Opvallende bezigheden

Marc Blondeel: rustig worden tussen de alpaca's

Gepubliceerd: 25 september 2020  |  Door: Bert Huysmans  |  Onderox editie: 202

GEEL — Wie aanbelt bij Marc Blondeel (57) merkt er nog niks van, maar in de tuin van de Gelenaar huizen 18 alpaca’s. Zacht in de omgang en zacht op zichzelf, want de dieren zijn voorzien van één van de beste soorten wol ter wereld, zo leren we hier bij. “En ideaal om de stress mee te bekampen”, vertelt Marc ons. Want: “naar alpaca’s kijken, daar wordt een mens rustig van.”

Hoe is dat gekomen, 18 alpaca’s in je tuin?

Marc Blondeel: “Ik kocht het huis hier in 2015. Oorspronkelijk was het de bedoeling om alles te renoveren en daarna te verkopen. Maar er was dus heel veel plaats buiten. We zijn dan gaan kijken welke dieren we hier een thuis konden geven. Koerspaarden waren een optie, daar had ik al mee gewerkt toen ik nog jong was. Maar op internet kwamen we ook alpaca’s tegen. We kenden daar eigenlijk niks van, dus we informeerden ons, onder meer bij een alpacaboerderij. Bij elke stap groeide onze interesse. Tot we op een bepaald moment twee hobbydieren gekocht hebben op zo’n alpacafarm. Een merrie en een hengst. Een zware beginnersfout, zo leerden we achteraf.”

Hoezo?

“Wel, merries en hengsten mag je niet samen in één weide houden. Bovendien zijn het kuddedieren die minstens met z’n drieën moeten samenleven. Maar dat had de man ons dus niet meegedeeld. Intussen zijn we zelf specialisten geworden, ook door wedstrijden te doen en met gerenommeerde fokkers te praten. Mensen die hier een alpaca willen kopen, komen altijd eerst op gesprek om uit te leggen wat ze met het dier willen doen. Wij zorgen dat zij het juiste dier krijgen. Wedstrijden doen en voor kleintjes gaan is bijvoorbeeld helemaal iets anders dan gewoon thuis enkele mooie hobbydieren hebben.”

Zit er veel verschil in qua karakter?

“Absoluut! Elk dier heeft zijn eigen karakter, net als bij mensen zeker? (glimlacht) Hoe ze opgroeien, dat vormt hoe ze later worden. Dat is heel bijzonder om daar getuige van te mogen zijn. Als mijn vrouw een dier beschrijft dat iets heeft uitgestoken, dan weet ik meteen wie het was, zonder een naam te noemen. Net omdat je je dieren door en door kent.”

Is het een trend? Alpaca’s houden?

“Ze zijn alleszins een stuk populairder dan enkele jaren geleden. Ik kom ze steeds vaker tegen, als ik bijvoorbeeld een fietstocht maak. Dan moet ik toch altijd even stoppen om te kijken of het mooie dieren zijn en of ze goed verzorgd worden.”

Even een eeuwig misverstand uit de weg ruimen. Een alpaca is geen lama.

“Nee, inderdaad, een lama is een soort op zich. Alpaca’s zijn meer verwant aan kamelen. Als je een lama en een alpaca naast elkaar zet, is dat een wereld van verschil. Lama’s zijn veel groter, hebben bananenoren en een vacht van slechte kwaliteit. Alpaca’s zijn veel zachtaardiger. Eigenlijk hebben ze niks met elkaar te maken. Lama’s spugen ook veel vaker. Alpaca’s doen dat bijna nooit.”

Bijna nooit?

“Ze spugen vrijwel alleen naar elkaar, om hun territorium af te bakenen en hun dominantie te tonen. Alleen als er echt gevaar dreigt, durven ze naar ons spugen. Als de dierenarts met een spuit langskomt bijvoorbeeld. Of als ze drachtig zijn, dan spugen ze ook naar een hengst. Op die manier kan je vaak ook zien of er nieuwe kleintjes op komst zijn, nog voor er via een echo zekerheid wordt gegeven.”

Zo’n kleintjes lopen hier momenteel ook rond.

“Klopt, dit jaar zijn er vijf veulens geboren. Frederik Van Lierde, Lori Bowden en Norman Stadler zijn van mei, Anne Haug en Paula New-by-Fraser van augustus.”

Frederik Van Lierde? Anne Haug?

“Ja, misschien moet ik dat even uitleggen. (lacht) Ik ben een grote fan van de triatlonsport. Ik heb er zelf ook meer dan 100 op de teller staan, verspreid over heel Europa. Om mijn dieren een leuke naam te geven, heb ik beslist om elke keer te kiezen voor een winnaar van de Iron Man van Hawaï, het summum van de triatlonsport. En zo lopen hier dus allemaal ex-winnaars rond. Jan Frodeno, Patrick Lange, Chrissie Wellington, Faris Al-Sultan,… Voor die naam komt er telkens ook nog ‘MB’ te staan. Omdat ze hier, op onze farm, geboren zijn.”

Weten die triatleten dat er hier in Geel enkele extra zachte naamgenoten rondlopen?

“Ik ben nog wel een beetje thuis in het wereldje en ik probeer ze daar wel van op de hoogte te brengen ja. Zij vinden het altijd heel leuk. Anne Haug heeft onlangs nog geïnformeerd en gevraagd om wat foto’s door te sturen van haar naamgenote. Frederik Van Lierde ken ik vrij goed en hij stuurde regelmatig: ‘wanneer kom ik aan de beurt?’ Sinds mei heeft hij er dus een naamgenoot bij. Hij heeft al laten weten dat hij zeker een keer gaat langskomen. Dat zou toch fijn zijn, als ik die triatleten allemaal op de foto kan zetten bij hun naamgenoten. Dat is misschien een bizar doel om te hebben.” (lacht)

Welke namen staan in de wachtrij?

“Luc Van Lierde onder andere, onze andere Belgische winnaar. Dat wordt de volgende hengst die geboren wordt.”

Een alpacafarm runnen, vergt dat veel werk?

“Ik ben zo’n uur per dag bezig met de stallen en de weilanden proper te maken. Dat valt dus best mee. Ze hebben niet veel nodig. Vers hooi en vers water, dat wel. En hun korreltjes om extra mineralen binnen te krijgen, die halen ze normaal uit de grassen in Zuid-Amerika, waar ze vandaan komen. We hebben hen nu net worteltjes gegeven (om een mooie foto te kunnen maken, nvdr.) maar dat is maar eens een eenmalige verwennerij. Dat krijgen ze niet vaak omdat dat vrij zoet is.”

Moeten ze zich aanpassen aan onze contreien?

“Nee, het zijn heel sterke dieren. In Zuid-Amerika leven ze op hoogvlakten. Daar kan het ’s nacht -24 graden zijn en overdag meer dan  30 graden. Geen wonder dus dat ze hier het hele jaar door buiten lopen. Ze hebben wel het liefst een open stal, omdat het vluchtdieren zijn. Maar zelfs als het heel hard vriest of het hevig sneeuwt, gaan ze soms gewoon buiten liggen. Ze zitten hoe dan ook niet vaak binnen. Soms als het heel warm is en ze wat schaduw willen opzoeken, maar meestal lopen ze gewoon buiten.”

Jullie doen ook mee aan wedstrijden. Hoe gaat dat in zijn werk?

“Ze worden gekeurd op allerlei kenmerken: hun tanden, hun bouw en uiteraard op hun wol, een heel belangrijk onderdeel. Zonder al te technisch te worden: de zachtheid wordt uitgedrukt in micron. Hoe lager het cijfer, hoe zachter de wol. Als dat boven de 30 gaat, dan prikt het. Alles daaronder niet. De eerste vacht is meestal het zachtst, daarna wil je dus bekomen dat het cijfer zo traag mogelijk stijgt voor elke nieuwe vacht. Tussen de 15 en 17 micron, dat zijn de echte kwaliteitsdieren. Eén dier dat we gekocht hebben, ABR Luciano, is vorig jaar met zijn toenmalige eigenaar ‘Grand Champion’ geworden in Drachten in Nederland. Zijn derde vacht zit nu op 15,6 micron. Dat is dus top. Met hem willen we verderwerken om nazaten te bekomen.”

Waar vinden die shows plaats?

“Wij doe enkel shows in België, Nederland en Duitsland. De echte wereldtop zit in Australië. Daar zijn de ‘Grand Nationals’ echt gigantisch populair.”

Zit je nu vaker in de tuin, sinds die dieren hier rondlopen?

“Absoluut! ’s Ochtends en ’s avonds hebben de veulens een loop- en speeluurtje. Dan crossen ze rond en spelen ze alsof hun leven ervan afhangt. Dat is echt fantastisch om te zien. Dan zet ik mij op een bankje en kom helemaal tot rust. Dat doe ik wel vaker. Als mijn vrouw even niet weet waar ik ben, dan zit ik hier naar de dieren te kijken. Het geeft mij rust om hen bezig te zien en die rust breng ik ook graag over naar hen. In het begin stapte ik soms nogal hevig op hen af en dan sloegen ze meteen op de vlucht. Het zijn nu eenmaal vluchtdieren die heel erg schuchter zijn, maar langs de andere kant zijn ze wel heel nieuwsgierig en komen ze graag een kijkje nemen. Maar wel heel voorzichtig dan. Als je hen rustig benadert, dan worden ze zelf ook kalm. Je hebt er een vertrouwensband mee. Af en toe gaan we er zelfs eens mee wandelen.”

Wandelen? Hoe reageren toevallige passanten dan?

“‘Amai, dat is een grote hond.’ Dat mopje horen we het vaakst. (lacht) Of: ‘mogen we hem eens strelen?’ Kleine kinderen vinden ze meestal ook heel leuk, al schrikken ze soms wel dat ze zo groot zijn. Maar de meeste mensen in de buurt zijn het intussen al wel gewoon hoor. Zij kijken er niet meer van op.”

Waren de mensen in de buurt eigenlijk blij met jouw plannen? Maken alpaca’s bijvoorbeeld veel lawaai?

“Nee, helemaal niet. Ze hummen als ze tevreden zijn. Dat is een heel zacht gegrom. Soms klinkt er een hoger geluid als ze iets zien in de omgeving dat gevaarlijk kan zijn. Er is er altijd eentje die de wacht houdt, zelfs ’s nachts. Dat is het enige dier dat geluid maakt. Dat gebeurt niet vaak en het blijft heel stil. De buren gaan daar nooit last van hebben.”

MEER INFO
www.alpacas.be

Meer lezen van Bert Huysmans
Meer lezen over
dieren

Meer Opvallende bezigheden

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.