Bijzondere trends

Onze man proeft échte insecten

Gepubliceerd: 25 mei 2023  |  Door: Bert Huysmans  |  Onderox editie: 231

Vorige maand testte ik gemalen insecten uit die verwerkt zaten in allerhande voeding. Want: insecten gelden als het voedsel van de toekomst, zo hoor je wel eens zeggen. Maar omdat ik daar nauwelijks insecten in kon waarnemen, brei ik alsnog een vervolg aan mijn experiment. Deze keer ga ik voor the real deal: ik ga échte insecten eten, nog voor ze gemalen worden.

In deze rubriek zoeken we naar de kleine dingen die we kunnen doen om onze wereld ietsje beter en duurzamer te maken. Want de wereld verbeteren, dat is makkelijk gezegd. Maar wat is haalbaar? En wat niet? Deze maand: insecten eten (deel 2).

Echte insecten eten, je ziet het eigenlijk alleen in exotische landen en in televisieprogramma’s waarbij kandidaten hun grootste angsten moeten overwinnen in ruil voor een vorstelijke beloning. Die vorstelijke beloning ligt voor mij helaas niet klaar, maar toch besluit ik mij eraan te wagen. Ik spreek af met Dennis Smulders van M-Food Natural Ingredients uit Turnhout. Zij kopen insecten aan bij lokale kleine kwekers om die vervolgens voedselveilig te maken. “Dat doen we door ze te blancheren”, legt Dennis uit. “Daarbij worden ze in kokend water gegooid. Dat is de snelste manier om ze te doden. Vervolgens worden ze ofwel diepgevroren, gevriesdroogd of in de oven gedroogd met warme lucht.” Daar is blijkbaar een smaakverschil tussen, zo zal ik later nog ontdekken.

MEELWORMWORSTEN
“Bedoeling is dat producenten die voeding willen maken met die insecten in, die bij ons kunnen kopen”, klinkt het. Om een voorbeeld te geven, heeft Dennis een geïmproviseerd vuurtje meegebracht waarop hij in een pannetje worsten begint te bakken. “Hier zit 40% meelworm in”, legt hij uit. “We vullen hoofdzakelijk aan met kalfsgehakt, een andere specialiteit van Kempense bodem.” Even later zijn de ‘meelwormworsten’ klaar. Proeven maar! Ik kijk eerst even zorgvuldig of ik geen stukje meelworm kan waarnemen, wat niet het geval is, en tast toe. De worsten zijn zeer lekker. Door de zachte structuur doen ze mij wat denken aan een pens. “Dat is afhankelijk van de hoeveel meelworm die je gebruikt”, legt Dennis meteen uit. “Je kan bijvoorbeeld ook voor minder gaan, laat ons zeggen 25%. Dan gaat het je meer aan een chipolata doen denken.” Wat er ook van aan is, deze worst haal je in een blinde test nooit van tussen zijn niet-insectenbevattende soortgenoten vandaan. Het is gewoon een vrij neutrale smaak waarbij de kruiding het verschil maakt. “Dit is maar één mogelijkheid. Zo zijn we momenteel in gesprek met een firma om hamburgers te ontwikkelen met meelwormen. Er zijn heel veel opties haalbaar.”

TWEE VARIANTEN
Maar goed, ik kwam naar hier om echte insecten te eten, niet die verwerkte variant. Voor we daarbij toekomen legt Dennis even het volgende uit: “In ons land zijn enkel meelwormen, krekels, sprinkhanen en buffalowormen toegestaan voor menselijke consumptie. De eerste drie mogen wij vermarkten.” En dus is het moment suprême daar. Dennis haalt enkele potten en zakjes boven met insecten erin. Hij legt vervolgens vijf stapeltjes op tafel. Meelwormen en krekels, allebei in een gevriesdroogde en in een ovengedroogde variant, en sprinkhanen. Ik besluit met de meelwormen te beginnen. De gevriesdroogde zijn iets lichter van kleur dan hun collega’s uit de oven. Innerlijk tel ik even tot drie, ik laat het niet zien aan Dennis, raap mijn moed bijeen en proef een gevriesdroogde meelworm. De smaak doet mij denken aan noten, al is het niet exact hetzelfde. Het is vrij knapperig van structuur, meer dan ik had verwacht. Ik besluit om ook een ovengedroogde meelworm tot mij te nemen, ik ben nu toch bezig. Die smaakt helemaal anders, tot mijn eigen verbazing. Minder naar noten, al is die vooral in de nasmaak nog wel aanwezig. “Jij begint met de meelworm”, merkt Dennis intussen op. “Terwijl veel mensen die net het ergst vinden. Wellicht omdat ze wormen geen fijne beestjes vinden. Al zijn het eigenlijk geen wormen, het zijn larven van een tor.” Bij mij is de opbouw eerder afhankelijk van hoe sterk je er een echt dier in herkent. Dat is bij de volgende ‘hapjes’ op tafel al een stuk duidelijker. De krekels voor mij hebben duidelijk een lichaam, pootjes en een hoofdje. Al blijven het wel kleine beestjes waardoor dat minder goed zichtbaar is. Ik spreek mezelf even moed in en begin opnieuw bij een gevriesdroogd exemplaar. De smaak is vrij neutraal. Ik kan het niet meteen thuisbrengen, maar vies is het zeker niet. Het is heel luchtig en lijkt een beetje op die chips die in je mond wegsmelt voor de smaak echt vrijkomt. De luchtgedroogde variant is veel uitgesprokener van smaak. En daardoor ook lekkerder. Heel luchtig opnieuw.

EEN STARENDE SPRINKHAAN
Intussen stel ik nog wat vragen, vooral omdat ik nog niet klaar ben om die sprinkhaan te lijf te gaan die mij vanop de tafel ligt aan te staren. “Is dit nu ook echt het voedsel van de toekomst?”, hoor ik mezelf zeggen. “Visueel aanwezige insecten, dat is niet de toekomst”, stelt Dennis duidelijk. “Daar zijn we niet klaar voor. Maar verwerkte varianten kunnen zeker een succes worden. Maar dan moet er eerst meer afzet zijn zodat de prijs kan zakken. Al kan je zeker met de huidige prijzen al een concurrentieel product maken met een substantieel aandeel insecten erin”, klinkt het. “Kijk, het blijven uiteraard dieren, maar we horen wel vaker dat vegetariërs wel bereid zijn om af en toe insecten te eten. Zeker bij hen die geen vlees eten omdat die ecologische voetafdruk zo groot is. Bij insecten is dat helemaal niet het geval. En er zitten hoogwaardige eiwitten in, B-vitamines, zink, koper en ijzer. Dat is eigenlijk een zeer goede aanvulling op een vegetarisch eetpatroon. In honden- en kattenvoeding is het al veel beter ingeburgerd, echt als vleesvervanging. Ze krijgen er dezelfde voedingsstoffen door binnen en het is veel minder belastend voor ons milieu.”

POOTJES EN VLEUGELS
Dat is duidelijk. Rest mij alleen het proeven van de sprinkhaan nog. Ik geef aan Dennis toe dat ik nu wel even een drempel over moet, maar het leven is aan de durvers. Ik neem een stevige hap en bijt het diertje in twee. Ook nu is de smaak vrij neutraal en moeilijk thuis te brengen. Qua structuur komt het luchtige en knapperige terug, alsof het om een grote krekel gaat, waar het ergens ook wel op lijkt. Ik eet ook het tweede deel op. “Als we ze op deze manier presenteren, wat we eigenlijk zelden doen, dan doen we normaal gezien de pootjes en de vleugels eraf”, glimlacht Dennis. “Om te voorkomen dat er stukjes daarvan tussen je tanden blijven zitten. Om ze te vermalen, hoeft dat niet.” Intussen zijn een aantal dames ons komen vervoegen, zij werken hier in het bedrijf, maar niet op de insecten-afdeling. Ook voor hen zijn deze ‘hapjes’ dus nieuw. Zowat iedereen neemt een stukje worst, maar als ik hen vervolgens vraag wie ook een insectje wil proeven, dan is het enthousiasme een stuk minder. Eén dame proeft een meelworm, een andere een meelworm en een krekel. Qua smaak trekken zij dezelfde conclusies als ik. Ook de nootsmaak wordt bijvoorbeeld herkend bij de meelwormen. Heel wat dames wagen zich wel nog aan een tweede stukje ‘meelwormworst’. “Die zou ik gerust thuis met een barbecue durven serveren”, vertelt één dame mij. “Tenminste, nu ik ervan geproefd heb. Echt lekker. Als ik in de winkel een verpakking zou zien met ‘meelwormworsten’ erop, zou ik ze voordien toch niet meegenomen hebben, als ik eerlijk mag zijn.”

CONCLUSIE
De kennis is er om met insecten aan de slag te gaan. Eigenlijk zijn er enkel nog producenten nodig die de gok willen wagen. Want dat het duidelijk voordelen heeft voor ons leefmilieu, daar bestaat geen twijfel over, maar of we nu massaal insecten gaan consumeren in de toekomst? Ik durf het niet voorspellen. De potentie is er. Ik zou alleszins niet meer afgeschrokken worden door het concept van burgers of worsten waar insecten in verwerkt zitten. Al zou ik er wellicht wel niet méér voor betalen dan voor andere stukken ‘vlees’ zonder insecten erin, aangezien je toch nauwelijks het verschil proeft. Wellicht heeft Dennis dus gelijk en moet er eerst meer afzet komen zodat de prijzen gedrukt kunnen worden. Pas dan zullen de voordelen voor ons leefmilieu écht doorslaggevend kunnen worden.

Meer lezen van Bert Huysmans

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.