Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
WEELDE — Molens staan daar waar het waait! Automatisch denken we dan aan Nederland maar soms waait de wind ook over de grens. In de tuin van Laurent Van der Moeren bijvoorbeeld . Al tientallen jaren bouwt de schrijnwerker/knutselaar aan miniatuurmolens. Hij geeft ze een plekje in zijn tuin, tot er iemand opdaagt die ook wel zo’n molen wil. “Ik heb nog plankjes in voorraad voor zo’n dertig molens”, zegt hij. Voor het gemak vergeet de kwieke man dat hij zijn negentigste verjaardag al ver voorbij is.
We hebben geluk, er staat een stevige wind. In de uiterste uithoek van de Kempen is Laurent (92) gemakkelijk te vinden. In de voortuin van het huis waar hij met echtgenote Alice woont, sleurt de wind flink aan de wieken van een uit de kluiten gewassen molen. Laurent komt uit zijn werkplaats gesloft en vertelt er meteen het verhaal bij: “Die molen heb ik enkele jaren geleden gemaakt voor een Nederlander. Hij passeerde hier, zag mijn tuin vol molens en vroeg of ik voor hem een exemplaar in een groter formaat kon maken. Hij betaalde meteen en zou enkele weken later de molen komen ophalen. We hebben de man echter nooit teruggezien. We vermoeden dat hij, we lazen erover in de krant, in een verkeersongeluk om het leven is gekomen. Zeker zijn we niet, dus laten we de molen maar in onze voortuin staan. Misschien komt er toch nog iemand naar vragen.”
NIET GESCHIKT VOOR DE BOERENSTIEL
Laurent is opgegroeid op een boerderij en heeft er tot zijn 25ste verjaardag gewerkt. Laurent: “We waren thuis met twaalf kinderen. Met onze ouders en inwonende grootmoeder erbij zaten we elke dag met vijftien aan tafel. Enkele van mijn broers hadden een hart voor de boerenstiel maar zelf was ik liever met hout bezig. Met wat planken, een hamer, een tang en een kapmes kon ik al aan de slag. Spijkers pikte ik uit de gereedschapskist van vader. Ik herstelde zowat alles wat op de boerderij kapot ging. Een gebroken steel van een schop of een rijf? Dan ging ik aan een bosrand op zoek naar een stok die daarvoor kon dienen. Zo ging dat vroeger. Winkels waren er niet in Weelde, we moesten in alles zelf voorzien. In de tuin van onze boerderij stond ook een molentje. Toen dat tot op de draad versleten was, nam ik het onder handen zodat het weer toonbaar werd. Dat beviel me zo dat ik molens ben blijven maken. Na enkele jaren ‘Op de Volt’ (de gloeilampenfabriek van Philips in Tilburg, nvdr.) ging ik definitief bij een schrijnwerker hier in de buurt aan de slag.”
HET WERKPROCES
Eens Laurent het vak van houtbewerker goed onder de knie had, maakte hij voor zijn Alice alles wat hij van hout maar kon maken. Kasten, tafel en stoelen, deuren, een inbouwkeuken,… Het ontstond allemaal uit zijn vaardige handen. “Voor de keukenkastjes heb ik hout van kalverbakken gebruikt want dat kan tegen een stootje”, legt hij uit. Maar het liefst werkt Laurent toch aan zijn windmolens. Komt er een plekje vrij in de tuin als hij weer een molen heeft verkocht? Dan begint hij meteen aan een nieuwe. Laurent: “De windmolens voor de verkoop maak ik telkens in drie formaten. De houten balkjes en planken die ik daarvoor nodig heb, zoek ik bij elkaar bij afbraakwerken in de buurt. Daar liggen altijd wel een paar uitgebroken ramen of deuren en dat hout is perfect bruikbaar. En hoe ouder, hoe liever ik het heb. Ik gebruik wel enkel hardhout want dat is het enige dat de tijd lang overleeft. Hoe ouder het hout, hoe liever ik het heb. Als je minderwaardig hout neemt, zakt je molen na enkele jaren al in elkaar. Dat is zonde van het werk want aan één exemplaar werk ik toch al snel een dag of tien. Om de wieken te laten draaien, gebruik ik de trapassen van afgedankte fietsen. Ik heb ook voor elke molen enkele plastieken plankjes nodig. Die kon ik op de kop tikken toen iemand uit de familie in Turnhout stopte met zijn bakkerij. De plafonds van witte plastieken plankjes werden toen uitgebroken. Een buitenkansje voor mijn molens. In de schuur ligt nog een voorraad ‘schrooitjes’, zoals we dat hier noemen, voor een dertigtal exemplaren. Als ik zoals nu elk jaar tien molens maak, kan ik nog wel een tijdje verder.” De molens worden ook allemaal netjes geschilderd. “Vier kleuren”, zegt Laurent. “Meer heb ik niet nodig en zo blijf ik niet met restjes verf zitten. In Weelde is er nog een opslagplaats waar ze oude verf voor een prikje verkopen. En reken maar dat het ‘goei verf’ is!” Voor de centen doet Laurent het allemaal niet. Afhankelijk van de grootte kan je bij hem een molen kopen tussen de 150 en 250 euro.
GLUREN BIJ DE BUREN
Laurent heeft in zijn leven heel wat molens bezocht, gekeurd en gespiekt hoe ze in elkaar zitten. Vooral de molen ‘Arbeid Adelt’ die op een boogscheut van zijn woning in Weelde staat, vindt hij een pareltje. Laurent: “Het is een ronde gemetste molen en hij wordt nog altijd gebruikt om meel te maken voor de bakkers in de buurt. Ik heb er ook verschillende herstellingen aan mogen uitvoeren. Zo’n molen zit echt vernuftig in elkaar maar voor mijn molens waag ik me er toch niet aan om al dat raderwerk na te maken. Je moet dan ook de tekeningen van zo’n molen kunnen lezen en dat gaat mijn petje wat te boven. In mijn tuin draaien de molens enkel met de wind. Hoe hoger de molen, hoe meer wind de wieken vangen.” En wat met een watermolen, lukt dat ook in de tuin? Laurent: “Neen, een watermolen moet bij een rivier staan en die is er hier niet.” Maar Laurent zou Laurent niet zijn als hij daar geen oplossing voor had. We lopen tussen de windmolens door naar een vijvertje. Met een vernuftig systeem pompt hij daar water op tot bij een rad waar het na de doorloop weer opnieuw in de vijver stroomt. Een houten huisje en het onvermijdelijke bruggetje maken het tafereeltje compleet. En er staat nog iets vreemd in de tuin. Een grenspaal! Huh? Missen ze die enkele kilometers verderop niet? “Neen hoor”, lacht Laurent, “Die heb ik zelf gemaakt. Voor de honderdste verjaardag van een tante in de buurt, werd er een stoet georganiseerd en moesten alle buurtbewoners een tafereeltje uit haar leven voorstellen. Wij kregen de opdracht om de grens en de douane uit te beelden.”
MEER DAN MOLENWIEKEN
Wie denkt dat Laurent vanaf het ochtendgloren tot zonsondergang in zijn werkplaats aan molens knutselt, die heeft het mis. Hij mag dan de negentig gepasseerd zijn, elke dinsdag staat er een fietstocht op het programma. Laurent: “Met enkele vrienden fiets ik dan zo’n tachtig à honderd kilometer. We doen dat op ’t gemakske en onderweg stappen we op tijd af voor een goeie trappist. Wat moet ik anders? Ik amuseer mij met mijn molens en op de fiets en in de zomer werk ik veel in onze tuin. Van in de zetel zitten worden je spieren alleen maar strammer. Dan ben je oud voor je het weet.” Als kwieke negentiger kan Laurent dat als geen ander weten!
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.