Opvallende bezigheden

"Laat het snel weer kermis zijn!"

Gepubliceerd: 1 juli 2020  |  Door: Jef Aerts  |  Onderox editie: 200

MOL  –  Normaal gesproken starten de Molse foorkramers, die in de gemeente goed vertegenwoordigd zijn, hun seizoen in februari als in Achterbos ‘de pinten aan de toog kunnen vriezen’. Afsluiten doen ze als in Millegem de chrysanten richting kerkhof gedragen worden. Een verdomd virus ankerde hen op hun thuishonk, tussen een stilleven van botsauto’s, viskraameendjes en de plus (de flosj, nvdr.) van de paardenmolen. In de lunaparken beweegt geen enkel grijpkraantje. Maar de veerkracht is groot. Een foorkramer met een zittend gat bestaat niet!

Kermis, het verandert telkens voor een paar dagen elk dorp of gehucht. Een hele gemeenschap gaat opeens in een andere versnelling. Baarden worden getrimd, kostuums en mantelpakjes al even gepast, kindjes kluiven al van voorpret aan hun vingernagels. Gaat de kermiscent meevallen? Bakkers krijgen familiedosissen taarten en koffiekoeken op hun bestellijst en de brouwers draaien overuren want met de kermis wil je geen dorst lijden. En dan rijden de foorkramers op. Noeste vakkennis plaatst, bouwt en monteert alles waar straks de hengeltjes flitsen en gelonkt zal worden in de botsauto’s. Luchtkarabijnen liggen strak in de houding, de kogeltjes paraat om kalkstenen pijpjes te verpulveren. De paardenmolen praalt in al zijn aantrekkingskracht en ruiken we daar geen smoutebollen? Laat het toch snel weer kermis zijn!

Jullie zitten al even verankerd in de wereld van de foorkramers?

Melinda Callemin (46): “Ik ben hier aangetrouwd, de familie Bogaert zit via vaders- en moederskant al vijf generaties in deze branche. En dat is bij mij ook het geval, mijn familie deed vroeger vooral grotere kermissen. Nu zijn we vooral bekend via de lunaparken Las Vegas. We hebben vijf lunaparken en twee viskramen. Onze zoon helpt ondertussen ook mee in de zaak.”
Peter Michielsen (65): “Zelf weet ik het niet maar mijn voorouders zouden vanuit Bergen-Op-Zoom met een schommel in Mol aanbeland zijn. Later hebben we viskramen  en schietkramen gehad. En uiteraard de botsauto’s. Mijn vrouw Rita deed de viskraam, dat doet mijn dochter Gitte nu. Er zijn zeven kinderen en die zijn allemaal met de foor bezig.” Veronique Pelckmans (56): “Wij zitten ook al aan de vijfde generatie. Momenteel ben ik in de weer met mijn man Domenico Montante, mijn dochter Carmela en mijn zoon Salvatore. Maar ook mijn kleinzoon Laurent en mijn schoonzoon Filip draaien volop mee.”

Hoeveel kermissen doen jullie, zonder dat vermaledijde virus, per jaar?

Melinda: “Zowat dertig, veertig. We doen de kermissen in de Kempen en dan zijn er nog een paar in Limburg en we doen ook de Sinksenfoor. Maar wij zouden zo graag vertrekken, ook al zouden we minder verdienen dan het geld dat we van de staat krijgen. Ons draaiboek ligt klaar om aan de slag te gaan. Maar volgens de laatste berichten zou dat ten vroegste in augustus weer mogen.”
Peter: “Wij doen er ook een dertigtal. Maar het is niet eenvoudig nu. Mensen lachen dikwijls als ik het zeg, maar wij leven echt van het ‘overschot’ van de mensen. Als er geen overschot is, wordt de kermis geschrapt, zo simpel is het. De kermis is een luxeproduct en er is momenteel geen luxe.”
Veronique: ”Ook bij ons zijn er dat zowat dertig per seizoen. En ja, hier is het draaiboek voor al onze kramen uitgetekend. Niet alles is voor elke kraam even praktisch, maar we zijn er klaar voor. De inkomsten zullen lager zijn en we zijn blij dat de staat ons steunt, maar we willen zelf aan de slag.”

De tijd invullen en zoeken naar alternatieven, het zal niet simpel zijn...

Melinda: “We hebben geïnvesteerd in nieu- we speeltjes en verder gepoetst en geblonken dat het een aard heeft. Nog nooit hebben we geweten dat er in Mol zoveel mooie wegen zijn om te fietsen en te wandelen. En onze tuin is helemaal onkruidvrij. We hebben ook al een actie opgezet om handgel en -crème te bezorgen aan de Molse hulpverleners. Die mensen verdienen echt veel meer dan ze nu krijgen.”
Peter: “Ik heb nu tijd, dus ik help anderen. Zo doe ik wat spuitwerk voor de paardenmolen van collega’s. Ook de bazooka’s op de kraam van mijn dochter Gitte glimmen helemaal. Ik weet ondertussen perfect het  kleinste  vijsje in het magazijn liggen. Ik heb me ook al een paar keer aan fietsen gewaagd, dat viel wreed tegen. Maar het betert stilaan.”
Veronique: “Dit is zo’n ramp voor ons en vooronze mensen en de kindjes op de kermis. Die mis je! Alles is in orde gemaakt om te kunnen starten. Ondertussen ‘warmen’ we ons op aan de kraam van onze dochter Carmela. Zij bakt smoutebollen en die bestellingen levert de hele familie bij de mensen thuis. Zelfs de kleinzoon draait mee, hij levert in de buurt met zijn fietsje.”

Dit moet voor jullie toch iets ongezien zijn?

(in koor): “Nog nooit, nooit meegemaakt. Zelfs van onze grootouders niks dergelijks gehoord. En die hebben de Tweede Wereldoorlog meegemaakt! Zelfs toen gingen de kermissen, mits bepaalde maatregelen door. Wij kijken met grote ogen. Onze bonden doen hun uiterste best, ze leggen heelder draaiboeken voor aan de overheid. Maar markten, ambulante handel, winkels… nooit wordt er over de kermissen gepraat. Laat ons maar snel weer aanpikken en op weg gaan, binnen het uur zijn we vertrokken!”

Meer lezen van Jef Aerts
Meer lezen over
interviewkermis

Meer Opvallende bezigheden

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.