Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
MOL – Een fikse wandeling met een woestijnbuizerd die geregeld even op een handschoen landt, Kendra Vansaet (23) kent het intussen. En ze geniet er met volle teugen van. Passie schrijft ze niet met één maar met allemaal hoofdletters. De roofvogel zelf heeft nog geen naam, die krijgt hij traditioneel als hij zijn eerste prooi geveld heeft. Maar tijdens zijn gevleugelde studententijd vult hij graag de krop met de nodige eendagskuikens.
“Wat hangt er me nu in de lucht?” vroeg ik me recent af toen ik in de bosrijke omgeving die mijn habitat is plots belletjes boven mijn hoofd hoorde. Hoewel relatief vroeg op de levenslijn: zou het een A(e)artsengel zijn? Nader onderzoek leerde dat een roofvogel me rustig zat te bekijken. Nu was het decennia geleden in mijn ouderlijke woonkamer, rond de Leuvense stoof, haast dagelijks vergaderen geblazen door stropers en jagers allerhande. Onderscheid maken was niet altijd makkelijk. Wél in het geheugen geprent: eentje van hen, de toenmalige voorzitter van de St.-Hubertusvereniging, daagde op met een havik op de arm. Dat maakt indruk wanneer je als weggedoken snotneus onder diezelfde stoof doodstil zit te luisteren. Diezelfde indruk maakte Kendra toen ze lachend kwam aangewandeld.
Je kan moeilijk zeggen dat dit een doorsnee hobby is. ’t Is weer eens wat anders dan postzegels of sigarenbanden inkleven?
Kendra Vansaet: “Voor mij is het begonnen met het fotograferen van vogels. Toen al had ik de meeste belangstelling voor roofvogels, dat vond ik zulke imposante dieren. Toen een vriend me eens meenam naar een workshop met roofvogels was ik helemaal verkocht. Ik ben als voorbereiding wel eerst gaan opzoeken of het wel verantwoord was om zelf zo een vogel te houden. Zo leerde ik dat er in St.-Niklaas een tweejarige opleiding was bij Syntra. Daar leer je het eerste jaar veel over huisvesting van het dier, maar vooral ook of het je wel echt ligt. Het is behoorlijk complex en niet vrijblijvend, je moet er echt van houden. Hier haken er wel veel af.”
Dergelijke vogels koop je niet snel even in de dierenwinkel en ik veronderstel dat je ook niet meer in een boom mag klauteren om snel even enkele eitjes te gappen voor de broedmachine?
“Neen, je kan dergelijke vogels kopen bij erkende valkeniers. Zij kweken roofvogels, ze zijn zéér kieskeurig, ze halen de roofvogels niet uit de natuur.”
Vanwaar je keuze voor een woestijnbuizerd, het kan wel eens droog zijn en er zijn wat landduinen, maar het is hier geen Sahara?
“De keuze voor een woestijnbuizerd is vooral omdat het zulke slimme vogels zijn. Maar hij kan – en probeert – wel met je voeten te spelen. Als hij doorheeft dat het eten dat hij krijgt uit je broekzak komt, hangt hij al snel aan je been. Zo snugger is hij wel.”
Met een puppy ga je naar een hondenschool, met een roofvogel zal dat toch anders zijn?
“Om te beginnen worden de jonge vogels zo lang mogelijk bij hun ouders gelaten, zo kunnen ze zoveel mogelijk natuurlijk gedrag aanleren. Dan krijg je een mentor die je helpt met het starten van je opleiding. Je moet echt elke dag alle stappen doorlopen. Dan haal je de vogel in huis. Daar moet hij zeeg worden, gewend aan de mens. De vogel leert de bewegingen van de mensen, hij ervaart radio en tv… In die periode zit hij vaak op de hand en als hij bang is, gaat hij zelfs ondersteboven hangen. Eenmaal het vertrouwen wat groter geworden is, volgt er een wandelingetje op straat, zo leert hij wennen aan auto’s, tractoren… Stilaan moet hij ook de sprong naar je hand(schoen) leren maken. Die afstand wordt steeds uitgebouwd. Dan volgt vliegen aan een lange lijn en na een tijdje moet je hem durven loslaten. En dat is een beetje eng! Want een roofvogel is je partner, het zijn geen duiven die zomaar naar de til komen.”
Ondertussen moet je ook nog je uren les volgen om erkend valkenier te worden. Dat vraagt toch de nodige inspanningen?
“In het begin reed ik, vogel incluis, met de trein naar St.-Niklaas, maar dat was bijna drie uur op de trein. Toen heeft mijn ma beslist dat zij wel elke keer met de auto zou rijden. Terwijl ik les volg, doet zij er haar boodschappen. Ze kent de stad ondertussen redelijk goed.”
Even tussendoor, studeer jij nog iets anders dan valkerij?
“Jawel hoor, ik volg een bacheloropleiding Toegepaste Informatica aan Thomas More in Geel.”
Wat is je bedoeling, eenmaal je afgestudeerd bent?
“Ik wil met mijn vogel gaan jagen, daar train ik hem nu voor. Jagen met roofvogels telt twee soorten: de hoge vlucht, dat is jagen met valkachtigen en je hebt de lage vlucht, dat is jagen met o.a. een woestijnbuizerd, die vertrekt vanop de handschoen. Nu is deze vogel nog wat onhandig, hij duikt op dingen die hij als een prooi ziet. Dat kan op dit moment net zo goed een dikke denappel zijn. En hij moet leren om op de loer (een kunstmatige prooi aan een touw, nvdr.) te reageren. Daar worden soms veren ingestoken om een vogel te imiteren. Jagen met een roofvogel is iets eenvoudiger dan met een geweer. Wij hebben geen jachtverlof nodig, wel steeds de toestemming van de grondeigenaar en van de lokale wildbeheereenheid.”
Wat voer je zo een woestijnbuizerd?
“Dat ga je zodadelijk zien, als we buiten gaan jagen. (glimlacht) Maar ik kan nu al wel zeggen dat het veelal eendagskuikens zijn. Twee keer per week krijgt hij extra vitamines. En als je goed bevriend bent met de lokale duivenmelkers, komt er wel eens een duifje of een kwartel bij. Maar voor we vertrekken, weeg ik de vogel altijd en dat wordt in een dagboek genoteerd. Voilà, dik zeshonderd gram. En zodadelijk is het zijn geluksdag, dan krijgt hij extra hapjes om zijn krop goed te vullen, die mag niet beginnen krimpen. Je moet maar eens opletten als hij zijn prooi/beloning krijgt. Dan heeft hij al de neiging om zijn vleugels als een mantel uit te spreiden. Dat doet hij om de prooi aan het zicht van concurrerende jagers te onttrekken.”
Om ook eens te kunnen roepen, hoe heet je vogel eigenlijk?
“Die heeft nog geen naam! Het is de traditie dat er pas een naam gegeven wordt als hij zijn eerste prooi geslagen heeft. We hebben al een heel lijstje klaar liggen, je kan het zo zot niet bedenken! De laatste vondst van mijn ma is Marcelleken.”
Als je zo op wandel bent met je vogel, word je dan vaak aangesproken? Zoals door deze jongen?
“Toch wel, ik word geregeld aangesproken. En ik vind al die vragen niet erg. Mensen komen vaak met positieve vragen af en ik vind het leuk om daar op te antwoorden. Ik heb nog maar één negatieve reactie gekregen. En die vergeet ik dan zo snel mogelijk.”
Terwijl Kendra op een open veld de werking van de loer demonstreert, merkt ondergetekende drie dames op die aan komen gejogd. Verbijstering slaat toe als ze de woestijnbuizerd zien. “Niet ongerust zijn. Hij bijt alleen naar dames in roze joggingpakken.” Het tempo van de loopschoenen gaat meteen ver voorbij de persoonlijke records.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.