Bijzondere plaatsen

Welkom in de Kempen, de Nederlandse

Gepubliceerd: 7 september 2021  |  Door: Paul Huysmans  |  Onderox editie: 211

WINTELRE (NL) – Wij noemen ons fier Kempenaar, maar aan de andere kant van de grens is er nog een volk dat zich met evenveel fierheid deze naam toe-eigent. De Nederlandse Kempen zijn een verzameling van dorpen en vooral veel natuur, ooit bevolkt door armoedige keuterboeren. Tegenwoordig straalt de regio toch vooral Hollandse gezelligheid uit. Dat je er fantastisch kunt fietsen en wandelen weten we nu we er enkele dagen verbleven.

Om ons te oriënteren kloppen we aan bij het VVV-kantoor van Eersel. Het is te zeggen: op deze zonnige ochtend midden augustus staat de deur wijd open en van achter het plexiglas worden we begroet door medewerkster Marie-Josee. Nu nog heet de dienst, die wordt gerund door vrijwilligers, Toeristisch Informatie Punt De Brabantse Kempen. “Vanaf 1 september wordt het Visit Eersel”, verklapt Marie-Josee. “Er staat wat te veranderen hoor”, glimlacht ze. “Gaat de website voortaan in het Engels?” grappen we.

ACHT ZALIGHEDEN
In elk geval zijn we blij dat de fiets- en wandelkaartjes die ze tevoorschijn tovert, gewoon in het Nederlands zijn. “Deze hebben we zelf ontwikkeld”, vertelt de toerismedame terwijl ze uit een schuif twee verschillende fietskaarten van Eersel en omgeving haalt. De routes zijn op basis van de fietsknooppunten en daar knelt toch wel een schoentje. “Aan die knooppunten hebben we zelf niets te zeggen. Ik geloof dat de provincie die beheert. Om de haverklap verandert er wat. Er komen knooppunten bij en er verdwijnen er. Telkens moeten we dan een update bij onze kaartjes maken.” Verder krijgen we ook nog een fietsboekje van De Acht Zaligheden-route, 55 km lang als je die in zijn geheel wilt rijden. En dan kom je door alle acht dorpen die samen de Acht Zaligheden vormen: Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre. Je leest het goed: op één na eindigen die allemaal op ‘el’.

SPOTNAAM
Om hier meer over te weten te komen, fietsen we een kilometer verder tot bij het Kempenmuseum De Acht Zaligheden. Ze noemen zichzelf een streekmuseum. Bij ons zou een dergelijk initiatief een heemkundemuseum heten. Nog voor we binnengaan, zien we onder een halfopen afdak het eerste landbouwalaam. Op de binnenkoer staan oude volksspelen opgesteld: sjoelbak, tafel-kegel-spel, hamertjesspel,… Het museum is ondergebracht in een typisch Kempense langgevelboerderij, die weliswaar werd verbouwd en heringericht. Hoewel de voorste kamer, die destijds enkel op zondag werd gebruikt of als er voornaam bezoek kwam, er nog precies uitziet als vroeger. “Over waar precies de naam Acht Zaligheden vandaan komt, bestaan verschillende theorieën”, vertelt museummedewerker Frans Boks. Hij is een van de 80 vrijwilligers die het museum, dat in het verleden al enkele nationale onderscheidingen kreeg, draaiende houden. “De meest gangbare gaat terug naar de Eerste Wereldoorlog. Nederland was onafhankelijk en er werden troepen uit heel het land naar deze grensstreek gestuurd. Ze kwamen hier terecht bij lokale, armtierige boerenmensen. Spottend noemden ze deze dorpen de zaligheden.”

THE BEATLES
Het museum heeft een vaste collectie en wisselende tentoonstellingen. Tot begin september loopt de expo 60 jaar Brabantse muziek. Ons oog valt meteen op een drumstel met het logo van The Beatles. “Nee, het is geen echt van Ringo Starr, maar een replica”, haast Frans zich. Op het bijhorende bordje lezen we dat het toch om een zelfdzaamheid gaat, want zo werden er maar drie gemaakt. Eentje is van een lokale muzikant en die leende het uit. Voor wie wil kennismaken met de vroegere Kempen, is het streekmuseum beslist een aanrader. Bij het weggaan zien we een reclame voor een Smokkelslökske, een lokale likeur. Die zal ongetwijfeld verkocht worden in het museumwinkeltje en geschonken worden op het museumterras, maar wij moeten verder. We kwamen vooral om te fietsen en te wandelen en daar gaan we nu echt mee beginnen.

NU OP ZIJN PAARST
Ik moet toegeven dat ik met opzet heb gewacht tot half augustus om deze reportage te maken omdat ik weet dat deze streek veel heidegebieden telt. Twee jaar geleden waren we in dezelfde periode op De Veluwe, maar toen stond de heide er compleet uitgebloeid bij. Een gevolg van het hete weer de dagen en weken voordien. Veel struiken en jonge berken waren zelfs verbrand door de felle zon. Als de voorbije kwakkelzomer dan toch voordelen heeft, dan kennen we er alvast eentje. De heide bloeit midden augustus prachtig en dat stellen we een eerste keer vast in het natuurgebied De Buikheide in de buurt van Wintelre. Je weet wel: het enige dorp van de Acht Zaligheden dat niet eindigt op ‘el’. We stoppen om foto’s te maken, want de heide is momenteel op zijn mooist. Nog meer mensen hebben hetzelfde idee en er wordt druk gefotografeerd. “Zo mooi is het nu”, beaamt een vrouw van middenveertig die met haar hond aan het wandelen is. Of ze van mij een foto in de heide wil maken? “Geef dat toestel maar hier”, antwoordt ze meteen.

NEPVLIEGVELD
Wat verder valt ons oog op een nagebouwd militair vliegtuig tussen de bomen en een infobord dat vertelt dat hier ooit een schijnvliegveld was. Het verhaal gaat als volgt. In 1940 legden de Duitsers hier rails aan waarover ze een houten nepvliegtuig bewogen. Op die manier wilden ze Engelse bommenwerpers afleiden van het nabijgelegen vliegveld van Eindhoven en hen verleiden hier hun bommen af te werpen. Daarvoor werd een start- en landingsbaan gesuggereerd, landingslichten en barakken gebouwd. Het afleidingsmaneuver heeft lang gewerkt want er werden verschillende aanvallen uitgevoerd, maar uiteindelijk had de Royal Air Force het spelletje door.

ECHT VLIEGVELD
Over vliegtuigen gesproken. We hebben al enkele keren opstijgende vliegtuigen van nabij horen brullen en fietsen naar de richting waar het geluid vandaan komt. Zo bereiken we de landingsbaan van Eindhoven Airport. Het is te zeggen: de omheining die belet dat indringers het terrein betreden. We zijn hier niet alleen. Verschillende vliegtuigspotters houden hun verrekijker en fototoestel in de aanslag voor wanneer het volgende vliegtuig het luchtruim ingaat. Toch wel indrukwekkend om zo’n kolos van nabij te zien opstijgen. Fietsen in Nederland, en zeker hier in de Brabantse Kempen, is zalig. Meestal fiets je op fietspaden die alleen voor fietsers zijn bedoeld en door bossen, velden en af en toe een heidegebied slingeren. Kom je langs een drukkere autoweg, dan ligt er steevast een vrijliggend fietspad.

SLAPEN ONDER DE KERKTOREN
We hebben er al een flinke rit opzitten en zoeken stilaan ons hotel op. Onder de kerk van Wintelre hebben we een kamer geboekt in een nieuw 4-sterrenhotel. Het verbaast ons wie ooit op het idee is gekomen om in een dorp met amper 2.000 inwoners een luxehotel neer te zetten. “We hebben het hotel begin dit jaar overgenomen”, vertelt eigenares Mieke, die in de ruime regio nog meer hotels uitbaat. Door corona ging de vorige eigenaar, een ondernemer actief in de schrijnwerkerij en interieurinrichting, op zoek naar een overnemer. Dat die vorige eigenaar verstand had van hout, blijkt uit de kamers. Die zijn niet alleen ruim maar hebben ook een decoratieve houten wand achter het bed, zitbank met kussens, bureautje en ook het badkamermeubel is netjes afgewerkt in hout. Nog fijn: alle kamers hebben ofwel een balkon of terras. Mieke en haar team hebben de zaak al goed op de rails, zo blijkt uit het aantal auto’s op de parking. Onder hetzelfde dak baten ze ook een restaurant uit. We laten ons alvast een Beeze-bier uitschenken, afkomstig van een brouwerijtje in een naastliggend dorp, om ons vervolgens te goed te doen aan lekkere spijzen uit de regionale keuken. Wintelre staat nu niet meteen bekend om zijn bruisende nachtleven en dus kruipen we vroeg onder de wol.

WANDELBORDJES ZOEKEN
Dag twee begint met een ontbijtbuffet en met het knopen van de wandelschoenen. Want als de fietstocht van gisteren nog iets heeft geleerd, dan is het wel dat je in de Nederlandse Kempen ook heerlijk kunt wandelen. “We hebben overal ook wandelknooppunten”, herinneren we ons gesprek met Marie-Josee van de toeristische dienst van Eersel. Het eerste knooppuntenpaaltje vinden we zelfs vlak voor ons hotel. We hadden gisteren al gemerkt dat de bordjes van de fietsknooppunten niet altijd gelijkmatig hangen: soms linksboven tegen een verlichtingspaal, dan weer rechtsonder. Het volgen van de wandelknooppunten is minstens even spannend. Soms wandelen we honderden meters zonder enige aanduiding of moet je het stellen met een verbleekte sticker op een straatnaampaaltje.

TWEE MEREN
Al snel duiken we de bossen in en die zullen we niet snel meer verlaten. We komen voorbij twee vennen die de namen Grootmeer en Kleinmeer kregen. Ze stammen uit de laatste ijstijd en zijn dus op een natuurlijke wijze ontstaan. Het Grootven meet 19ha en behoort tot de grotere vennen in de regio. We zien ze niet meteen, maar er schijnen hier heikikkers, moerassprinkhanen en andere minder bekende diersoorten te leven. Zo naderen we de Oirschotse Heide, die niet alleen wandelaars en fietsers verwelkomt maar ook militairen. Het gebied doet ook dienst als oefengebied van het Nederlands leger, maar is wel degelijk toegankelijk voor recreanten. ‘Van zonsopgang tot zonsondergang’ lezen we op een bordje. Kennelijk wordt hier duchtig geoefend met rups- en andere zware voertuigen want het oranjekleurige zand – vergelijkbaar met wat je in de duinen van Kasterlee tegenkomt – ligt los en wandelt zwaar. Op een aantal brede wegen hebben banden diepe sporen gesleten. Maar het blijft een heel rustig en groen gebied, terwijl op sommige delen het paars van de heide dan weer overheerst.

DE RODE KOE
Wanneer we de bewoonde wereld en het centrum van Wintelre opnieuw naderen, trekt het beeld van een grote, rode koe langs de weg de aandacht. Hoeve De Nachtegaal is niet alleen een melkveebedrijf, maar heeft ook een horecazaak die vooral bij gezinnen met kinderen in trek is. Die kunnen de open koeiestal bezoeken, maar ook in de speeltuin en op het springkasteel. Zelf hebben we zware benen van al dat stappen en volstaat een stoel op het terras. Bij het doorbladeren van de kaart valt ons oog op een Brabants worstenbroodje. Daar hebben we al bij meer horecazaken en bakkers reclame voor gezien. Dat doen we dan nu maar eens. Lijkt meteen ook een mooie afsluiter voor deze minitrip in de Nederlandse Kempen. En zo is het ook. Het broodje-worst smaakt heerlijk en we toosten nog één keer op onze Nederlandse vrienden van net over de grens. Schol! Of beter: proost!

MEER INFO
www.happyweekends.be

Meer lezen van Paul Huysmans
Meer lezen over
reizentoerismevakantie

Meer Bijzondere plaatsen

Wil je op de hoogte blijven?

Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang elke maand een overzicht met de belangrijkste nieuwsberichten.