en het klopt wel dat je je extra inspant om een volgende kleur te behalen. Op internationaal niveau speelt de kleur van je gordel niet zo’n rol.”

Welke rol speelt je lichaamsgewicht? Er bestaan verhalen dat judoka’s op dieet moeten om in een bepaalde categorie te mogen aantreden.
“Klopt. Gewicht is een belangrijk onderdeel in de judosport. Het gaat gepaard met aftrainen en dat wil zeggen dat een judoka tot -70 kilo – de gewichtsklasse waar ik in zit – in het dagelijks leven daar enkele kilo’s boven zit. Dat moet omdat elke gram spierkracht telt om sterk te staan. Tegen de wedstrijd aan moet de judoka die overtollige kilo’s kwijt geraken om op de weging de avond ervoor net onder de 70 kilogram te zitten. Na de weging mag je recupereren door je vochtbalans weer op peil te brengen en je eiwitten aan te vullen, met een maximum van 5% van je gewichtscategorie op de avond van de weging. Ik mag op de dag van de wedstrijd dus maximaal 73,5 kg wegen, anders word ik gediskwalificeerd. Echt gezond is het niet maar het hoort nu eenmaal bij deze sport.”

Hoe ga je om met de stress als je op de tatami komt?
“Intussen heb ik geleerd de stress onder controle te houden. In mijn vorige seizoen is het internationaal een grote factor geweest waarom het op een wedstrijd niet lukte. Erover praten is de beste manier om dat op te lossen. Een goede vriendin heeft me enkele trucjes geleerd die me rustig houden.”

Hoe schat je je tegenstanders in?
“Ik focus me enkel op de tegenstander van de eerstvolgende kamp. Meestal ken ik ze wel maar ik wil vooral weten of de judoka links of rechts is en wat haar basistechnieken zijn. Of ze veel of weinig kampen gewonnen heeft, speelt voor mij geen enkele rol. Elke kamp moet immers gevochten worden. Je kan een kamp winnen of verliezen door de kleinste fout of kans die je pakt. Achteraf bekeken heb ik best al een stevig traject afgelegd. Dat geeft me veel zelfvertrouwen voor de volgende wedstrijden. ”

En dan sta je op een European Open in Warschau. Hoe verliepen die selecties?
“Als junior wordt er van je verwacht het juniorentraject te volgen, wat je een kans biedt om mee te mogen met de senioren. Ik heb die kans gekregen door mijn resultaten van de Belgian Adidas Judo Open. Voor de senioren is dit eveneens een tornooi om zich te kwalificeren voor de Europese Spelen.”

Je won in Warschau zilver. Had je het gevoel dat je goud verloor?
“Ik was inderdaad teleurgesteld. In het hele tornooi was ik erg gefocust maar na de halve finale heb ik die focus wat uit het oog verloren en dat heeft me het goud gekost. Een kleine onoplettendheid en de kamp is verloren. Maar uit zo’n fouten leer je wel veel. Wat ik na elke wedstrijd als eerste doe? Ik kom van de tatami en ga recht naar mijn coach. Momenteel is dat Franklin Pereira van de Vlaamse Judofederatie. Ik werk ook samen met Olivier Bergmans en Ilse Heylen die op de Olympische Spelen van 2004 brons won. Winnen of verliezen doe je samen met hen, het is een vorm van respect.”

Welke fysieke risico’s zijn er aan deze sport? Ik kan me inbeelden dat een arm of voet snel gebroken is.
“Het gevaarlijkste in de judosport is vermoeidheid want dan kan je lichaam sommige impacten niet meer verdragen. Je let niet meer zo goed op waardoor je lichaam verkeerd reageert op bepaalde bewegingen. Je moet met je verstand vechten, o.a. op tijd afkloppen als je tegenstander je in een wurggreep of klem heeft. Schouders, knieën en ellebogen krijgen het hard te verduren. Ik heb al vier blessures gehad die enkel operatief konden hersteld worden maar dat maakt me ook sterker.”

Topsport dus, welke opofferingen moet je nog zoal doen om op dit niveau te geraken?
“Elke topsporter doet opofferingen maar het is een levensstijl waar je aan went. Je zal me niet snel in een café of op een fuif vinden. Met mijn vriendinnen binnen het judo vinden wij andere manieren om ons te amuseren. Als jongere geef je inderdaad veel op maar je anderzijds ervaar je dingen waar leeftijdsgenoten totaal geen besef van hebben.”

Hoe belangrijk is de judoclub van Herenthout voor je geweest?
“Dat is ze nog altijd! Ze staan op de eerste rij om te supporteren en me te steunen waar het kan. Net zoals mijn ouders en familie die me proberen op te beuren na een zware training of als een wedstrijdresultaat niet goed was. De club gaf me de liefde voor deze sport. Ik wil zeker ook een motivatie zijn voor de jongeren en hen laten zien wat er allemaal mogelijk is. Maar het mooiste cadeau dat ik mijn club kan geven is natuurlijk dat ik in over vier jaar op de Olympische Spelen sta.”

Meer lezen van Suzanne Antonis
Foto's gemaakt door Astrid Steurs

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.