Opvallende bezigheden

Tristan Stieners: modestudent droomt van een eigen kledinglijn

Gepubliceerd: 24 februari 2022  |  Door: Rune Smets  |  Onderox editie: 217

TURNHOUT — Mode is binnen elke cultuur een vaste waarde en uit zich overal ter wereld op een andere manier. Van haute couture tot streetwear, elke mogelijke vorm van fashion bestaat. Modeontwerper en -student Tristan Stieners (18) uit Turnhout vindt dat we de mode-industrie daarom ook levende moeten houden. Hij droomt ervan om later zijn eigen kledinglijn te ontwerpen.

Waar ben je op dit moment als modestudent mee bezig?
Tristan Stieners: “Ik doe mijn best om mijn opleiding zo goed mogelijk in te vullen. Zo ben ik in januari gestart met een stage in het kostuumatelier van ‘Opera Ballet Vlaanderen’ in Antwerpen. Daar werken we momenteel aan de kostuumontwerpen voor de voorstelling ‘Sola Soletta’. Ik werk voornamelijk mee aan de patronen voor de outfits, die later door de naaister in elkaar worden gezet. Daarnaast denk ik ook mee na over hoe de kledingstukken het best tot hun recht kunnen komen op het podium. Eens ik mijn stage en opleiding heb afgerond, zou ik graag in diezelfde branche willen blijven. Ik heb al nagedacht over wat ik eventueel zou kunnen gaan verder studeren om verder te gaan in de modesector.”

Naast een verdere studie binnen de mode droom je ook van een eigen kledingcollectie. Waarom zou je zo graag een eigen kledinglijn willen ontwerpen?
“Als kind wou ik altijd al iets creatiefs doen. Ik startte met schilderen en tekenen, maar vond dat na een tijdje niet meer uitdagend genoeg. Vanaf dat moment heb ik me gericht op mode, wat mij de kans biedt om net dat stapje verder te gaan. Ik zou het een enorme eer vinden mochten mensen ooit mijn ontwerpen dragen.”

Welke stappen ben je nu al aan het ondernemen om die droom te verwezenlijken?
“Naast mijn opleiding en stage ben ik voornamelijk bezig met het creëren van eigen collecties om ervaring op te doen. Ik ben daarbij nog zoekende naar mijn eigen stijl, naar waar zowel mijn collecties als ik zelf voor willen staan binnen de modewereld. Dat proces doorloop ik door te experimenten met verschillende materialen, technieken en manieren van schetsen. Zo merk ik een evolutie in mijn werkproces. Wanneer ik vorig jaar een ‘slechte’ schets uit mijn schetsboek zou hebben gescheurd, laat ik ze nu allemaal staan om verder te bouwen op mijn eerste ideeën. Zo ontdek ik gaandeweg wat voor mij werkt en wat niet.”

Hoe onderscheidt jouw werk zich van andere collecties?
“Het is moeilijk om je tegenwoordig nog te onderscheiden binnen de modewereld gezien het ruime aanbod dat er reeds is. Ik probeer me voornamelijk te focussen op het vervagen van de grens tussen het draagbare en kunst. Zo probeer ik de twee samen te laten smelten tot unieke creaties. Daarnaast zou ik graag ‘genderloos’ willen ontwerpen. Ik maak vaak stukken die weinig getailleerd zijn en die niet voor één bepaald lichaamstype zijn gemaakt. Personen van eender welk gender kunnen dus mijn stukken dragen, zolang ze er zich maar comfortabel in voelen.”

Wat is voor jou het belangrijkste? Het mooi ogen of het comfortabel zijn?
“Ik heb momenteel de luxe dat mijn collecties nog niet ‘verkoopklaar’ moeten zijn. Dat geeft me enorm veel ruimte om de grens tussen het esthetische en het comfortabele op te zoeken en uit te testen. De meeste ontwerpen zijn daarom nog niet uiterst comfortabel. Ik ben dankbaar voor die ruimte om te experimenteren, want mijn doel is wel om kunst rond het menselijk lichaam te vormen op een draagbare manier.”

Naast gender is inclusiviteit ook een actueel thema binnen de mode-industrie. Hoe sta jij tegenover dit thema als jonge ontwerper?
“Inclusiviteit mag zeker nog hoger in het vaandel gedragen worden door sommige modemerken. Toch snap ik ook dat ontwerpers vaak maar met één maat van modellen werken tijdens een modeshow of fotoshoot. Zo kunnen de modellen makkelijk van kledingstukken wisselen en wordt een efficiënte werkwijze gehanteerd. Welke maat dat voor mijn collecties zou zijn, is voor mij absoluut niet van belang. Ik wil er te allen tijde op toezien dat mijn modellen geen ‘extreme dingen’ doen om in één bepaald maa tje te passen.”

Aan welke mensen uit de mode-industrie neem je een voorbeeld?
“De eerste modetentoonstelling waar ik naartoe ben geweest is die van Dries Van Noten. Hij is vanaf het begin altijd al mijn grote voorbeeld geweest. Durven experimenteren met silhouetten en prints schrikt hem niet af, en daar herken ik mezelf in. Daarnaast ben ik ook enorm gefascineerd door Rei Kawakubo, de ontwerpster van het Japanse modelabel ‘Comme des Garçons’. Zij maakt vaak museumstukken en is in tegenstelling tot Dries Van Noten minder bezig met de draagbaarheid van kledij. Naast internationale voorbeelden laat ik me ook vaak inspireren door jong en nationaal ontwerptalent. Zowel aan de mode- als de kunstacademies studeren er mensen af die fenomenale werken afleveren. Het is daarbij uiterst boeiend om te kijken naar hoe zij omgaan met de kunstvorm waarmee ze werken. Ik vind het belangrijk om die jonge talenten ook een kans te geven en wil daar zelf graag deel van uitmaken.”

Foto’s: Rune Smets en Tristan Stieners

Meer lezen van Rune Smets
Meer lezen over
mode

Meer Opvallende bezigheden

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.