Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
MOL – Jack Damen (8) is de onbetwistbare kampioen motorcross bij de VLM/JMS in de reeks initiatie 65 cc. Om op dat hoogste schavotje met de champagne te mogen spuiten, won hij maar liefst 18 van de 23 races waar hij aan deelnam. Alle andere keren stond hij te pruilen op de tweede stek. Uiteraard kan en moet hij momenteel terugvallen op alle denkbare steun van zijn familie. Steun die met meer dan hart en ziel gegeven wordt. En de ambitie brandt: “Volgend jaar wil ik in een hogere reeks wéér kampioen worden.”
Als het over motorcross gaat is de Kempen, met de heilige grond van de legendarische Keiheuvel, een bastion waar niemand omheen kan kijken. Plak alle nationale en internationale titels van grootheden als René Baeten, André Vromans, Sylvain Geboers, Eric Geboers en Joël Smets (met excuses aan al diegenen die we niet vermelden) achter mekaar en je krijgt een file waar geen enkele ochtendspits tegenop kan boksen. En nu maakt Jack Damen zich op om stapsgewijs zijn wagonnetje aan te haken. Want hij heeft de smaak van het succes te pakken. En daarbij de pit en het karakter om lang door te bijten. Dat noemen ze: uit kampioenenhout gesneden. Krijgen we een nieuwe, grote Kempense kampioen?
Jack, nogal wat jongens van jouw leeftijd kiezen als sport al snel voor voetbal, willen wielrenner worden of misschien wel tennisser. Jij bent motorcrosser, hoe komt zoiets?
Jack Damen: “Toen ik zesenhalf jaar was, heeft mijn mama (Liesbeth, nvdr.) me ingeschreven om bij de aspiranten te gaan crossen. Ik vond dat best leuk, dat crossen, en het ging altijd beter en beter. Volgens mijn mama ben ik er wel eentje die graag wint. Nu heb ik mijn eerste volledige crossjaar achter de rug. En ik ben kampioen. Volgend seizoen zal het zwaarder worden, maar ik ga de hele winter goed trainen want ik zou graag opnieuw kampioen worden.”
Veel mensen denken dat motorcross enkel aan de gashendel draaien is en daarmee is de zaak af. Is het een zware, fysieke sport?
Jack: “Zeker weten! Het is veel meer dan dat! Je moet voortdurend schakelen, remmen, optrekken, de juiste lijnen en de juiste sporen kiezen… Fysiek is het toch wel erg zwaar.” Opa Marc: “En er komen natuurlijk ook valpartijen bij. Voor zo’n ventje is een moto van pakweg 50 kilo weer recht krijgen niet vanzelfsprekend. Als hij valt, staat hij te vloeken en met zijn armen te zwaaien van ‘kom me eens helpen’.” Jack: (resoluut) “Maar daar ben ik beter in geworden, tegenwoordig krijg ik mijn moto al wel zelf recht.”
Ik heb het even opgezocht, jullie vlammen echt al tegen 60 km/u over het circuit. Ben je dan soms niet bang?
Jack: “Neen, ik ben echt niet bang van die snelheid, die wil ik juist halen. Op de rechte stukken durf ik zeker al wel mijn vijfde versnelling te gebruiken, net om die snelheid te halen.”
Jij wil er best zelf wel veel voor doen, maar je moet toegeven dat je familie er veel – zo niet alles – aan doet om je te steunen?
Ma Liesbeth en pa Kenny: “Jack traint best veel en graag. Soms is dat één, soms twee keer per week. Nu, in eigen land zijn de mogelijkheden wel heel erg beperkt geworden. We gaan eens naar Lommel, naar Genk of Lille en trekken geregeld over de grens naar Nederland, waar er veel meer mogelijkheden zijn. Dit jaar zit er, dankzij trainer Jurgen Bijnens, zelfs een meerdaagse trainingssessie in Spanje in om op hardere ondergrond te leren crossen. Hij wil er wel alles voor doen om top te zijn.”
Liesbeth, als ik het goed begrijp ben jij het die Jack gestimuleerd heeft om te gaan crossen. Is dat een speciale keuze?
Liesbeth: “Wij gingen als kind met mijn vader toch wel geregeld naar de cross kijken. Toen Jack nog een kleutertje was, kochten we hem een elektrisch vierwielertje. (glimlacht) Dat ging goed tot we eens naar een demonstratie gingen kijken op de Keiheuvel. Toen hij die tweewielers zag, was er geen houden meer aan, dat moest hij ook hebben. Hij ging meteen elke zaterdag oefenen met opa. Die had bij vrienden ergens een terrein gevonden waar ze een aantal springbergen in gemaakt hadden. Daar moest hij oefenen om goed te leren schakelen. En ik vermoed dat we nog voor een lange rit staan als ik zie hoe gedreven Jack is.”
Je vijfjarige dochter Ellis lijkt me meer een ‘knutselsmurfje’. Of heeft zij ook die microbe te pakken?
Liesbeth: “Ze heeft het wel geprobeerd maar ze vond het niet leuk. Ze gaat liever paardrijden en voetballen bij KFC Mol. Jack voetbalt daar ook buiten het crossseizoen, hij is keeper.”
Jack, na zo’n cross of na een training ziet je moto er best smerig uit. Hoe zit het met de opkuis en de schoonmaak?
Opa Marc: (lacht smakelijk) “Ik noem hem altijd ‘onze saloncrosser’. Het poetswerk en het sleutelen is voor mijn rekening. Maar – eerlijk toegegeven – ik doe dat doodgraag. Zijn pa Kenny en ik onderhouden alles zelf. Voor sommige items kloppen we wel eens bij een specialist aan. Ik ben verdorie zelf net nog gestart met een cursus in het avondonderwijs om zo een motor technisch nog beter te doorgronden.” Jack: “Da’s waar, ik heb mijn moto nog maar nul keer zelf gekuist!” Opa Marc: “En als hij dan bokkig is, want dat karaktertje zit er wel in, dan reageert hij zich af. Dan schrijft hij in het groot ‘STOMME’ op de flank van mijn auto. Die M te weinig nam ik er graag bij. Ik heb er lang mee rondgereden zonder mijn auto te kuisen. En dan zit hij zelf achter een hoekje ook stiekem te lachen.” Oma Hilde: ”Wat mij ongelooflijk opvalt, is hoe plots hij verandert eenmaal hij zijn racehelm opgezet heeft. Dan heeft hij voor niemand nog oog, dan is hij helemaal gefocust. Je voelt zelf hoe de adrenaline dan door zijn lijf giert.”
Op het podium van het kampioenschap stond je vrolijk champagne te spuiten. Ontbraken daar niet een paar mooie, jonge dames?
Jack: “Pffffffffffffff….” Oma Hilde: “Op een cross kwam er eens een meisje naar de camper om te vragen of Jack niet even mee wilde komen. Hij was plots spoorloos.”
Een heel ander vraagje. Jij zal nog even naar school moeten, hoe zit het daar?
Jack: “Ik zit nu in het derde leerjaar van basisschool Stapsteen in Mol-Sluis. Bij meester Willem, een toffe! Daarvoor heb ik enkel juffen gehad. Mijn vrienden reageren normaal op het feit dat ik crosser ben. Gelukkig.” Liesbeth: (trekt wenkbrauwen behoorlijk omhoog) “Op schoolvlak moet je hem toch achter de veren zitten. Leren is niet zijn favoriete bezigheid. Hij heeft ook niet echt andere hobby’s. Lezen zit er niet in. Af en toe eens met zijn mountainbike door een veld razen, dat wel. Ook tv is niet zijn ding, het enige wat hij bekijkt zijn filmpjes over crossen op YouTube. Zelfs op zijn Nintendo staat er een cross-spel.”
Heeft hij ooit al eens een spreekbeurt mogen geven over zijn hobby?
Liesbeth: “Dat zal nog iets te snel zijn, denk ik. Maar na de vakantie mocht hij iets mee naar school nemen om te tonen waarom zijn vakantie leuk geweest was. Dat werd… zijn beker van de Keiheuvel. Apetrots!”
Het moet voor de hele entourage toch een hele puzzel zijn?
Opa Marc: “Het is altijd druk, druk. Alles draait rond de cross. Maar als we op pad gaan met de mobilhome is er altijd amusement. Jack en Ellis hebben in dat wereldje hun eigen vriendenkring opgebouwd. Net als wij, een barbecue, een pintje… Enkel op de vrijdagen probeer ik het sober te houden om zaterdag met een frisse kop langs het parcours te staan.” Bij dit gesprek waren de ouders van mama Liesbeth aanwezig. Uiteraard zijn ook de andere grootouders Ria, Alois en vake Fik (de mascotte en overgrootvader van Jack) hondstrouwe supporters.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.