Bijzondere trends

Vleermuizen inzetten als ultieme insectenbestrijder

Gepubliceerd: 29 augustus 2024  |  Door: Tom Claessen  |  Onderox editie: 244

RETIE — Bij Hoeve Trezemieke zullen de koeien, kippen en kalkoenen binnenkort de aandacht van boerin Stephanie Van Hove (39) en boer Tuur Vandeweyer (41) moeten delen met de vleermuizen die rond de boerderij wonen. Want Stephanie en Tuur starten vanaf volgende maand met het project ‘Bats From Farm’ waarbij ze bijzondere aandacht zullen hebben voor de vleermuizen op hun bedrijf. In het project willen ze een zicht krijgen op de verschillende soorten die er ’s avonds en ’s nachts rondfladderen en wat ze nodig hebben om goed te kunnen gedijen op de boerderij. “Dat is belangrijk”, weet Stephanie. “Want een vleermuis eet veel vliegen en kan er zo voor zorgen dat we niet te veel insecten in onze stallen hebben.”

Een project dat de vleermuizen het naar hun zin wil laten hebben op jullie landbouwbedrijf? Dat is apart. Sommige mensen krijgen de rillingen als ze eraan denken dat die beestjes in hun tuin zitten.
Tuur Vandeweyer:
“Tja, de vleermuis heeft een beetje haar imago tegen. Maar dat is eigenlijk nergens op gebaseerd. Er gaan verhalen rond dat die beestjes in je haren zouden vliegen, maar dat is allemaal nonsens. Ze zorgen er met echolocatie voor dat ze in het donker nergens tegenaan vliegen. Door geluidsgolven uit te sturen en de weerkaatsende golven weer op te vangen weten ze precies welke hindernissen op hun pad komen. En daar vliegen ze dan netjes rond.”
Stephanie Van Hove: “We hebben hier een heel aantal vleermuizen op het bedrijf. Vanaf de schemering beginnen ze rond te vliegen. En tijdens die vluchten eten ze heel veel insecten. Dus eigenlijk zorgen ze er mee voor dat we niet te veel vliegen en muggen hebben rond ons bedrijf. Maar helaas vinden veel mensen vleermuizen eng. Daarom is het zo belangrijk om meer over die dieren te weten te komen en mensen meer vertrouwd te maken met het nut van de vleermuis. En net dat gaan we in ons project ook proberen te doen. Op onze boerderij passeren heel wat kinderen. Door over de vleermuizen te vertellen willen we de schoolkinderen die hier komen meer vertrouwd maken met de vleermuis en daarmee de schrik voor die diertjes wegnemen. Maar dat verhaal zullen we dan vooral met foto’s en filmpjes moeten vertellen, want overdag laten die beestjes zich natuurlijk niet zien.”

Jullie gaan ervan uit dat de vleermuis jullie kan helpen op het landbouwbedrijf. Hoe zit dat dan exact in elkaar?
Tuur:
“In ons bedrijf werken we zonder pesticiden. Dat kan alleen als we ervoor zorgen dat er een eco-evenwicht is. Op een boerderij is het een constante strijd tegen vliegen, maar door ervoor te zorgen dat de natuurlijke vijanden van de vliegen ook een plekje hebben op het bedrijf, houden we de vliegenpopulatie onder controle. We gaan geen vleermuizen naar ons bedrijf brengen. Die komen vanzelf omdat er heel wat vliegen en kevers op en rond ons bedrijf aanwezig zijn. Doordat we de vleermuizen toelaten, bestrijden we de vliegen zonder elektrische vliegenvallen, of andere bestrijdingsmiddelen. In ons project gaan we met vleermuiscamera’s de vleermuizen tellen, bekijken welke verschillende soorten er bij ons wonen en rondvliegen en onderzoeken waar ze precies hun nesten hebben. We weten dat er vleermuizen zitten op ons bedrijf omdat we ze ’s avonds zien rondfladderen. Maar waar ze overdag hangen, weten we niet. Misschien zitten ze in de spouwmuren of ergens onder de overspanning van het dak. We kunnen er alleen naar raden. Als we binnenkort weten met hoeveel ze zijn, welke beestjes er zitten en waar ze precies wonen, kunnen we ook beter begrijpen hoe de boerderij ook voor hen de optimale leefomgeving wordt.”
Stephanie: “Het zijn trouwens niet alleen vleermuizen die helpen om het aantal insecten onder controle te houden. Ook zwaluwen en uilen helpen daarin mee. We hebben hier ook een steenuil en een kerkuil in onze nestkasten. En die zitten hier blijkbaar graag want het heeft niet lang geduurd voor onze pas geïnstalleerde nestkast bewoond was. Vorig jaar waren we de uilen even kwijt nadat de eik waarin ze een nest hadden, was omgewaaid. Maar even later keerden ze toch weer terug naar de nestkast toen die aan een andere boom hing. Als we insectenbestrijdingsmiddelen zouden inzetten, zouden al die mooie dieren geen eten hebben en waren ze hier weg. Maar zonder die uilen, zwaluwen en vleermuizen als natuurlijke vijanden van de insecten is de kans dan weer groot dat je op een dag een plaag krijgt en dat je weer meer bestrijdingsmiddelen moet gebruiken. Ik heb dus liever die vleermuizen en uilen hier op het erf. Ook de kinderen die hier komen trouwens. Zij vinden het super om die uilen hier te zien en dat gaat met vleermuizen volgens mij niet anders zijn.”

Maar het project is er niet enkel voor de schoolkinderen, toch? Is het jullie bedoeling om jullie kennis te delen met andere landbouwers?
Tuur:
“Uiteraard! Er zijn trouwens al heel wat boeren uit de omgeving die interesse getoond hebben in ons project en gevraagd hebben om ook bij hen bijkomende vleermuiskasten te hangen en om de camera te lenen om te kijken hoe de vleermuizenpopulatie er op hun bedrijf uitziet. Niet al onze collega-boeren zijn even enthousiast over zwaluwen of uilen op hun bedrijf omdat die alles onderschijten. Daarom willen zij uitzoeken hoe ze met de aanwezige vleermuizen op hun bedrijf de insectenbestrijding kunnen aanpakken.”
Stephanie: (lacht) “Dat is trouwens nog een voordeel van vleermuizen. Wat erin gaat moet er natuurlijk ook bij hen weer uit, maar bij vleermuizen zijn dat kleine keuteltjes die gemakkelijk mee wegwaaien of opgeveegd kunnen worden. Dat is niet zoals bij vogels.”
Tuur: “Het werken zonder bestrijdingsmiddelen vraagt uiteraard een heel andere aanpak van de boeren. Maar ik merk dat meer en meer landbouwers ervoor openstaan. Met het hevige weer in juli kon je zien dat de aanplant van hagen zorgde voor minder windschade op de gewassen. Al die zaken gaan vooral een rol spelen voor de volgende generaties boeren.”

Maar dat vraagt uiteraard wel een mind-switch.
Tuur:
“Inderdaad! Ik probeer zoveel mogelijk oorzaakoplossend te denken. Dat is een andere aanpak dan probleemoplossend naar de zaken te kijken. Wie enkel probeert de problemen aan te pakken zonder iets aan de oorzaak te doen, blijft bezig omdat de problemen blijven terugkomen. Eens je iets aan de oorzaak gedaan hebt, komt het probleem niet vanzelf weer terug. Of de problemen zijn de volgende keer toch op zijn minst minder groot. Om de link tussen landbouw en omgeving meer in de verf te zetten, ga ik vanaf dit najaar ook vier keer per jaar een moment organiseren waarop boeren en milieubeheerders samen op café gaan. Dan nodigen we sprekers uit de landbouw- en uit de milieubewegingen uit om aan te tonen dat milieu en boeren niet tegenover elkaar staan. Als boer ben je volgens mij onderdeel van het milieu en ben je er ook voor een groot deel afhankelijk van. Daarom zijn projecten als ‘Bats from Farm’ maar ook andere milieu-inclusieve innovaties belangrijk om nieuwe mogelijkheden te zoeken voor onze sector.”
Stephanie: “Wij zijn hier eigenlijk continu aan het experimenteren hoe we toch iets nuttig kunnen doen met zaken waarvan we in eerste instantie misschien denken dat ze storend zijn. De kalkoenen aan de ingang van ons erf zijn grasgevoerd, maar ook zot van netels. En we laten kippen los op de wei waar de week voordien onze koeien stonden. Die hanen en hennen scharrelen de gedroogde koeienvlaaien uit elkaar om te voorkomen dat het gras op de ene plaats veel sterker gaat groeien dat in de rest van de wei. Ondertussen eten ze insecten en gras, kruiden en wormen en laten verspreid mest achter dat het gras weer over de hele weide doet groeien voor onze koeien. Zo krijgen we een mooie kringloop, zonder ook maar iets van kunstmest. En tegelijk krijgen we in onze boerderijwinkel een ruimer aanbod. Want door die kalkoenen en kippen op onze weides kunnen we naast rundvlees van onze koeien nu ook kip en kalkoen aanbieden.”

En zo kan er binnenkort een stap gemaakt worden van kleine hoevewinkels naar korte keten supermarkten?
Tuur:
“Dat klopt niet helemaal. Ook bij de consument is er een aanpassing nodig. Want als we op deze manier kip en kalkoen kweken, is er enkel gevogelte beschikbaar in het najaar. De kuikens komen in het voorjaar uit en hebben dan de tijd nodig om te groeien. We zullen in het voorjaar dus geen vers kippenvlees of kalkoen kunnen aanbieden. Dat vereist ook een andere instelling bij de consument van de korte keten. Maar het is aan ons om dat ook uit te leggen.”

MEER INFO:
Het project Bats From Farm wordt ondersteund door LEADER Kempen Oost, een Europees programma dat speciaal is bedoeld om het platteland te ontwikkelen, en loopt verder in samenwerking met de Provincie Antwerpen, Rurant, Leader Provincie Antwerpen, Leader+ en de Europese Unie.

Meer lezen van Tom Claessen
Meer lezen over
natuurdieren

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.