Talent van eigen bodem

Louis en Walter Van Dael: duivenmelkers aan de winnende hand

Gepubliceerd: 7 oktober 2020  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 202

HERENTHOUT — Terwijl Louis Van Dael (85) in het ziekenhuis vocht tegen de gevolgen van een coronabesmetting, installeerde zoon Walter (57) een nieuw regime op de duiventil van zijn vader. En toeval of niet, sindsdien stapelt het duo de prijzen op. “We zijn de laatste tijd zes keer op de eerste plaats geëindigd, telkens met de eerst getekende duif ”, klinkt het.

Uitgerekend op de dag van het interview valt bij Louis onverwacht een brief in de bus, afkomstig van een duivenmelker uit Wehl, een plaats in de Nederlandse gemeente Doetinchem. De man kocht jaren geleden duiven van Van Dael — zo schrijft hij — en door de prijzenregen die daarop volgde, wil hij er nog meer uit hetzelfde hok. “Of je zo iemand een fan mag noemen? Dat is overdreven, maar plezant is het wel”, lacht Louis.

Blijf daar maar eens bescheiden bij. 
Walter Van Dael: “Zo’n lofbrief is uitzonderlijk, maar dat mensen duiven willen kopen van mijn vader is wel vaker gebeurd. Soms helpt het toeval hen een handje. Een poos geleden bleven na een wedstrijd op Quiévrain drie duiven achter. Eén daarvan was gestrand in Niel. We lieten de gelukkige vinder weten dat hij ze mocht houden. Aan het eind van het seizoen bleek dat hij met onze duif kampioen was geworden. In de halve fond, nota bene, wat staat voor vluchten van lange afstand.”

Ging met die verloren duif dan geen klein fortuin verloren?
Walter:
“Een klein fortuin is veel gezegd. In het geval van de koper uit Nederland ging het over veertig euro per duif, lang niet het monsterbedrag dat je vaak hoort als er interesse is vanuit China. Als het echt over een superduif zou gaan, zou een melker ze trouwens nooit wegdoen. Hij zou wel gek zijn.”
Louis Van Dael: “Ik heb nooit spijt gehad van duiven die ik verkocht heb, ook niet als ik later hoorde dat het een prijsduif is geworden. Des te beter voor de koper, denk ik dan.”

Als we de lokale statistieken mogen geloven, heb je op vlak van kwaliteit nooit te klagen gehad.
Louis:
“Dat klopt. Ik ben in 1973 begonnen en heb dikwijls een goed seizoen gespeeld. Ik herinner me ook nog een bezoek aan de dierenarts. Die bekeek de hele korf en zei: ‘Deze duiven kunnen werkelijk alles aan.’ Hij kreeg gelijk. Ze haalden de ene prijs na de andere.”
Walter: “Soms staan we zelf versteld van waartoe ze in staat zijn. Veel vroeger thuis arriveren dan de geschatte tijd, bijvoorbeeld, waardoor we nipt naast de eerste prijs grijpen, omdat wij te laat kwamen. Die tijden zijn voorbij. Vroeger moest je thuis zijn om de duiven na hun aankomst te registreren, vandaag gaat alles elektronisch en digitaal.”

Eén ding staat vast: zo vader, zo zoon. Is de hele familie in de ban van de duiven?
Walter: “Mijn twee broers hebben nooit interesse gehad. Ik reed vroeger regelmatig mee naar de inkorving, maar de echte interesse is pas later gekomen. Tijdens corona is het allemaal nog wat intensiever geworden.”

LIEVER THUIS
Kenners noemen jou, Louis, een strenge duivenhouder. Hebben ze gelijk?
Louis: “Ze hebben gelijk. Als mijn duiven niet voldoende presteren, moeten ze weg. Soms start ik een nieuw seizoen met dertig duiven en eindig ik met tien. Liever een paar exemplaren die goed vliegen dan een hele til waar de helft niet van deugt.”

Ook van horen zeggen: jij durft duiven de wereld in sturen zonder voorafgaande training.
Louis:
“Ook dat is de waarheid. Ik heb ooit mijn volledige til op een internationale vlucht gestuurd zonder ze vooraf te gaan lappen, zoals dat heet. Bij het inkorven viel het onmiddellijk op dat het om jonge duiven ging. Je hoorde ze van ver piepen. Iedereen vreesde dat ik na de wedstrijd maar weinig duiven zou overhouden. Fout gedacht. Eén voor één keerden ze veilig terug van hun reis.”

De duiven zelf mogen reizen, de melkers blijven meestal thuis. Herken je dat?
Louis: “Mijn vrouw en ik zijn nooit zot geweest van reizen, dat heeft het altijd makkelijker gemaakt. Thuisblijven voor de duiven is dus nooit een opoffering geweest. Trouwens, zelfs al zouden ze me elke twee weken een gratis reis aanbieden, dan nog blijf ik liever thuis.”

STEENMARTER
In de leer gaan bij jouw eigen vader: welke kennis heeft dat opgeleverd?
Walter: “In de eerste plaats dat je de duiven onmiddellijk moet kunnen inschatten en perfect moet kunnen motiveren, zodat ze tijdens een prijsvlucht zo snel als mogelijk naar huis komen. Dat kan, bij wijze van voorbeeld, door de duif en de duivin van elkaar te scheiden of de duivinnen weg te halen van hun jongen. Eenmaal je weet hoe dat moet, ga je automatisch beter spelen.”

Louis: “Ik heb het allemaal zelf moeten leren. Boeken lezen is nooit mijn stijl geweest. Blijkbaar is dat ook niet nodig, want het gebeurt regelmatig dat anderen raad komen vragen. (lacht) Die kennis komt ook van pas voor het inschatten van ziekten. Tweemaal al hebben mijn duiven last gehad van een waas voor hun ogen. Zelfs de dierenarts had het niet in de gaten. Het lot kan ook op een andere manier toeslaan. Vijf jaar geleden verloren we zeven geweldige duivinnen aan een steenmarter, die hen de kop had afgebeten. Sindsdien is het hok hermetisch afgesloten.”
Walter: “Vorige week moesten we opnieuw een tegenslag incasseren. Door het onweer kwamen onze duiven in een rampvlucht terecht. Ze raakten het noorden kwijt, zelfs onze beste duivin. De kans dat we haar ooit nog terugzien, is klein. Jammer, maar het is niet anders."

Al valt er weinig te klagen. Sinds jij de leiding over het hok hebt overgenomen, stapelen de prijzen zich op.
Walter: “Dit seizoen hebben we inderdaad al zes keer de eerste prijs gehaald, elke keer met de eerst getekende duif, wat het allemaal nog exclusiever maakt.”
Louis: “Zonder Walter zou ik nu geen duiven meer gehad hebben, zo eenvoudig is het. Vijf weken in het ziekenhuis verblijven, zonder hulp, dat zouden mijn duifjes niet overleefd hebben. Die zes eerste plaatsen, dat is een geweldige bonus bovenop mijn herstel.”
Walter: “De eerste twee weken stond ik er alleen voor, maar nadien gaf mijn vader aanwijzingen van op zijn ziekenhuisbed. Hij kon het niet laten. Het heeft me wel geholpen om zijn afwezigheid te overbruggen.”

RONDE VAN BELGIË
Andere baas, andere regels. Ben jij even streng als jouw vader?
Walter: “Strenger zelfs. Duiven die na het vliegen niet snel binnenkomen, moeten opnieuw opstijgen. Ze worden opgejaagd met een witte vlag. Zijn ze koppig, dan kan dat ritueel zich meermaals herhalen, tot de duif heeft geleerd om op commando te landen. En komen ze meermaals te laat naar binnen, dan zullen ze even moeten wachten op hun maaltijd. Dat het werkt, merken we op de zondagen, tijdens de wedstrijden.”

Jullie spelen sinds kort onder een nieuwe naam: Van Dael Louis & Zoon. Kijk eens aan.
Walter: “Dat was al voor corona het geval, maar nu krijgt die naam wel nog meer betekenis. Ik woon vlakbij en door het virus moet ik voorlopig nog niet gaan werken. Veel van mijn tijd gaat nu naar de duiven van mijn vader. Die naam dekt dus de lading.”

Nu jullie toch aan de winnende hand zijn: hoe ver reiken de ambities nog? 
Louis:
“We mikken nu op de Ronde van België, die eind september en begin oktober wordt gespeeld. We staan er goed voor, schat ik. Hoog eindigen is een optie.”

 

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
sportdieren

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.