Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
In ‘Greenlights’, zijn spraakmakende biografie, schrijft Matthew McConaughey dat het leven van een filmster niet altijd over rozen gaat, ‘ tenzij je er de stekels bijneemt’. Heeft de blonde acteur een punt of maakt hij een overstatement? Benieuwd naar het antwoord solliciteerde onze reporter — met succes, nota bene — naar een rol in ‘Bittersweet Sixteen’, de nieuwste film van Jan Verheyen.
Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: figureren.
Het is van ‘The Shawshank Redemption’ — met Tim Robbins en Morgan Freeman — geleden dat ik nog luidop heb gedroomd van een carrière als acteur. Ik was nog jong en dacht dat de wereld aan mijn voeten lag. Dat ik het in mijn kinderjaren nooit verder heb geschopt dan een rolletje in een barslechte theaterproductie op school, kon mijn ambities niet temperen. Ooit, zo nam ik me voor, zouden mijn naam en beeltenis te zien zijn op de billboards van Times Square in New York. Tot dusver is daar nog geen fluit van in huis gekomen, maar er is geen haast mee gemoeid. Tijd zat. Fast forward naar juni 2021. In de media kondigt Jan Verheyen zijn nieuwe project aan: ‘Bittersweet Sixteen’, een film over een puber die na de scheiding van haar ouders op zoek gaat naar haar ware identiteit. Via het platform In The Picture (ITP) laat de filmmaker weten dat hij op zoek is naar tientallen ‘extra’s’, filmjargon voor figuranten. Concreet wordt nog gezocht naar tieners en een leerkracht. “Ik wil wel”, meld ik aan ITP, en voeg er twee recente foto’s en een hoop persoonlijke details aan toe. Opvallend snel meldt het bureau dat ik effectief ben geselecteerd en een week later op de set word verwacht. Casual gekleed, luidt de dresscode. Easy peasy.
BANAAN
Hoewel het zomaar eens de dag van mijn grote doorbraak zou kunnen worden, wandel ik tamelijk zelfverzekerd het gebouw van de Antwerpse KDG Hogeschool binnen. “Als dat onze leerkracht niet is”, roept Jente (ITP) als hij me ziet naderen. Daarmee bekent hij — ongewild, weliswaar — onmiddellijk gemerkt te hebben dat ik de oudste ben van de hele figurantenbende. Pijnlijk, maar ik blijf beleefd. Kapsones en de crew uitkafferen zijn voor later. Of ik wil plaatsnemen in een aparte wachtkamer? “Anders zit je de godganse dag tussen een bende tieners.” Ik wil niet moeilijk doen en sla het aanbod af. Om me te kunnen inleven in mijn rol — method acting, noemen ze het in Hollywood — is er geen betere plek dan pal in het tumult, redeneer ik. Een uur later heb ik daar dik spijt van, maar tegen dan is mijn persoonlijke loge al ingepalmd door lange tafels met daarop croissants, koffiekoeken en een banaan. Ik laat het ontbijtpakket onaangeroerd en zet maximaal in op de lunch. Op het gelijkvloers loopt de cateraar namelijk al af en aan met ingrediënten die een copieus middagmaal doen vermoeden. Daar kan geen banaan tegenop.
COMPLIMENT
Tijdens de eerste drie uur gebeurt er ronduit niets. Noppes. Nul. De opnamen lopen vertraging op, meldt iemand van de crew. Om wat leven in de brouwerij te brengen, besluit ik mijn identiteit van journalist die undercover gaat op een filmset, prijs te geven. Het levert me vreemd genoeg geen uitbrander op, wel een gesprek met Jan Verheyen himself, tussen de opname van twee scènes door. Dat ik mij anoniem heb aangemeld, lijkt hem niet te storen. “Maak je maar niet te veel illusies over het figureren”, lacht hij. “In ons land is dat geen echt vak. Het ‘loon’ van een Vlaamse figurant is navenant. Je krijgt gemiddeld 25 euro voor een hele dag. Een slecht betaalde vakantiejob, dus. Wat niet wegneemt dat ik het werk van figuranten belangrijk vind. Vaak zie ik films waarvan ik denk: dat is slecht gefigureerd, ik geloof hem of haar niet. Dat wil ik met mijn films vermijden.” Dat laatste is een compliment, en geen kleintje. Het bewijst dat Verheyen alleen maar sterke figuranten op zijn set duldt. Een illusie, zo blijkt. “Ofwel hebben weinig mensen zich ingeschreven, ofwel was jij volgens ITP toch geknipt voor deze rol. Ik heb er alleszins niets mee te maken.” Hoe dan ook, het is en blijft een buitenkans, al gebiedt de eerlijkheid mij toe te geven dat ik me niet heb voorbereid. “Dat hoeft ook niet, tenzij het expliciet wordt gevraagd”, zegt Jan. “Voor de rol van leerkracht die in een scène even langs de camera passeert, is geen voorbereiding nodig.”
PROMOTIE
“Stilte op de set!” De regieassistente zegt het vriendelijk maar kordaat. De plicht roept, ook voor mij. Het mag ook wel, na vijf uur wachten. Vergezeld door zes pubers word ik naar onze startpositie gebracht. “Na mijn signaal wandelen jullie naar links, weg van de camera. De leerkracht vertrekt als laatste.” Makkelijk zat, denk je dan. Ho maar. De scène moet tien keer worden overgedaan. Na de middagpauze — de cateraar kookte blijkbaar enkel voor de hoofdcast, wij krijgen broodjes — wordt de eerste scène opnieuw opgenomen, met dat verschil dat er voor mij een grotere rol is weggelegd. “Jouw figuratie is geloofwaardig”, klinkt het. “Daarom mag jij zo meteen naar de camera toelopen.” Ze zegt het niet met zoveel woorden, maar het is een promotie. Wie straks gaat kijken, krijgt dus niet mijn kont, maar mijn kop te zien. Voor mij leuker, voor u hopelijk ook. We zijn bijna zeven uur in de weer als de laatste opname wordt aangekondigd. En alweer goed nieuws, want mijn rol krijgt nóg meer body. In de tweede scène mag ik zowaar praten, zij het lippend, zonder geluid. Een beetje een dom zicht, als je ’t mij vraagt, maar niemand vraagt mij wat, en dus lip ik alsof mijn leven ervan afhangt.
EENDENSTAP
Is het omdat de crew er genoeg van heeft of omdat wij als figurant flink gerodeerd zijn geraakt, maar de laatste scène staat er verrassend snel op. Ook nu weer heb ik in de richting van de camera mogen stappen, het kan dus niet anders dan dat ik straks herkenbaar in beeld zal komen en mijn bekendheid een flinke boost zal krijgen. “Het hangt er nog maar van af of jouw shot de eindmontage zal halen”, tempert Verheyen mijn enthousiasme. “En als je al te zien bent, dan zullen weinig mensen jou herkennen, vrees ik. Bekendheid? Verwacht er niet te veel van.” Nou, het is niet wat je wil horen na een dag van intensieve method acting. Misschien had ik tijdens de opnames wat meer mijn stempel moeten drukken? “Dat zou niets hebben uitgehaald, wat niet wegneemt dat sommigen het proberen. Ooit stond er een overijverige figurant op mijn set die een duckstep nabootste. We hebben dat pas tijdens de montage gemerkt en hebben die ‘stunt’ er moeten uithalen. Negatieve aandacht vragen brengt je dus ook geen stap verder.” Wat dan wel, is de vraag. Het is namelijk nu of nooit met die acteercarrière van mij. “Er zijn nog maar weinig figuranten geweest die zo straf waren dat ze achteraf grote rollen kregen aangeboden”, lacht Jan. “Al zijn er uitzonderingen. Hugh Grant begon ooit als een soldaat met een speer, op de achtergrond, Brad Pitt als kip, in een reclamespot voor een fastfoodketen. Je hoeft de hoop dus nog niet helemaal op te geven.” Welaan dan: regisseurs die mij willen boeken — nu het nog kan aan een schappelijk tarief — mogen zich melden bij de redactie.
MEER INFO
‘Bittersweet Sixteen’ loopt vanaf eind december in de Vlaamse bioscopen.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.