Bijzondere trends

Veganistisch fastfood koken

Gepubliceerd: 31 augustus 2023  |  Door: Bert Huysmans  |  Onderox editie: 233

Er bestaan veel vooroordelen over veganistisch eten. Nog steeds. Eén van de hardnekkigste geruchten is dat vegan koken enorm veel tijd vraagt. Want in tijden van tweeverdieners, al pendelend tijd verliezen en overurenkloppers is het niet evident om ’s avonds nog een volledige gezonde maaltijd te verzien voor je gezin. Maar klopt dat wel? Kan je ook veganistisch eten maken dat snel klaar én lekker is. Wij namen de proef op de som.

In deze rubriek zoeken we naar de kleine dingen die we kunnen doen om onze wereld ietsje beter en duurzamer te maken. Want de wereld verbeteren, dat is makkelijk gezegd. Maar wat is haalbaar? En wat niet? Deze maand: vegan fastfood.

Ik hoef u niet te overtuigen om vlees en dierlijke producten voor altijd te bannen uit uw leven. Als u dat een goed idee vindt, prima. Doet u dat niet, even goede vrienden. Tenslotte ben ik zelf ook geen veganist, dus wie ben ik om over anderen te oordelen. Maar als er vooroordelen ontkracht, of bevestigd, moeten worden, dan ben ik wel van de partij. Bovendien is het zelf ook iets wat mij wel aanspreekt. Ik wil gerust enkele keren per week vegan of vegetarisch eten, maar tijd om uitgebreid te koken heb ik vaak niet. Ik koppel het nuttige dus aan het aangename en steek mijn licht op bij Joris en Babs van De Goedzak en Roos Met Witte Stippen in Geel, mijn trouwe adjudanten in het duurzaamheidsonderzoek dat deze rubriek graag wil zijn. “Vegan fastfood, dat bestaat zeker en vast”, vertelt Joris mij meteen. “Ik denk bijvoorbeeld aan een stoofpotje. Lekker en snel klaar. Vaak willen mensen te drastisch te werk gaan en alles wijzigen zodat ze niet weten waar eerst te beginnen. Als je je vlees en je saus vervangt dan ben je al snel vegan aan het eten. Rijst, aardappelen en groenten kan je gewoon behouden.” “Ik probeer zelf zoveel mogelijk vegan te eten en ik kook veel sneller dan mijn man, die overtuigd carnivoor is”, vult Babs aan. Tijd om de proef op de som te nemen. De opdracht die ik deze keer meekrijg: drie keer veganistisch koken zonder daar al te veel tijd mee te verliezen. Om te kunnen vergelijken, zal ik telkens chronometreren hoe lang ik erover doe.

KANT-EN-KLARE CHILI
Ik start met het eenvoudigste: een kant-en-klaar gerecht. In dit geval: chili sin carne. Het vlees is vervangen door een ‘pieko-worst’, een combinatie van witte bonen, rode biet, ui en bouillon. Vooraf hadden Babs en Joris me gezegd dat er steeds meer kant-en-klare veganistische gerechten op de markt komen. En sneller dan kant-en-klaar kan je onmogelijk koken, toch? Ik zet de chili even in de microgolfoven en maak intussen een wrap klaar (ik ga proberen niet te veel woordspelingen te maken). Ik roer de chili snel door en voeg een paar blaadjes basilicum uit de tuin toe terwijl ik met een lepel de chili op de wrap doe. Ik vouw ‘m samen en klok af. Net geen zes minuten. Wrapper gaat niet lukken (sorry). De smaak is prima, er lijkt zelfs echt gehakt in te zitten, voor zover dat nodig zou zijn, maar het kan vast sommige mensen overtuigen. De chili is zeer lekker, en lichtjes pikant, waar ik wel fan van ben.

KIKKERERWTENMEEL
Joris heeft me ook een zakje met kikkererwtenmeel meegegeven. “Daar kan je zelf pannenkoekjes mee maken. Gewoon water en een klein beetje olijfolie toevoegen en je hebt je beslag.” Om het nog eenvoudiger te maken, het wordt tenslotte een race tegen de tijd, krijg ik een recept mee van Yotam Ottolenghi, de bekende groentechef. Ik pluk verse tomaatjes in mijn tuin, gele en rode, en ga bij de buurman langs om twee kleine uien te vragen, die heb ik zelf niet staan. Terwijl ik het recept al even doorneem, duikt meteen een probleem op: ik moet zodadelijk die tomaten in een voorverwarmde oven van 130° leggen en dan 25 minuten laten garen. Behoorlijk lang, maar het geeft me wel de tijd om de pannenkoeken te bakken. Als ik rond de 30 minuten afklok, zou dat nog altijd behoorlijk snel zijn, toch? Ready, set, go! Ik verwarm de oven voor, snij de tomaatjes en besprenkel hen met peper en zout op een bakplaat. Daarna start ik met het beslag. Dat lukt niet zo vlot als ik zou willen. Het meel moet even trekken voor het echt dik wordt. Intussen is de oven voorverwarmd en gaan de tomaatjes erin. Ik laat het beslag nog even verder ‘opdikken’ en snij de uien in ringen. Zij moeten in een aparte pan goudbruin gebakken worden, met een klein beetje tijm en wat peper en zout. Intussen is het beslag zichtbaar dikker geworden en bak ik mijn eerste pannenkoek. Die is zoals altijd de minst geslaagde. De volgende vijf zijn, naar mijn bescheiden mening, wel perfect te noemen. Ik leg de pannenkoekjes op aparte borden, haal de tomaten uit de oven en de uiringen uit de pan. Elk pannenkoekje krijgt een stevige laag van de mengeling van tomaten en ui. Ik druk de chronometer af: bijna 40 minuten. ‘Superfast’ is dat niet. Maar misschien maakt de smaak veel goed. De combinatie tussen de drie werkt wonderwel. De pannenkoekjes zelf zijn minder smaakvol, maar dat wordt volledig gecompenseerd door de ui en, vooral, de tomaten. Die zijn door hun ovensessie echt geweldig lekker geworden. Dit had ik niet verwacht. Hier heb ik een verrassend nieuw gerechtje ontdekt. Mijn vrouw beaamt dat het lekker is, maar is minder tevreden als ze de keuken bekijkt. Het mag dan niet al te moeilijk zijn om dit te koken, ik heb wel een snijplank, een ovenschaal, een bakplaat, een beslagkom en twee pannen aan de afwas toegevoegd. Dat is toch wel een minpuntje. Van dat meel kan je blijkbaar ook falafel maken, misschien eentje om in de toekomst uit te testen.

EEN FASTFOODKLASSIEKER
Maar je kan het onmogelijk over fastfood hebben, zonder over hamburgers te praten. En dus waag ik mij als derde gerecht aan die klassieker, maar dan in vegan-variant. Moeilijk is dat niet, ik neem gewoon een ‘black moshbean burger’, een vleesvervanger in schijfvorm met walnoten, bonen en rode biet erin. Bij de bakker in het dorp heb ik enkele pistolets gehaald en als saus kies ik voor Ajvar dip, handgemaakt in een bokaaltje. “Een Balkanbereiding met aubergine en paprika”, had Joris me eerder al bijgeleerd. Daarnaast heb ik ook een potje ‘komkommer pickle’ klaarstaan, door dezelfde Antwerpse vrouw in een bokaaltje gedaan. Extra punten: want lokaal. Ik heb nog wat extra tomaatjes geplukt, mijn tuin puilt er momenteel toch van uit, en heb ook een krop sla uit mijn tuin geselecteerd. Ik geef Siri de instructie om de tijd te starten. Ik bak de burger even stevig aan aan beide kanten en maak in afwachting het broodje klaar. Dat snij ik door en besmeer ik met de saus aan beide binnenkanten. De komkommers, die wel verdacht veel op augurken lijken, laat ik nog even uitlekken. Ik kies voor de dunste stukjes om een toekomstige sausravage te voorkomen. Een hamburger proper eten is meestal niet aan mij besteed. Intussen begint de hamburger lekker te ruiken en ziet ie er aan beide kanten goed gebakken uit. Ik leg de schijven op de onderste stukken van de pistolet en voeg enkele stukjes tomaat en komkommer toe met daarbovenop enkele blaadjes sla. Hoedje erop en klaar! Iets meer dan acht minuten. Een behoorlijk scherpe tijd, lijkt mij. Tijd om te proeven. De smaak bevalt mij erg. Het doet mij denken aan een foodtruck op een alternatief festival. Mijn vrouw denkt er blijkbaar net zo over, want zij omschrijft het als: “lekker, ideaal om in de zon te eten op een festival.” Great minds think alike. De saus is zeer smaakvol. De komkommer lijkt echt wel op een augurk en zorgt voor een frisse toets binnen het geheel. In de hamburger zelf zijn de bonen duidelijk herkenbaar, met hier en daar een vleugje noten. Je hebt niet de indruk dat je vlees eet, zoals dat bijvoorbeeld bij de chili sin carne wel het geval was. De structuur is veel zachter. Ik denk persoonlijk dat dit geen concurrent van een klassieke hamburger hoeft te zijn omdat de smaak wel duidelijk verschilt. Dit is gewoon een lekker veganistisch gerecht dat sterk genoeg is op zichzelf en niet per se een vleesgerecht hoeft te ‘vervangen’.

CONCLUSIE
Veganistisch en snel koken, dat lukt perfect. Als u iemand nog eens het tegendeel hoort beweren op café, kan u hem gewoon dit artikel laten lezen. De vegan hamburger gaat in de toekomst bij ons thuis zeker nog eens op tafel komen. Snel, lekker en niet al te veel afwas. Drie checks. De pannenkoekjes zijn een onverwachte ontdekking, zeker door de extra smaak in de tomaten. Die pannenkoeken zijn op zichzelf geen smaakbom, maar de combinatie is zeker een aanrader. En de chili sin carne toont perfect aan dat kant-en-klaar en veganistisch geen vijanden hoeven te zijn, integendeel.

Meer lezen van Bert Huysmans

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.