Bijzondere trends

Onze reporter speelt (en schrijft) met vuur

Gepubliceerd: 27 november 2023  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 236

NOORDERWIJK — Jarenlang werkte Annick Van den Bruel in de luwte, maar tijdens de Dag van de Ambachten stond ‘s lands enige professionele pyrografe plots in het middelpunt van de belangstelling. “Sommige werken durf ik nu echt kunst te noemen”, zegt ze bescheiden. Onze reporter, nog altijd op zoek naar de job van zijn leven, ging in de leer bij de Noorderwijkse vuurschrijfster.

Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: pyrografie.

Het heeft een vierkolommengesprek en een uitgebreide talentenoefening gekost om uit te vlooien waar ik tegenwoordig allemaal goed in ben. Volgens coach Charline Neyrinck, aangesloten bij loopbaancentrum Dialogisch, ben ik een bruggenbouwer en een zichtbare presteerder. Als het op talenten aankomt blink ik — toch volgens een profielschets op basis van een of ander duur algoritme — uit in mensen enthousiasmeren en positief denken. Diezelfde oefening wijst ook uit dat ik geen handige Harry ben. Alsof ik daar een complex algoritme voor nodig had. Brood bakken in de abdij van Averbode was nochtans een kolfje naar mijn hand. Een carrièreswitch richting handenarbeid valt dan toch niet uit te sluiten. Misschien word ik wel pyrograaf? Eerlijk is eerlijk: het ambacht was mij volstrekt onbekend, tot ik op een blauwe maandag Annick Van den Bruel tegen het lijf liep. Jarenlang werkzaam in de private sector, vandaag fulltime pyrografe. “Die jobwissel is het beste wat mij tot dusver is overkomen”, zegt ze daaromtrent. Rewind naar 2020. Annick werkt in de marketingbranche, maar wordt onverwacht ontslagen. “Op dat moment had ik de buik vol van werken onder de leiding van een chef. Omdat mijn man Patrick bij een lokale houthandelaar werkt, vond ik het een goed idee om met hout aan de slag te gaan. En kijk, het werd pyrografie. Patrick is vandaag het commerciële brein achter Ateljee Planchee, ik neem het creatieve luik voor mijn rekening.” Pyrografie betekent zoveel als houtbranden of vuurschilderen. “Zelf noem ik het schrijven met vuur. Die bezigheid dateert uit de tijd van de holbewoners. Zij brachten met hun toortsen tekeningen aan op grotwanden. Het is dus niet zomaar een hobby, het is het oudste ambacht ter wereld.”

AUTODIDACT
Klein begonnen, is half gewonnen: het was voor Annick niet anders. “Ik heb eerst wat geoefend, maar niet alles wilde lukken. En toch: al snel brandde ik mijn eerste tekst op een grote tapasplank. Ik postte een foto van het eindresultaat op Facebook en dat bracht één en ander teweeg. Plots wilde iedereen zo’n met vuur beschreven plank. Niet veel later vroeg een firma om haar logo op hout te branden. Later volgden nog meer bedrijven. Toen is de bal echt aan het rollen gegaan. Niet onbelangrijk: ik heb nooit een cursus gevolgd. Ik ben een autodidact.” Het grootste project tot dusver? Ze aarzelt geen seconde. “Het bewegwijzeren van een rusthuis in Balen. Die klus heeft liefst vier maanden geduurd. Om de bezoekers in de juiste richting te wijzen, maken ze nu gebruik van wegwijzers en kamernummers die door mij werden gebrand.” Professionele pyrografen lopen niet dik gezaaid, de concurrentie is eerder beperkt. “In België wordt pyrografie bijna niet professioneel beoefend. In Nederland wel, al blijft het land met de bekendste kunstenaars wel Amerika. Als er al sprake is van concurrentie, dan zeker binnen de sector waarin wordt gebrand met lasers. Die werkwijze is anders: minder donker, minder persoonlijk.” “Op vlak van ideeën is the sky alleszins helemaal the limit. Alles is mogelijk: van sleutelhangers over geboorteborden tot bijzettafeltjes. Met de feestdagen voor de deur belooft het straks weer ontzettend druk te worden.”

CASA LAVENDULA
Eerste conclusie: een kind kan de was doen. Ik ben verre van handig, beweert een of ander algoritme, maar schrijven met vuur lijkt me niet onoverkomelijk. Of zou dat hoogmoed zijn? De proef op de som start met een plank waarop ik mijn eigen naam moet branden. Zo gepiept, denk ik, maar het resultaat is beneden alle peil. Het handschrift lijkt op dat van een peuter met twee linkerhanden. “Maak je geen zorgen”, troost Annick. “Ook veel van mijn eerste pogingen zijn in de houtkachel beland. Al bij al nog goed dat we dat ding in huis hebben gehaald.” (lacht) Of ik een eigen idee heb? Een lumineuze vondst die ik op hout wil vereeuwigen? Dat heb ik. Drie dagen na mijn eerste brandsessie word ik verwacht op een jubileumdiner van een Kempens koppel met een buitenverblijf in het zuiden van Frankrijk. Een houten bord met daarop — in elegant sierschrift, op z’n minst — ‘Casa Lavendula’ zou niet misstaan. Of dat idee niet wat hoog gegrepen is, vraag ik nederig. “Toch niet. Je moet niet kunnen tekenen om een eerste ontwerp te maken. Eerst wordt de tekst afgedrukt, vervolgens wordt hij met carbonpapier op het hout aangebracht. Pas dan start het branden. Zelfs als je onhandig bent, kan er weinig fout gaan, tenzij je gehaast bent. Branden doe je namelijk aan een constante snelheid. Wie te snel werkt, krijgt een resultaat dat navenant is.” De eerste potloodtrekken hebben veel weg van het ‘overkalken’ uit onze kinderjaren. Voor de buitenwereld lijkt het eenvoudig, maar wie er zijn hoofd bij verliest, dreigt met een half ontwerp te stranden. “Eenmaal je het carbonpapier hebt verwijderd, is het moeilijk om de vergeten contouren zelf bij te tekenen, zeker als je geen ervaring hebt. Neem er dus voldoende tijd voor.”

BABYPOEPJE
De omtrek van het sierschrift vraagt monnikengeduld, de omlijning van de lavendeltakken aan de uiteinden van de plank nog meer. Aan het materiaal ligt het alvast niet. “Ik gebruik voor mijn cursussen nooit goedkope pennen. Die worden bijzonder warm, waardoor cursisten zich eraan kunnen verbranden. Kies altijd voor een exemplaar dat jou toelaat om met de vingers dicht bij de pen te komen. Hoe goedkoper de pen, hoe verder de grip, en dan wordt het moeilijk. Wat het hout betreft, ga je best voor beuk, eik of berk. Als je het hout laten drogen en nadien goed schuurt, wordt het zo zacht als een babypoepje.” Een dik uur later wordt het carbonpapier verwijderd. En al zeg ik het zelf: het resultaat mag gezien worden. “Tweede stap is het inbranden van de letters en de lavendel. Pas dan wordt het een kunstwerkje.” Kunst? Ik hoor het Annick graag zeggen. “In de beginfase had ik het ook moeilijk met dat woord, maar kijk: tegenwoordig durf ik mijn werk ook kunst te noemen.” Degelijke pen of niet: bij het inbranden wordt het ferm heet aan mijn vingers en fouten zijn in deze fase niet gepermitteerd. “Het moet van de eerste keer goed zijn, want gebrand is gebrand. Als je een streep te veel trekt, kan je die niet meer verwijderen.” En dus schakel ik een versnelling lager. Opperste concentratie, focus op de pen en tong ver uit de mond. Het is geen zicht, in tegenstelling tot het eindresultaat. “Lang niet slecht voor een eerste poging”, luidt het oordeel. Ik zeg het niet graag, maar drie dagen later zijn op het jubileum alle ogen op mij gericht. Het feestkoppel wordt overladen met bloemen, Bongobons en dure wijn, maar het is wel míjn gevelbord dat alle aandacht trekt. Ik sta erbij als een jonge Leonardo da Vinci die toekijkt terwijl zijn eerste werk wordt onthuld. De bewonderende blikken zijn niet op de vingers van één hand te tellen, laat staan twee. Al snel volgen er vragen. Hoe ik dat in godsnaam heb klaargespeeld, bijvoorbeeld? En of ik van pyrografie mijn beroep zal maken? Waarom ook niet, eigenlijk? Het is het proberen waard.

MEER INFO
www.ateljee-planchee.be
www.houtbrander.com

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
onder de loep

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.