Bijzondere trends

Onze reporter gooit het bijltje (erbij neer)

Gepubliceerd: 29 februari 2024  |  Door: Peter Briers  |  Onderox editie: 239

ANTWERPEN —Voor de Vikingen was het een broodwinning als een ander, voor veel landgenoten vandaag een uitdagende liefhebberij: bijlwerpen. De Noormannen deden er soms maanden over om doel te leren raken, bij WoodCutter hebben ze er nog geen kwartier voor nodig. “God en klein Pierke kan bijlwerpen. Met de hulp van onze Axe Masters lukt het iedereen zelfs in minder dan tien minuten”, belooft de website. Eerst zien (en werpen), pas dan geloven.

Elke maand neemt onze reporter een atypische, spannende of relaxerende activiteit onder de loep. Kritisch, maar met een kwinkslag rapporteert hij zijn wedervaren. Deze maand: bijlwerpen.

Laat ons wel wezen: iedereen kan werpen. Geef me iets, eender wat, en ik gooi ermee. Tot er een doel moet worden geraakt, dan wordt het een ander paar mouwen. Trouwe lezers herinneren zich vast nog mijn eerste (en meteen ook laatste) dartskamp tegen Kim Huybrechts, aka The Hurricane, zo’n twee jaar geleden. Wekenlang geoefend als een gek, maar roemloos verloren. 6-0. De underdog laten winnen, voor die ene keer, daar wilde Huybrechts niet van weten. Met bijlwerpen zal het niet waar zijn. Bijlen zijn — ik hoef daar geen tekening bij te maken — groter dan dartspijlen en dus eenvoudiger om mee te richten. Ook boomstammen zijn een makkelijker doelwit dan dartsborden, want een flink stuk breder. Deze uitdaging wordt een koud kunstje, easy peasy, simple comme bonjour. Ik zit, zeg maar, ‘gebeiteld’. (Spoiler: als u onpasselijk wordt van flauwe woordspelingen, kan u er maar beter een emmertje bijhalen.) Plaats van afspraak is de WoodCutter-vestiging in Antwerpen, de intussen al zevende locatie waar God en klein Pierke met bijlen kan gooien. “WoodCutter is vijf jaar geleden gestart in Brussel en nu ook al actief in Antwerpen, Berlijn, Frankfurt, Keulen, Bonn en Hamburg”, zegt Axe Master Jeremy Blommaert. “Binnenkort komen daar nog Leipzig, Düsseldorf, Amsterdam én Kopenhagen bij.”

TORNOOIEN
De roots van het bijlwerpen liggen in Scandinavië, maar het zijn Canada en Amerika die deze vrijetijdsbesteding in een recordtijd hebben gecommercialiseerd. “In beide landen wordt zelfs al een internationale competitie gehouden”, weet Jeremy. “Zover zijn we in eigen land nog niet, maar ook bij ons is er sprake van een snelgroeiende community. Elke zondagavond houden we in onze vestigingen in Brussel en Antwerpen een tornooi en het aantal deelnemers stijgt zienderogen.” Dat we bij WoodCutter terecht zijn gekomen, en niet bij één van de vele vergelijkbare initiatieven in Vlaanderen, heeft vooral te maken met de expertise van het personeel. “WoodCutter maakt er een zaak van om iedereen vertrouwd te maken met de juiste werptechnieken. Onze Axe Masters kennen hun vak door en door. Nog een ander verschil is dat wij met échte bijlen naar échte boomstammen gooien en niet naar nagebootste of geprojecteerde doelwitten. Ook leuk: wij schrijven de scores op authentieke krijtborden, ook tijdens de tornooien. Dat is lekker oldskool.” Bedoeling is dat we een tornooi nabootsen met een team van drie spelers. Ik zal het opnemen tegen twee prille tieners. Een bewuste strategie, na mijn pijnlijke nederlaag tegen The Hurricane. Opvallend: mijn jonge tegenstanders laten tijdens de screening al weten ‘dat ze me niet zullen sparen’ en — waar is dat emmertje? — ‘dat ze er desgewenst met de grove bijl zullen inhakken, ongeacht hun leeftijd’. Of dat überhaupt wel rijmt, kinderen en axe throwing? “Deze sport is minder gevaarlijk dan ze op het eerste zicht lijkt. Gooien met een bijl is pas gewaagd als je de instructies van de Axe Masters aan je laars lapt. Belangrijk is dat je de ijzeren kooi nooit verlaat met een bijl in de hand, maar dat je ze na elke worp in het voorziene houtblok achterlaat, in functie van de veiligheid. Zorg er ook voor dat jouw hand en de bijl een rechte hoek vormen en dat je gooit met een gestrekte arm. De bijl loslaten doe je pas op ooghoogte. Denk vooral niet te veel na. Het kan gevaarlijk worden als de speler zich tijdens het gooien vragen gaat stellen. Wanneer moet ik de bijl loslaten, bijvoorbeeld? Als je elke stap beredeneert, kan dat ding op de foute plaats terechtkomen, zelfs in het plafond.” Of we het nog zien zitten, vraagt een man die de uitgebreide safetybriefing vanop de naastgelegen wedstrijdbaan heeft gevolgd. “Of wil iemand er nu al het bijltje bij neergooien?”, grijnst hij alsof hij net dé grap van de avond heeft bedacht. Flauwe woordspelingen, ik had u gewaarschuwd.

GUNSTOK
Mijn oefenronde neemt een trage start: de eerste worpen stranden op de grond, naast de boomstam of — jawel — tegen het plafond. Mijn anders rustige aard slaat om in een milde vorm van frustratie. “Geduld is bij deze sport van groot belang”, lacht Jeremy. “Ook al zie je dat jouw tegenstanders de techniek sneller onder de knie krijgen en beter kunnen werpen.” Dat laatste blijkt inderdaad zo te zijn, maar ik doe alsof ik het niet in de gaten heb. Dat kost me overigens weinig moeite. Het werpen op zich is zo leuk dat scores me gestolen kunnen worden. Toch voor even. Op het programma staan zes spelrondes, met telkens een wisselend aantal oefenbeurten. De start is laagdrempelig: de hoogste score halen in tien worpen en uitgooien op 24. Een kind kan de was doen, denk ik optimistisch, maar na vier worpen blijkt dat het kind — in dit geval kinderen — een pak beter kunnen werpen dan ik. Spel drie (met trickshot) en vier (Landmines, met puntenaftrek bij elk rond tiental) leveren evenmin monsterscores op, maar met de extra aanwijzingen van de Axe Master komt er toch nog schot in mijn werptechniek en eindigt de bijl — tijdens spel 5 — pal in de bonzai. De euforie klinkt als een oerschreeuw: rauw en luid. Diep vanbinnen schuilt er een Viking in mij. Mijn laatste hoop op een winnaarspositie is gevestigd op de finale etappe: werpen met de ‘gunstok’, een groot stuk hout met een scherpe snede. Zo’n stok is zwaarder dan een bijl en dat speelt in mijn voordeel, als volwassene. Denk ik. Hoop ik. Hoe vaak ik dat ding boven, onder of naast de boomstam heb gesodemieterd? Ik bespaar u de cijfers. Goed gelachen, dat dan weer wel.

TIPS AND TRICKS
Om een lang verhaal kort te houden: nul keer gewonnen, maar wel veel plezier beleefd. Of thuis oefenen een optie is, wil ik weten, als voorbereiding op een eventuele revanchematch. “Oefenen doe je beter in een gecontroleerde omgeving”, waarschuwt Blommaert. “Deelnemen aan onze tornooien is de meest efficiënte en veilige manier om je gooitechnieken te optimaliseren. Dan kan overigens ook tijdens de WoodCutter Experience. Onze Axe Masters staan dan klaar met een heleboel praktische tips and tricks.” Ik ken het antwoord al, maar ik kan het toch niet laten: of ik ooit een kans zou maken als bijlwerpen een nationale sport zou worden? “Absoluut, veel oefenen is de boodschap om beter te worden om nauwkeuriger op de bullseye en killshots te gooien. Tenzij je een natuurtalent bent met een heel goede hand- en oogcoördinatie. Die hebben vaak een streepje voor. En troost je: als ik het zelf zou moeten opnemen tegen de beste speler van een tornooi, zou ik ook verliezen. Het eindresultaat hangt niet alleen af van hoe goed jij bent, maar ook van de sterkte van de beste speler. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen, dat is de boodschap.” Noem me naïef, maar dat antwoord klinkt alsnog hoopvol, ondanks mijn matige debuut. Misschien moet ik toch nog een paar bij(l)lessen nemen.

MEER INFO
www.woodcutter.world

Meer lezen van Peter Briers
Meer lezen over
onder de loep

Meer Bijzondere trends

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.