Talent van eigen bodem

Frans Verhoeven; op zoek naar idyllische natuurbeelden

Gepubliceerd: 25 maart 2020  |  Door: Jef Aerts  |  Onderox editie: 198

MOL — Cineast Frans Verhoeven (84) heeft een nieuwe natuurfilm ingeblikt: ‘De Slapende Reus’. De altijd opnieuw verwonderende natuur van de Kempense Heuvelrug, tussen Nete en Aa staat dit keer centraal. De geduldige camera van de gelauwerde en gelouterde cineast weet als immer opmerkelijke wetenswaardigheden te rijmen met idyllische natuurbeelden. Met zijn ‘De Slapende Reus’ is Frans aan zijn 65ste tv-uitzending toe.

Een cameraman die natuurfilms wil maken moet steevast een ongelooflijke portie geduld in zijn rugzak meedragen. Een ijsvogeltje dat zich op een tak neerpoot in de hoop een stekel- of ander baarsje van onder het wateroppervlak op de menukaart te zetten, het vergt oeverloos geduld. En het verpoppen van die ongelooflijk mooie vlinder die de koninginnenpage is op pellicule zetten, daar heeft een mens geduld voor nodig. En stramme spieren voor over. Maar liefst vier seizoenen lang ging Frans op pad, samen met zijn maat/geluidsman Gilbert Lantin. En omdat beide heren van stand weten dat rust roest, broeien ze al op een nieuw project.

Het lijkt me dat cineasten geen pensioenleeftijd kennen…
Frans Verhoeven: “Ja, ik blijf het boeiend vinden, anders was ik er al veel langer mee gestopt. Ik wil mijn films aan een groot publiek kunnen tonen. En dan spreek je over op tv komen, mijn films gaan draaien in een parochiezaaltje, zie ik niet zitten. Culturele centra zijn dan wel weer een optie, denk zeker niet dat ik dat minderwaardig vind. Ik krijg steeds erg veel reactie als mijn films op de VRT vertoond zijn. Opmerkelijk is dat er ook massaal reacties uit Nederland komen.”

Je zoekt je inspiratie blijkbaar de jongste jaren steeds dichter bij huis?
“Ik heb geen zin meer om nog eens 21 uur in een vliegtuig te kruipen. Zo heb ik al een groot stuk van de wereld gezien. Al was ik nog nooit in Australië of Nieuw-Zeeland, maar die reismicrobe is gepasseerd. Maar je hebt gelijk, het is hier ook mooi, veel mensen weten of beseffen dat niet. Daar wil ik hen op wijzen. De Kempense Heuvelrug was een gegeven dat me al langer intrigeerde. Tijdens mijn prospectie kreeg ik ook erg veel hulp van de toeristische dienst van Kasterlee.”

Naast natuurbeelden heb je ook steevast erg veel oog voor de lokale geschiedenis. In dit geval is er de ‘kerkweg’ en de ‘lijkweg’ van het gehucht Goor?
“Dat zijn twee identieke wegen die tien meter van mekaar parallel lopen. De doden werden indertijd vervoerd via de lijkweg, de ‘gewone’ wandelaars namen de kerkweg. Om dat in beeld te kunnen brengen heb ik moeten zoeken naar een plek om dat van boven duidelijk in beeld te brengen. Maar ik heb geluk, mijn fysiek is nog in orde, ik word niet snel moe. Bij de VRT krijg ik geregeld de opmerking dat ik nog de enige ben die dergelijke films maakt in eigen land.”

Een dergelijk project moet veel tijd in beslag nemen, zowel qua voorbereiding als qua opnames…
“Eerst begin je met opzoekwerk. En dan ga je op het terrein spotten. Zo heb ik de Duitse ‘Flakstellung Langenberg’ uit WOII ontdekt. Van hier werd in 1942 een Britse bommenwerper neergehaald. Hier werden ook Belgische SS-ers opgeleid. De bunkers uit die periode staan er nog altijd. Aan dergelijke films ben je toch een dik jaar bezig. Twee tot drie keer per week op pad, alles monteren en ik schrijf mijn teksten ook zelf.”

Hoe ben jij eigenlijk aan het filmen begonnen?
“Het zal midden de jaren ’50 geweest zijn dat Toon Kinnaer me vroeg of we, via de fotoclub, niet met een filmclub konden beginnen. Dat deden we en we gingen met onze films naar wedstrijden. Eerst in eigen provincie, dan op andere locaties, en tenslotte deden we mee aan nationale wedstrijden. Met onze film over de Galapagoseilanden hebben we een internationale prijs gehaald in het Finse Turku. En onze film over Groenland, die ik samen met mijn kompaan Gaston Craps maakte, was de allereerste in zijn soort die op de RTBF vertoond werd. We kregen zelfs koninklijke interesse via onze film ‘Onderzoek en ontwikkeling, hoeksteen van de voortuitgang’, die ging over de werking van het SCK (Studiecentrum voor Kernenergie, nvdr.). Koning Boudewijn had bij de voorstelling bijzonder veel interesse voor onze apparatuur. We hebben veel landen gezien, onze reizen waren gratis maar enkel op voorwaarde dat de film ook effectief uitgezonden werd. Het was in die tijd echt nog zo dat je de film manueel moest monteren. Stukjes ontwikkelde film werden opgehangen aan latjes met nageltjes. Gaston hield alles perfect bij op papier, die wist welk item waar moest ‘gelast’ worden.”

Tegenwoordig werk je samen met klankman Gilbert Lantin. Is die ooit eens niet in de Belse Duivelskuil gevallen?
“Gilbert werkt als monteur voor de VRT, maar hij gaat vaak met mij op pad. Aan de Duivelskuil hoorde ik indertijd een luide plons — Gilbert is een boom van een vent — en hij zat helemaal in het moeras. Met behulp van een camerastatief kon ik hem op het droge krijgen. In een lokale herberg kreeg hij droge kleren van de uitbater.”

Omdat je nog piepjong van geest bent, verklap eens, wat zit er nog aan te komen?
(Met glinsterende pretoogjes) “Ja, er zit nog wel iets aan te komen. Hiervoor wil ik vertrekken vanuit het werk van Jakob Smits. Wat penseelde hij en hoe ziet die plek er nu uit? Omdat Smits niet zoveel werken in open lucht schilderde, maak ik de uitbreiding naar de Molse School. Ik zit daar al volop mee in mijn hoofd.”


MEER INFO:
‘De Slapende Reus’
is in het voorjaar van 2021 op de VRT te zien. Er zijn ook onderhandelingen met de Nederlandse omroep AVROTROS.

 

 

 

Meer lezen van Jef Aerts

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.