Wil je op de hoogte blijven?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.
OUD-TURNHOUT – Precies tachtig jaar geleden, op 6 december 1942, midden in de oorlog, kreeg Frans Van Hout (86) uit Oud-Turnhout zijn eerste pakje postzegels. Zijn vader was ook een fanatiek postzegelverzamelaar en merkte de interesse bij zijn zoon Frans. Die mocht toen wel meekijken in de albums maar er zeker niet aankomen. Daarvoor was de verzameling te zeldzaam en te kostbaar. Ondertussen heeft Frans een eigen opmerkelijke collectie. Misschien wel de meest unieke van België. Het gaat hier veel verder dan enkel verzamelen.
Wie denkt dat een postzegelverzamelaar een stoffig imago heeft, is bij Frans helemaal aan het foute adres. Als geen ander vertelt hij over zijn uit de hand gelopen passie, over hoe het allemaal begon, over hoe boeiend het na tachtig jaar nog steeds is en vooral, hoe blij hij is met de opvolging van zijn kleinzoon Michael. “Verzamelen heeft met de jaren een wat stoffig en oubollig imago gekregen,” begint Frans zijn verhaal. “Ten onrechte, want verzamelen is van alle tijden. Zelfs de oermens verzamelde al schelpen. Als versiering en als betaalobject. Bovendien is wat ik doe veel meer dan verzamelen. Het is filatelie, de studie van de postzegels. Al begint het uiteraard bij verzamelen.” Frans startte zijn collectie met een landenverzameling en specialiseerde zich later meer in Belgische zegels. “Op een postzegeltentoonstelling waar een uitgebreide stempelstudie te zien was, raakte ik meer en meer gefascineerd door die aanpak van verzamelen. In navolging hiervan kwam ik bij de uitgifte van 1915 en de beeltenis van Koning Albert I”, gaat Frans verder. “Midden in Wereldoorlog I en om die reden erg interessant. Grote delen van België waren bezet gebied en hadden dus Duitse postzegels. Maar achter de IJzer bijvoorbeeld was het niet bezet. Daar had men dus nog de gewone Belgische zegels en afstempelingen. Ook de gemeente Baarle-Hertog was toen zeer uitzonderlijk, gezien Nederland niet in oorlog was en België wel. Tenslotte was er ook Le Havre, waar de Belgische regering in ballingschap verbleef. Drie gebieden dus met Belgische zegels. Dat heeft voor unieke afstempelingen gezorgd. Net na de oorlog waren er ook veel postkantoren zwaar beschadigd en moest men zich behelpen met allerhande min of meer officiële stempels. Dat maakte dat er zeer veel ‘noodstempels’ gebruikt werden. Je mag gerust weten, de euforie die ik voel wanneer ik een nieuwe variatie vind op de uitgifte van 1915 is vergelijkbaar met een winnend doelpunt voor een voetbalsupporter.”
ONEINDIGE REEKS
Tijdens en net na de oorlog was het dus op vele vlakken behelpen, ook op de diverse postkantoren. “Nu staat bijna altijd de gemeente op de afstempeling. Maar tijdens de oorlog werd dit op de militaire afstempelingen vervangen door een nummer. Zodat de vijand niet zou weten van waar de brieven of kaarten verstuurd werden. Ook zag je dat bijvoorbeeld een zegel van tien cent doormidden werd geknipt om er twee zegels van vijf cent van te maken. Uit noodzaak was dit toegelaten. Dat is nu ondenkbaar uiteraard”, aldus Frans. Naast de vele creatieve oplossingen uit die tijd zijn er ook veel zegels in omloop geraakt met een fout op de zegel. “Dit is nu ook niet meer mogelijk maar in die tijd gooide men deze niet weg zoals nu. Dat maakt dat je dezelfde zegel van bijvoorbeeld vijf cent vindt met diverse fouten op. En dat kan werkelijk vanalles zijn. Dat kunnen fouten in de perforatie zijn om de zegel af te scheuren. Anderzijds heb ik ook zegels waar de B van België volledig is ingekleurd. Ik kan zo tientallen voorbeelden geven. Die foutdrukken maken die zegels uiteraard uniek. Als ze dan nog op een enveloppe of briefkaart voorkomen, dan weet je dat ze echt in omloop zijn geweest. Dat heeft veruit de meeste waarde.”
CLUBS EN TENTOONSTELLINGEN
Wat maakt de verzameling van Frans zo uniek? Veel filatelisten die de uitgifte 1915 als thema hebben, gaan in op één deelaspect. De verzameling van Frans daarentegen gaat uitgebreid in op alle deelaspecten van deze uitgifte, zoals types, kleurverschillen, vooraf gestempelde zegels, militaire stempels, noodstempels enzovoort. De collectie van Frans mag je dus gerust een levenswerk noemen. Dagen en dagen is hij bezig met zijn passie. Dat was tachtig jaar geleden zo en dat is nu nog altijd het geval. Het aantal zegels die hij tijdens zijn leven zag passeren zijn dus ontelbaar. “Ik heb zelfs geen idee hoeveel zegels ik zelf heb”, lacht hij. “Ik weet ongeveer wel welke zegels ik waar kan vinden maar dat zijn, zoals je ziet, niet enkel boeken vol, maar kasten vol. Vraag me dus ook niet naar de waarde. Werkelijk geen idee. De unieke stukken zie ik jaar na jaar nog wel in waarde stijgen. Om die reden is het ook niet eenvoudig om je collectie nog verder uit te breiden.” Het is niet de waarde waarom Frans dit zo graag doet. Het is ook niet het verzamelen op zich. Maar het is echt de studie die erachter zit. “Zo leer je in mijn geval ook Wereldoorlog I, en meer bepaald de omstandigheden waarin de post moest functioneren, beter begrijpen. Dat boeit me enorm. Daarom ben ik ook zo blij dat ik al deze kennis kan delen met mijn kleinzoon Michael. Momenteel studeert hij nog maar hij is ondertussen helemaal mee in het verhaal.” Tot slot raadt Frans elke geïnteresseerde aan om zich aan te sluiten bij clubs en om tentoonstellingen te bezoeken. “Je netwerk en je kennis gaat keer op keer verruimen, met nieuwe inzichten tot gevolg. Een zeer prettig gevoel”, aldus de filatelist.
Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.