Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
MOL – Heel recent plaatste de Molse groendienst een vijftal nieuwe rattenvallen. Stekken om deze dieren te vangen waren er al langer, maar deze aanpak is van een totaal andere aard. Fuiken noch klemmen, zelfs de gekende buizen-met-gif kunnen op termijn mogelijk verdwijnen. Want de knagers worden digitaal achter de staarten gezeten. Een ingenieus systeem lokt ze, zonder meteen de val dicht te kloppen. Maar eenmaal voldoende vertrouwd, zijn ze onherroepelijk verloren. Een aanpak die op termijn niet enkel veel gif uit de bodem maar ook uit het ecosysteem houdt.
Het Molse gemeentebestuur heeft al meer dan twee decennia een rattenvanger in dienst die hemel en aarde verzet om de rattenpopulatie binnen aanvaardbare perken te houden. Een gelukkig toeval wil dat we – aan de ondergelopen oever van de Molse Nete en het aanpalende Heipaadje – ook Dries Verdonck en Jan Claes van Strygoo BV treffen. Beiden zijn de founding fathers van het nieuwe systeem en in druk overleg met de jarenlange ervaring van Guy Van Craenendonck (55) over nut en voordelen.
Guy, voor jou zijn we eigenlijk hier, jij hebt al behoorlijk wat jaartjes op de teller als rattenvanger. En als ik het goed heb, was je er in jouw tijd zelfs nog kattenvanger bij?
Guy Van Craenendonck: (lacht) “Ja, dat was er in het begin bij! Ik moest ook proberen de populatie aan zwerfkatten in toom te houden. De poezen die ik via een kattenbak kon vangen, moest ik naar het dierenasiel in Ravels brengen. Ik ben in april 2000 in dienst genomen op vraag van de toenmalige milieudienst. In die tijd moest ik me vooral bezig houden met het vangen van muskusratten. In de beginjaren ging ik veel op pad met de rattenvangers van de provincie om van hen te leren. Die muskusratten vingen we vooral met fuiken. Maar op een gegeven moment was die populatie onder controle en kwam de focus te liggen op de waterratten.”
Daar zal in het Lake District van Vlaanderen ook wel geen gebrek aan geweest zijn?
“Wees gerust! Je zou eens met een ballon van Geel naar Lommel over Mols grondgebied moeten vliegen. Het is al kwachten, grachten en waterlopen! Je kan Mol op dat vlak echt niet vergelijken met andere buurgemeentes. Maar… ratten zijn niet dom, ze eten liever waar hun bordje snel en lekker gevuld is. En dat betekent dat ze alsmaar dichter bij de mens komen. Want daar is het nu eenmaal smikkelen en smullen. ”
Hoe pak je het op dit ogenblik hoofdzakelijk aan?
“Ruw geschat heb ik op dit moment zo’n 150 van die bekende plastieken buizen met daarin blokken rattengif verspreid. Die moet ik op regelmatige basis controleren en het gif dat opgegeten is, vervangen. Dus die vallen moet ik heel geregeld nakijken en dan vind je wel waar het vaak vervangen moet worden en waar niet.”
Gedurende al die jaren heb je ongetwijfeld ook de houding van de mensen zien veranderen?
“Dat is helemaal juist! Ik ga er geen doekjes om winden, de aanwezigheid van ratten heeft vaak ook met menselijk gedrag te maken. Zorgeloos omspringen met etensresten is funest. En de mensen zijn ook een pak mondiger geworden. Dat merk je echt goed na de coronacrisis. De mensen zijn vaak ‘kort ingespannen’, met een kort lontje. Ik kom tussen op de stek waar ik gevraagd word, maar soms ligt de oorzaak elders. Dan voel ik me soms wijkagent, psycholoog en vrederechter tegelijk.”
Dries en Jan, jullie komen met een totaal nieuwe aanpak op de proppen?
Dries Verdonck: “Ons systeem ziet er misschien een beetje uit als de vermaledijde milieubox. Binnenin worden de ratten in eerste instantie gevoederd met een mengsel van zaden en noten, maar er wordt niet gevangen. Het moet lekker overkomen, hier proef maar…”
Verre van slecht, dat durf ik bij het aperitief als knabbel aanbieden.
Dries: “De eerste dagen worden de ratten met rust gelaten. Dan scheiden ze een feromoon af om aan te geven dat alles veilig is. Wat ze niet weten, is dat ze continu gemonitord worden. Als het nodig geacht wordt, worden deze boxen digitaal omgevormd tot vallen, de ratten raken niet meer naar buiten en worden bedwelmd en gedood. Ze laten geen signalen of sporen na, dus de val blijft werken. Het grote voordeel is dat op deze manier veel minder gif in de omgeving terecht komt. En ook niet in dieren die azen op ratten, die op deze manier ook het gif opnemen. Ik denk aan vossen, uilen, marters… In de traditionele buisvallen snoepen ook eekhoorns en egels van het gif. Onderzoek bij gevonden dieren leerde dat ze allemaal gif binnen hadden.”
Hoe ver staat het nu met de aanpak in Mol?
Jan Claes: “Op dit moment monitort Guy vijf bakken. Ter vergelijking, in Geel staan er nu 25 en het wordt uitgebreid naar 40. En vanuit alle hoeken van de Kempen stromen vragen om informatie binnen. Leuk om weten is misschien dat de boxen zelf gemaakt worden bij het Molse maatwerkbedrijf Lidwina. Er is zelfs al sprake van dat zij ze zelf zouden gaan plaatsen.”
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.