Talent van eigen bodem

Ferre Coolen: helemaal in zijn sas op een kartingcircuit

Gepubliceerd: 1 februari 2024  |  Door: Peter Meulemans  |  Onderox editie: 238

ARENDONK – We hebben allemaal al wel eens met familie, vrienden of collega’s een bezoekje gebracht aan een lokaal karting-circuit om onderling uit te maken wie de snelste is. Hoewel we ons op dat moment allemaal Max Verstappen wanen, merken we bij aankomst vaak dat onze gereden tijd bijna een slakkengangetje is, vergeleken met de echte toppers. Maar dat is niet het geval voor Ferre Coolen (18) uit Arendonk. Hij draait al een tweetal jaren mee in het internationale circuit. Al blijft het ook daar hard aan de weg timmeren. 

Ferre zit met zijn neus tussen de boeken wanneer we bij hem langsgaan. Hij studeert Vastgoed in Antwerpen en stoomt zich klaar voor de komende examens. Maar even pauzeren kan geen kwaad. En al zeker niet wanneer het is om over zijn favoriete hobby te babbelen, karting. Want terwijl dit voor de meesten van ons een half uurtje ontspanning biedt, is het voor Ferre pure ernst. En dan moet lichaam en geest perfect in orde zijn. Bovendien zou 2024 de grote stap vooruit moeten vormen.

Ferre, dankjewel om even tijd te maken tijdens je studies. Staat de kart deze dagen ook even aan de kant?
Ferre Coolen: “Niet echt. Ik probeer toch zoveel mogelijk te trainen. Tijdens normale schoolweken probeer ik dat een tweetal keer per maand te doen. Mijn kot in Antwerpen is op vijf minuutjes van het circuit. Dus daar verlies ik niet te veel tijd mee. Ook bij Goodwill Karting in Olen, zo’n beetje mijn thuiscircuit, train ik zeker één keer per maand. Daarnaast neem ik maandelijks deel aan twee of drie races. Dus tijdens de vakanties probeer ik toch wat meer naar de circuits af te zakken.”

Is er in Vlaanderen voldoende keuze aan circuits?
“Zeker wel. Meer dan voldoende. België en Nederland zijn echt wel de bakermat van karting. Het niveau ligt hier erg hoog. Als je de stand van een wereldkampioenschap erbij neemt, zal er misschien een Spanjaard of een Braziliaan tussen staan, maar de rest zijn allemaal Belgen en Nederlanders. Om die reden heb ik ook nog niet deelgenomen aan het Belgisch Kampioenschap bijvoorbeeld. Dat ben ik wel van plan in 2024. Maar de afgelopen twee jaar was de kloof met de echte top nog te groot. Daarom rij ik regelmatig in het buitenland. Een tweetal weken geleden racete ik nog mee in Zweden. Dat niveau is minder hoog en ligt me op dit moment nog beter.”

Hoe ziet zo’n wedstrijd in het buitenland eruit?
“Dat is overal een beetje anders. Maar er is altijd wel een trainingsdag op vrijdag, een kwalificatierace op zaterdag en dan de finales op zondag. Als die wedstrijden in de buurt zijn, heb je altijd wel de mogelijkheid om in de weken daarvoor wat meer ter plaatse te trainen. Maar in het buitenland lukt dat uiteraard niet. Dus heb je die trainingsdag echt wel nodig om te wennen aan het circuit. Hoe zit het met de inhaalmogelijkheden? Waar liggen de beste lijnen? Kan je ergens de bochten anders nemen om minder snelheid te verliezen? Je hebt toch wel enkele trainingen nodig om dat allemaal uit te zoeken. Bovendien rij ik altijd met een huurkart, waardoor je ook telkens een andere kart hebt. En geen twee karts zijn gelijk. De één is wat gevoeliger aan de rem bijvoorbeeld, de ander stuurt net dat tikkeltje stroever. En dan nog heb je een beetje geluk nodig. Want Polen bijvoorbeeld staan bekend als meer assertieve chauffeurs die sneller de gaten opzoeken. Zo’n duels durven dan wel eens in de banden te eindigen.”

Zo’n wedstrijd in het buitenland lijkt me al wel een hele onderneming.
“Klopt. Maar er zijn altijd wel enkele chauffeurs uit de buurt mee op pad. Dus het is niet zo dat het een eenzaam tochtje is. Mijn vader is er ook vaak bij. Maar het klopt wel dat je er steeds even mee van huis bent. Dus het is af en toe wel wat plannen.”

Is karting eigenlijk een teamsport of race je altijd individueel?
“Beiden kan. Ik rij niet zoveel in teamverband. Het heeft zo zijn voor- en nadelen. Maar uiteindelijk doe ik het liefste mijn eigen goesting en race ik dus individueel. Maar af en toe neem ik ook deel aan endurance races. Dat is altijd in teamverband.”

Wat is dat? Een endurance race?
“Dat zijn wedstrijden waar vooral het uithoudingsvermogen getest wordt door 8 of 10 tot zelfs 24 uur te racen. Als je weet dat één beurt richting twee uren kan gaan, en dat één toertje soms maar veertig seconden duurt, dan moet je natuurlijk wel bij de les blijven en dus best een beetje uitgeslapen zijn. (lacht) Het kan zijn dat je zo’n wedstrijd met vieren racet, of met zes.”

Zijn die wedstrijden dan altijd binnen of ook buiten?
“Beiden kan. In het buitenland is dat vooral buiten. In België vooral binnen, al hebben Genk en Spa ook een buitencircuit. Het maakt wel een groot verschil. Bij buitencircuits zijn de toeren wat langer en de banen wat breder. Daar worden door de echte toppers snelheden tot 140 kilometer per uur gereden. Technisch moet je dus top zijn, maar ook de fysiek en het mentale zijn niet te onderschatten.”

Je rijdt niet met een eigen kart, zei je net. Ik neem aan dat dat financieel best een zware investering is.
“Dat is het zeker. Bovendien sta je dan ook voor alles zelf in. En dat begint al met het vervoer. Maar ook elke technische panne moet je zelf oplossen. Dat is niet evident. Al heeft een eigen kart uiteraard veel voordelen. Maar die investering gaan we niet meer doen. Ik wil in 2024 zeker nog de belangrijkste wedstrijden in België rijden. Zo is er de Formula Karting. Dat is het niet-officiële kampioenschap van België. Het zijn tien races in gans België, verspreid over een jaar. Daarnaast heb je nog het echte kampioenschap. Dit is één weekend. Maar daarna zou ik mij graag beginnen focussen op het racen op een circuit zoals Zolder.”

En dat vraagt weer een hele andere aanpak?
“En vooral een grote financiële inspanning. Hiervoor is het dus belangrijk om op zoek te gaan naar sponsors. Want naast de wagen, de banden, de benzine en de slijtage heb je ook een trainer nodig, een mecanicien, noem maar op. En dan gaat er nog meer getraind moeten worden. Vandaag is dat misschien nog een verre droom maar dromen mag hé.” (lacht)

Wat zijn voor nu de volgende plannen?
“De eerstvolgende wedstrijd is begin februari in Eupen. Ook niet echt bij de deur. Maar daar zou ik toch ook eerst een paar keer willen trainen voor de wedstrijd. En verder zijn dus de Belgische kampioenschappen de grote doelstelling in 2024. Het wereldkampioenschap in Brazilië gaat nog niet voor dit jaar zijn.” (lacht)

Heb je nog wat vrije tijd naast het studeren en het karten?
“Niet elke week evenveel. Maar ik ga tussendoor ook nog voetballen en naar de Chiro. Dus dat lukt nog wel. Ik ben graag bij mijn vrienden en een pintje drinken hoort daar ook zeker bij.”

Meer lezen van Peter Meulemans
Meer lezen over
sport

Meer Talent van eigen bodem

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.