Bijzondere trends

Onze man voedert de vogeltjes in zijn tuin

Gepubliceerd: 29 februari 2024  |  Door: Bert Huysmans  |  Onderox editie: 239

Kletsnat, zo was het weer de laatste maanden. Ook u heeft het vast gemerkt. En dus besloten wij — tussen de regen en de windvlagen door — om de vogeltjes in onze tuin een handje te helpen tijdens die barre weersomstandigheden. Geïnspireerd door mijn oudste zoon, en zijn leerkracht.

In deze rubriek zoeken we naar de kleine dingen die we kunnen doen om onze wereld ietsje beter en duurzamer te maken. Want de wereld verbeteren, dat is makkelijk gezegd. Maar wat is haalbaar? En wat niet? Deze maand: vogels eten geven in de tuin.

Situatieschets: mijn oudste zoon komt zijn klas uitgelopen met een grote dennenappel aan een touwtje. Die is volledig ingesmeerd met pindakaas. “En nu moeten wij die in de tuin hangen”, klinkt het enthousiast. Eenmaal thuisgekomen hangen we de dennenappel meteen aan een boom, kuisen vervolgens mijn fiets af, waar ook plaatselijk wat pindakaas op beland is van de rit huiswaarts, en laten de vogels de dennenappel ontdekken. Maar de volgende paar dagen verlies ik de dennenappel uit het oog. Pas een week later merk ik op dat die leeg is, schoon zo u wil. Het was een regenachtige week, dus ik weet niet goed of de vogels dan wel de regen de dennenappel weer pindakaasvrij hebben gemaakt.

SMEREN MAAR
En dus doen we de test opnieuw. Mijn zoon smeert enthousiast de dennenappel vol pindakaas en ik laat hem die daarna in een bak vol zaadjes en pitten doppen die ik een paar weken geleden in de winkel kocht. De dennenappel kan daarna — niet slecht bedoeld — terug de boom in. Deze keer in de boom die het dichtst bij ons huis staat. Kwestie dat we hem niet opnieuw uit het oog verliezen. De volgende dag check ik even of er al stukjes weggegeten zijn. Het resultaat valt een beetje tegen. Hier en daar lijkt er iets verdwenen, de wind misschien? Want het regende niet. Het resultaat is in elk geval niet overweldigend. Zo nu en dan zal er de komende dagen een vogeltje opduiken om — vooral — zonnebloempitten uit de mengeling te komen eten. Intussen leert wat opzoekwerk mij dat ik compleet fout bezig ben. Gewone pindakaas mag je eigenlijk niet gebruiken voor het voederen van vogels. Dat blijkt te zout te zijn en zout is uit den boze. Dat is ook de reden waarom je vogels eigenlijk geen brood mag geven, iets wat de meeste mensen intussen wel weten.

PROPERE ETERS
Gelukkig blijkt er een oplossing te bestaan: pindakaas voor vogels. Bedoeling is dat je zo’n pot open en op zijn zij in een houder in je tuin plaatst zodat de vogels er rustig en lustig van kunnen eten. Maar de plastieken houder die ik in de eerste winkel waar ik binnenstap tegenkom, vind ik niet bepaald uitblinken in schoonheid. Ik neem de pot wel mee, de houder niet. Want ik kan die pindakaas gewoon op die dennenappel smeren, zo luidt mijn redenering. Al blijkt dat niet zo eenvoudig. Deze pindakaas is niet smeuïg, maar net heel brokkerig, er zitten ook zaden en stukjes noten in. Met moeite kan ik één zijde insmeren, al is het eerder die pindakaas tegen de dennenappel aandrukken. Ik dop de pindakaas in de mengeling van pitten en zaden en hang ‘m opnieuw in de tuin. Amper er een paar minuten later krijgt de dennenappel al bezoek van een koolmees die ervan komt snoepen. Ik word er zowaar euforisch van! De komende uren zal er telkens ik door de gordijnen spiek wel minstens één vogeltje aan het snoepen zijn. Mijn kookkunsten vallen duidelijk in de smaak. Het zijn meestal (kool)meesjes die op bezoek komen. Twee dagen later merk ik als ik thuis kom dat de dennenappel helemaal is schoongegeten. Propere eters, die mezen, ik kan nergens nog een brokje pindakaas bespeuren. Even later zie ik van achter mijn woonkamerraam een roodborstje naar de dennenappel vliegen, even halt houden en weer vertrekken. Alsof hij teleurgesteld weer huiswaarts moest. Vol medelijden, ik ben een gevoelige ziel, haal ik de dennenappel binnen, smeer en dop hem weer vol (langs één kant) en hang het vogelbuffet vervolgens weer buiten. Met succes, vrijwel meteen komen er nieuwsgierige fladderende vrienden langs.

KIESKEURIGE VOGELTJES
Het is meteen ook een gespreksonderwerp als ik bij Babs van Roos Met Witte Stippen in Geel langsga, mijn steun en toeverlaat binnen deze rubriek. “Ik heb hier de beste vetbollen liggen die er te verkrijgen zijn”, hoor ik haar meteen weinig bescheiden zeggen. Vivara is volgens haar het merk waar ik naar op zoek moet omdat zij puur biologisch werken en voor vet kiezen dat gezond is voor de vogels, in tegenstelling tot de meeste mezenbollen die je in de ‘traditionele’ winkel vindt tijdens deze periode van het jaar. “In mijn tuin eten ze deze altijd eerst op, nog voor ze aan de andere beginnen.” Kritische journalist als ik ben, trek ik die stelling in mijn hoofd meteen in twijfel. Vogels die hun voorkeur uitspreken voor welke soort vetbol ze eten, het zal wel. Toch blijft het idee door mijn hoofd spoken en besluit ik de proef op de som te nemen. Ik koop een houdertje voor vetbollen en een setje mezenbollen die ik in de winkel tegenkom. Er zit zelfs een groen netje rond, wat Babs mij vooraf ten strengste had verboden. “Daar kunnen ze met hun snavel of pootje in verstrikt raken. Heel gevaarlijk!” Een confrontatie met een schaar later zijn ook deze eetbare bollen helemaal (vrij van) netjes en klaar voor de test. Ik leg drie bollen in de houder, de onderste uit de winkel, de twee bovenste zijn de bollen waar de vogels van Babs zo dol op zijn. De twee bovenste voelen zachter aan, bevatten meer zaden en zijn donkerder van kleur, dus een verschil is er duidelijk wel. Ik besluit de houder in een krulhazelaar te hangen in de hoek van mijn tuin. Daar spot ik regelmatig kleine vogeltjes in die genieten van de beschutting daar. Als het hier niet lukt, dan nergens. Alsof ik de melk bij de kat ga zetten. Eens ik weer binnen ben, komen er vrijwel meteen vogeltjes kijken en eten. Wanneer ik wat later boodschappen ga doen, kijk ik al snel even. Van alle drie de bollen is er ongeveer een hapje of twee genomen. Het is nog te snel om al conclusies te trekken. Zo’n anderhalve dag later wordt conclusies trekken wel een optie: van de twee bovenste bollen is een hele brok verdwenen, van de onderste haast niks. Enkele dagen later is de bovenste bol volledig opgegeten en blijft van de tweede enkel nog een klein brokje over. De onderste bol is nauwelijks aangeroerd. Ik had het nooit gedacht, maar ook ik zit met kieskeurige vogeltjes in mijn tuin.

DOORWEEKTE ZADEN
Ik had eigenlijk voordien nooit iets hangen voor de vogels, maar kocht een tijd geleden wel een vogelvoederhuisje van aardewerk, maar dat was nog niet ‘geïnstalleerd’, nog niet in een boom gehangen dus. Tijd om daar verandering in te brengen: ik strooi er wat zaadjes in en hang ‘m in een boom in de tuin. Twee dagen later ga ik eens kijken. Het heeft blijkbaar hard geregend, en dat is er aan te zien. De zaden liggen er nog, gezonken in een laagje water van een centimeter of twee. Smakelijk is het allemaal niet. Ik besluit alles proper en droog te maken en leg deze keer twee vetbollen, van de lekkerste soort, in het voederhuisje. Maar ook hier speelt de regen spelbreker. De volgende dag moet ik twee doorweekte vetbollen uit het water vissen. Ik besluit ze op een schaaltje onder ons afdak te leggen zodat ze kunnen drogen voordat ik ze weggooi. Als bij toeval ontdek ik een dag later dat er op die, intussen opgedroogde, bollen een vogeltje komt eten. Een vriendin die toevallig op bezoek is herkent er meteen een koolmeesje in. Eentje met lef, of met grote honger, want dat afdak ligt vlak aan onze grote raam. Ik besluit die bollen nog even te laten liggen en strooi er ook wat gevriesdroogde meelwormen bij. Ze mogen wel eens verwend worden. En als ik die koolmeesjes nu al naar mijn tuin lok, helpen ze mij binnenkort misschien wel als mijn moestuin allerlei rupsen, slakken en ander ongediertje aantrekt. Een sappige maaltijd voor hen, meer groentes voor mij. Win-win.

CONCLUSIE
Zo’n voederhuisje mag dan wel mooi zijn, ik moet er nog een goede (lees: een droge) plek voor vinden. Die dennenappel insmeren met pindakaas voor vogels gaat niet zo vlot, maar eenmaal ie buiten hangt, zullen de vogels je wel dankbaar zijn voor je insmeergestuntel. Intussen heb ik in een andere winkel houders ontdekt die wél mooi zijn om zo’n pot pindakaas voor vogels in te plaatsen. Zelfs eentje waar je die pot als het ware in een boomstammetje plaatst. Wie dus liever niet dennenappels insmeert met smeersel dat niet goed smeert (u moet die zin eens tien keer na elkaar herhalen), heeft dus ook een goed alternatief binnen handbereik. Let wel op: je hoeft vogels niet het hele jaar door eten te geven. Of toch al zeker niet hetzelfde eten. Vetbollen geven kan bijvoorbeeld de komende maand nog wel, maar daarna schakel je best over op meer eiwitrijke voeding. Meelwormpjes bijvoorbeeld, die waren bij mij alvast ook heel erg in trek.

Meer lezen van Bert Huysmans

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.